Cl 106 De voorzitter kan het niet zo maar met deze stelling eens zijn, als hij de samenstelling van besturen van verenigingen en instellingen in de gemeente bekijkt. In de praktijk blijkt zelfs, dat de instellingen deze groep mensen benaderen om iets voor hun werk te gaan doen en vaak niet zonder succes. Het lid Beljaars vindt, dat over dit plan nogal veel in de persoonlijke sfeer wordt gedebateerd. Het is bekend, dat spreker destijds nogal wat bezwaren had tegen de wijze van realiseren van het plan Wilhelminapark. Daar kwam echter een andere zaak om de hoek kijken. Men was toen namelijk vergeten om bepaalde kosten door te berekenen, zodat men bij de uitgifte van die gronden uitging van een fictieve grondprijs. Thans ligt de zaak zijns inziens geheel anders. Spreker is geen voor stander van het creëren van bepaalde hokjes in de gemeenschap, maar dat betekent niet, dat men een bepaalde bevolkingsgroep, die a-sociaal is moet integreren in een groep, die sociaal totaal afwijkend is. Hij kan er in meegaan, als in beperkte mate mogelijkheden worden geschapen voor mensen, die mede met het oog op hun positie bereid zijn die mogelijkheden te betalen. Hij wil daarbij wel uitdrukke lijk de vraag stellen of bij de bepaling van de grondprijs rekening is gehouden met de werkelijke kosten, dit om de situatie van het Wilhelminapark te voorkomen, waar men ten gevolge van het oplopen van de kosten met de grondprijs moest g«nn marchanderen. Hiertegen zou spreker wel bezwaren hebben. Als de grondprijs goed gecalculeerd is en bepaalde mensen willen die grondprijs betalen, dan gelooft spreker, dat iedere gemeente wel een mogelijkheid voor deze groep te bieden heeft. Ook hij zou het jammer vinden als deze groep door Zevenbergen de Mark overgestuurd zou worden. Spreker kan het niet met het lid van Engelen eens zijn over dit plan te verdagen, alhoewel hij het wel met genoemd lid eens is, dat in het kader van het geheel een duidelijker visie van dit plan tot dat geheel wenselijk zou zijn geweest De voorzitter antwoordt, dat het plan Bosselaar kostendekkend moet zijn. Veel groen in dit plan zal gerealiseerd moeten worden op het particuliere bezit ten gerieve van ons allemaal. Het lid Wijne sluit zich aan bij de woorden van het lid Beljaars. Hij vindt, dat men nog altijd blij moet zijn met de komst van de mensen, die een bouwplan in Bosselaar kunnen verwezenlijken. Door deze mensen te weigeren bewijst men zijns inziens de anderen geen dienst. Verder merkt hij op, dat steeds gesproken wordt over bevoorrechte mensen. Hij vraagt zich af of iemand, die meer verdient bevoor recht is of dat soms ook gesteld mag worden, dat hij daarvoor zelf heeft gewerkt. Het lid Huijssoon zegt, dat de sportadviescommissie, waarvan hij lid is, voor stander was van uitbreiding van het huidige sportveldencomplex. Over het advies van de Nederlandse Sportfederatie wordt nauwelijks gerept. Spreker wil nadrukke lijk stellen, dat ook de Nederlandse Sportfederatie voor uitbreiding van het hui dige sportpark is als centraal complex voor de wedstrijdsporten. Als volgens de stedebouwkundige in dit plan geen plaats is voor de uitbreiding van het huidige sportpark, dan vraagt spreker zich af of alleen de stedebouwkundige een bestemmings plan maakt of dat ook nog advies en inspraak wordt geduld. Als in diverse plannen sportparken worden geprojecteerd en gerealiseerd, dan zullen zijns inziens de diverse sportverenigingen ervaren, dat een dosis verenigingssfeer verloren zal gaan. Als wethouder Trompers stelt, dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten tegen uitbreiding van het huidig sportpark is, dan heeft hij het zijns inziens mis. Spreker citeert van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten "dat het weinig zin heeft op grote schaal openluchtrecreatie ver buiten de woonkernen te realise ren, indien deze voorzieningen blijvend moeten dienen ter compensatie van chro nische binnensteedse tekorten". Naar de mening van spreker is dit het enige be- stemmxngsplan, dat nog overblijft en centraal is gelegen en dat de mogelijkheid biedt het bestaande sportpark uit te breiden.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1973 | | pagina 107