i 92 6. Voorstel tot verhoging van de tarieven voor de levering van warmte. De voorzitter leidt dit voorstel in door op te merken, dat in het stuk bijlage nr.100, is getracht antwoord te geven op de vragen, die in de vorige vergadering zijn gesteld en die toen aanleiding hebben gegeven om het voor stel aan te houden. U krijgt nu hetzelfde voorstel, doch voorzien van nadere toelichting, aldus spreker. Met klem adviseert hij zo min mogelijk in her haling te treden. Het lid van Engelen zegt, dat zijn bezwaren, in de vorige vergadering geuit, op sociale, politieke, logische, juridische en emotionele aard, over eind blijven. Andere mensen in deze raad hebben vorige keer informaties ge vraagd onder andere over tarieven elders. Ze hebben echter ook gevraagd om meer inzicht in de ontwikkelingen van het warmtebedrijfSamen hebben we om nieuwe voorstellen gevraagd. Tot dit politieke aspect van de zaak wil spre ker zich beperken. De voorzitter heeft blijkens de notulen beloofd met een nieuw voorstel te zullen komen. Ook nadere informatie is toegezegd. Geen van beide is echter verkregen. Het college geeft daarmede zijns inziens blijk van schromelijke minachting jegens de Raad. Nieuwe argumenten zijn er niet aangevoerd, rekening gehouden met de inzichten van de Raad -zoals deze in een motie unaniem zijn uitgesproken- hebt U niet gedaan. Ieder zichzelf respecterend raadslid kan dit niet onopgemerkt laten passeren, hoe hij overi gens over de warmtetarieven ook denkt. Wanneer spreker politiek de juiste consequenties zou trekken, dan zou hij reeds nu voor moeten stellen deze zaak van de agenda af te voeren. Spreker wil de raad echter niet in een impasse manoevreren, nu het een college kennelijk ontbreekt aan geestelijke souplesse en inventiviteit om uit het gevoelen van de raad een nieuw voor stel te destilleren. Spreker wil niet in herhaling treden, maar wel de draad van de vorige vergadering weer opnemen. Alle bezwaren van de Onafhankelijke Partij zijn gebleven. Er is niet één argument tegen die bezwaren op tafel gelegd. Men heeft alleen maar een ander vertrekpunt genomen, n.l. van binnen halen, wat er binnen te halen valt. Ons vertrekpunt, zo gaat het lid van Engelen verder, is daarentegen het volgende. Het warmtebedrijf is een beroerde zaak. De schuld daarvan ligt niet bij de gemeente en zeker niet bij de afnemers. De verliezen, die geleden worden ten gevolge van de ondercapaciteit en/of onjuiste bedrijfsvoering mogen niet naar de afnemers worden toegerekend. Het ontbreekt de raad aan gegevens om de bedrijfsvoering te beoordelen. Daarvoor is nodig het aantal m3 gasverbruik, afgezet tegen de te leveren kilocalorieën. Bij vergelijking van opeenvolgende jaren en bij gemiddelden van elders kan dan worden beoor deeld hoeveel extra verlies er in dit bedrijf wordt geleden. Dit extra ver lies mag niet naar de bewoners worden toegerekend. Een zodanige cijfer-op- stelling ontbreekt ook nu opnieuw. Zelf heeft spreker geprobeerd een derge lijk vergelijk te maken. In 1970 is er voor ongeveer 75.500,gas ver bruikt. Voor dat jaar betekent dit een verbruik van 1.345.00 m3. En dat alles voor een capaciteit van 35,6 van het totaal, oftewel 4.125.750 kilo calorieën. Voor 1973 mag dan bij een extra-polatie van dit verbruik naar 7.070.000,-- geraamd worden een bedrag van 2.303.000 m3. Op basis van een berekening van Ratiobouw was in een laagbouwwijk in Eindhoven 3450 m3 aard gas nodig voor 10.000 kilocalorieën per jaar* Dit betekent, vermenigvuldigd met de capaciteit, die men hier wil aanhouden, ruwweg 2.440.000 m3. Die op gave van 3.000.000 m3 is of een volkomen slag in de lucht of calculeert een stuk verlies in doon defecte leidingen of anderszins. Spreker stelt zich

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1972 | | pagina 93