i
92
6. Voorstel tot verhoging van de tarieven
voor de levering van warmte.
De voorzitter leidt dit voorstel in door op te merken, dat in het stuk
bijlage nr.100, is getracht antwoord te geven op de vragen, die in de vorige
vergadering zijn gesteld en die toen aanleiding hebben gegeven om het voor
stel aan te houden. U krijgt nu hetzelfde voorstel, doch voorzien van nadere
toelichting, aldus spreker. Met klem adviseert hij zo min mogelijk in her
haling te treden.
Het lid van Engelen zegt, dat zijn bezwaren, in de vorige vergadering
geuit, op sociale, politieke, logische, juridische en emotionele aard, over
eind blijven. Andere mensen in deze raad hebben vorige keer informaties ge
vraagd onder andere over tarieven elders. Ze hebben echter ook gevraagd om
meer inzicht in de ontwikkelingen van het warmtebedrijfSamen hebben we om
nieuwe voorstellen gevraagd. Tot dit politieke aspect van de zaak wil spre
ker zich beperken. De voorzitter heeft blijkens de notulen beloofd met een
nieuw voorstel te zullen komen. Ook nadere informatie is toegezegd. Geen van
beide is echter verkregen. Het college geeft daarmede zijns inziens blijk
van schromelijke minachting jegens de Raad. Nieuwe argumenten zijn er niet
aangevoerd, rekening gehouden met de inzichten van de Raad -zoals deze in
een motie unaniem zijn uitgesproken- hebt U niet gedaan. Ieder zichzelf
respecterend raadslid kan dit niet onopgemerkt laten passeren, hoe hij overi
gens over de warmtetarieven ook denkt. Wanneer spreker politiek de juiste
consequenties zou trekken, dan zou hij reeds nu voor moeten stellen deze
zaak van de agenda af te voeren. Spreker wil de raad echter niet in een
impasse manoevreren, nu het een college kennelijk ontbreekt aan geestelijke
souplesse en inventiviteit om uit het gevoelen van de raad een nieuw voor
stel te destilleren. Spreker wil niet in herhaling treden, maar wel de draad
van de vorige vergadering weer opnemen. Alle bezwaren van de Onafhankelijke
Partij zijn gebleven. Er is niet één argument tegen die bezwaren op tafel
gelegd. Men heeft alleen maar een ander vertrekpunt genomen, n.l. van binnen
halen, wat er binnen te halen valt. Ons vertrekpunt, zo gaat het lid van
Engelen verder, is daarentegen het volgende.
Het warmtebedrijf is een beroerde zaak. De schuld daarvan ligt niet
bij de gemeente en zeker niet bij de afnemers. De verliezen, die geleden
worden ten gevolge van de ondercapaciteit en/of onjuiste bedrijfsvoering
mogen niet naar de afnemers worden toegerekend. Het ontbreekt de raad aan
gegevens om de bedrijfsvoering te beoordelen. Daarvoor is nodig het aantal
m3 gasverbruik, afgezet tegen de te leveren kilocalorieën. Bij vergelijking
van opeenvolgende jaren en bij gemiddelden van elders kan dan worden beoor
deeld hoeveel extra verlies er in dit bedrijf wordt geleden. Dit extra ver
lies mag niet naar de bewoners worden toegerekend. Een zodanige cijfer-op-
stelling ontbreekt ook nu opnieuw. Zelf heeft spreker geprobeerd een derge
lijk vergelijk te maken. In 1970 is er voor ongeveer 75.500,gas ver
bruikt. Voor dat jaar betekent dit een verbruik van 1.345.00 m3. En dat
alles voor een capaciteit van 35,6 van het totaal, oftewel 4.125.750 kilo
calorieën. Voor 1973 mag dan bij een extra-polatie van dit verbruik naar
7.070.000,-- geraamd worden een bedrag van 2.303.000 m3. Op basis van een
berekening van Ratiobouw was in een laagbouwwijk in Eindhoven 3450 m3 aard
gas nodig voor 10.000 kilocalorieën per jaar* Dit betekent, vermenigvuldigd
met de capaciteit, die men hier wil aanhouden, ruwweg 2.440.000 m3. Die op
gave van 3.000.000 m3 is of een volkomen slag in de lucht of calculeert een
stuk verlies in doon defecte leidingen of anderszins. Spreker stelt zich