i
133
2ijns inziens is de Raad niet bij machte om de reële schade te pijlen
of over de reële hoogte te beslissen. Daarom acht hij het juister als de
Kroon dit zou doen. Laat de betrokkenen het administratief-rechtelijk met
hun juridische steun achter zich tot op dat niveau uitknobbelen. Alleen in
die zin volgt zijn fractie het voorstel van het college. Het verzoek van ap
pellanten wordt dus weliswaar afgewezen, doch uit de stemverklaring blijkt
dan duidelijk waarom zijn fractie dit doet.
Het lid Siereveld zegt, dat zijn fractie zich gelukkig voelt, dat zij
nogal goed die benadering als gehele Raad zo aanvoelt, zoals ook het college
dat in zijn voorstel heeft gedaan. In de commissievergadering heeft spreker
ook reeds gezegd, dat de Raad heel voorzichtig moet zijn om hieraan goed
keuring te geven, want dan zou het hek wel eens van de dam kunnen zijn. Ook
zijn fractie is voor afwijzing als Raad en verwijzing naar de Kroon.
Het lid Belja^rs voelt zich niet zo gelukkig met die afwijzing. Hij
wist ook niet welke richting Mevrouw Krijnen uit zou gaan. Voor hem is ook
het kernpunt, dat artikel 49 geen enkele uitspraak doet en dat hierover ook
nog geen enkele jurisprudentie is. Zijns inziens kan de rijksoverheid in deze
terecht worden beschuldigd van tekortschieten, wanneer men na 5 jaar na het
van kracht worden van een wet, nog steeds niet weet, wat men onder dit arti
kel moet verstaan. Hierin zit zijns inziens de moeilijkheid. Hij is het met
vorige sprekers eens, dat de Raad niet in staat is de hoogte van de schade
vergoeding vast te stellen. Daarom wordt het zijns inziens t|d, dat de Kroon
onderhand eens gaat vaststellen, waarop deze mensen recht hebben. Als men
alleen maar op grond van eigendomsrecht recht op schadevergoeding heeft, dan
durft spreker gerust te stellen, dat bij het Moerdijkproject met geld is
gesmeten. Dit is echter een wettelijke regeling en als men de wet achter
zich heeft, dan kan men zich nogal wat permiteren. Ook hij baalt nog aan,
dat men bij de vaststelling van het bestemmingsplan duidelijk heeft gesteld,
dat men bij het lijden van schaden, altijd een beroep zou kunnen doen op
artikel 49.
De voorzitter meent bij alle sprekers een meegaan met het voorstel te
hebben kunnen beluisteren. Met deze sprekers is het college van oordeel, dat
in een aantal gevallen wel schade geleden zal zijn. Op dit moment is er gee.,
steun door het ontbreken van jurisprudentie om te bepalen of deze schade
door artikel 49 vergoed moet worden. Dat geleden schade ergens geclaimd kan
worden, zou juist worden geacht. Wij zouden dit probleem willen verschuiven
naar degene, die het probleem ook in het leven heeft geroepen, aldus spreker;
Dit kan worden bereikt via een beroep op de Kroon. Het college zou blij zijn,
als dit besluit nu eindelijk wordt genomen, opdat betrokkenen hierna zo snel
mogelijk middels beroep op de Kroon hun schadeclaim zouden kunnen indienen.
Spreker meent uit de reacties te kunnen afleiden, dat men tot een eensluiden
de beslissing hieromtrent zou kunnen komen. Hij acht het daarom niet raadzaam
om op de zaak zelf nog verder in te gaan. Allen zijn tot dezelfde conclusie
gekomen, zij het, dat hier en daar het probleem anders is benaderd. Met de
conclusie kunnen wij het eens zijn. Met één opmerking is het college het
duidelijk niet eens en dat is, dat er op het industrieterrein Moerdijk met
geld zou zijn gesmeten.
Het lid Mevr.Krijnen-Boot merkt op, dat het overgekomen zou zijn, dat
door haar zou zijn gesteld, dat hier geen enkele schade geleden zou zijn.
Ook zij onderkent de rechtsongelijkheid, die bestaat ten aanzien van eigena
ren en andere gedupeerden. Ook zij heeft duidelijk willen stellen, dat een
afwijzende beslissing de betrokkenen het reoht geeft in beroep te gaan bij
de Kroon.