104 Het gemeentebestuur meende echter, dat die instantie, die gezien mag worden als een vertegenwoordiging van verenigingen, van Raad en van de gemeenschap, in ieder geval nog bij het plan betrokken zou moeten worden* De sportadviescommissie had in eerste instantie de gedachte om het huidige sportveldencomplex uit te breiden, maar door de inzichten van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Neder landse Sportfederatie, waarvan de laatste zonder meer, om het huidige complex niet uit te breiden, doch diverse complexen elders tot stand te brengen, meent het college het plan Bosselaar in de huidige conceptie aan de Raad te moeten aanbieden. In afwijking van het reglement van orde wordt desgevraagd aan het lid van Engelen toestemming verleend te reageren op de gegeven antwoorden. Het lid van Engelen heeft op zijn beurt weer bezwaar tegen het antwoord van de voorzitter op de door spreker gemaakte kwalifikatie van "er door jagen". De voorzitter antwoordde hierop namelijk, dat dit plan een aantal malen aan de orde is geweest. Spreker zegt, dat dit ronduit niet waar is. Alle raadsleden zullen dit eerlijkheidshalve moeten bevestigen. Vaak genoeg is het woord plan Bosselaar gevallen, maar het plan, zoals het nu ter inzage heeft gelegen, heeft de Raad nooit op tafel gehad. Ook op 22 mei i.s het plan niet aan de orde geweest, wel ge noemd. Iedere keer als men hierover vilde beginnen, werd gezegd, dat de procedure van de terinzage-legging achter de rug was en dat het plan volgende al in de Raad zou komen. Er is voor de burgerij niet één keer reëel de mogelijkheid ge weest om op basis van een voor een leek behoorlijk begrijpelijke uitleg van het plan een oordeel te vellen en met het college, de raad en de stedebouwkundige hierover van gedachten te wisselen. Wat zijn opmerkingen over de inhoudelijkheid van het plan betreft merkt het lid van Engelen op, dat hij niet heeft gezegd, dat in de gemeente te weinig wordt gedaan aan het sociaal woningbouwprogramma. Hij heeft alleen gezegd het jammer te vinden, dat juist eenstuk grond, dat door de feitelijke ligging tegen een rekreatieprojekt als Bosselaar aan met een surplus aan groen, wordt toegespeeld aan een sociale bovenlaag. Hier wordt zijns inziens een unieke kans gemist om voor de in deze welvaartsstaat minstbedeelden wat extra's te doen. Spreker pleit voor meer groen voor deze categorie dan voor de groep, waarvan de voorzitter heeft gezegd, dat deze met eigen middelen gelijke kansen moet hebben. Als er over gesproken moet worden, wie er in deze samenleving gelijke kgnaan moet krijgen, dan wil spreker hierover nog wel een avondje dubben. Als dan verder gesteld wordt, dat men al aan de late kant is, dan wil spreker hieraan toevoegen, dat dit niet aan de Raad ligt. Hij wil zeggen: we zijn de late kant, we moeten misschien terug, maar als we teruggaan, dan kunnen we mis schien beter. En als men beter kan, dan mag men deze kana niet voorbij laten gaan. De voorzitter antwoordt, dat het college van mening blijft, dat de inspraak procedure met betrekking tot dit plan bepaald niet onvoldoende is geweest. Indien de terinzagelegging geen bezwaren uit de gehele bevolking oproept, dan mag dat zijns inziens een aanwijzing in die richting inhouden. Overigens meent de voorzitter in het plan Hazeldonk mooiere woongelegenheid te kunnen onderkennen dan in het plan Bosselaar. Het is niet de gedachte van het college, dat de sociale woningbouw tekort wordt gedaan, wanneer men de mooie situering van deze sektor in plan Krooswijk en in het toekomstig plan Hazeldonk bekijkt. Spreker meent, dat -alhoewel het een subjectieve benadering blijft van zowel het lid van Engelen als ook van het college- er mooiere vestigingspunten in de gemeente zijn dan in plan Bosselaar.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1973 | | pagina 105