O plaats, waar ze thuis horen, n.l. bij het Rijk. 82 Dat er bij het college ook maar enigszins de gedachte van een strafexpeditie heeft voorgestaan, weerlegt wethouder Trompers ten stelligste. Ook benadrukt hij nog, dat men vandaag alleen maar te doen heeft met een exploitatielast en niet, zoals het lid van Engelen stelt, met een kapitaalslast. Het standpunt van het lid Beljaars, dat men geen kraan kan dicht draaien, deelt spreker volledig. Het is zijns inziens echter wel achteraf kaarten. Inder daad zou het beter geweest zijn, als men van meet af aan meters zou hebben aange bracht. Deze opmeiking is ook door het lid Siereveld genaakt. Wanneer er kranen zijn, die niet dicht kunnen, dan moet men dit zo snel mogelijk melden. Een proef op de som zou aijns inziens overigens aangeven, dat het percentage, dat de kraan niet dicht kan draaien, nog wel mee zou vallen. Op de vraag van het lid Ooijen of er technische problemen zijn, zegt wethouder Trompers, dat er inderdaad technische problemen waren en nog zijn, doch dat er de nodige maatregelen zijn getroffen, dat er geen situaties kunnen ontstaan, die ge vaar kunnen opleveren, hetgeen niet wil zeggen, dat er geen lekkages kunnen ont staan. Naarmate men echter blijft doordraaien, zal het gevaar voor lekkages eerder toe- dan afnemen. Een kostenvergelijking wijkverwarming en individuele verwarming heeft spreker reeds globaal laten maken. Wanneer men op heden een individuele verwarming aanlegt, daarbij uitgaande van de aanschafkosten van f 4.500,en afschrijving op 15 jaar met een rente van &/o, inclusief gasverbruik en onderhoud, dan komt men op een to taalbedrag van f 950,75 per jaar. Een soortgelijke woning met 17.500 kcal komt men bij het huidige voorstel op f 784,96. Bij dit bedrag komt dan nog de vaste last van de inventaris in de woning, waarvoor f 200,— wordt aangehouden. Men komt dan iets hoger uit, dan wanneer men individuele verwarming zou hébben. Indien er door meerdere personen dezelfde opmerkingen zijn gemaakt, meent wethouder Trompers te kunnen volstaan met éénmalige beantwoording. In eerste instantie zou hij het dan ook bij deze antwoorden willen laten. Hierna geeft de voorzitter gelegenheid tot het maken van opmerkingen in twee de termijn. Het lid Mevr.Krijnen-Boot zegt, dat het betoog van wethouder Trompers voor haar weinig verhelderend heeft gewerkt. Zij ziet hierin geen aanleiding om haar standpunt te herzien. Als hij stelt, dat het groter gasverbruik het gevolg is van het lukraak aan laten staan van de verwarming, dan gaat hij haars inziens voorbij aan het enorme energieverlies in de lange terreinleidingen en aan het feit, dat in verschillende woningen de warmte helemaal niet geregeld kan worden. Wanneer wethouder Trompers stelt, dat tariefsverhogingen in voorgaande jaren geen gewicht in de schaal gelegd zouden hébben, dan moet hij, naar spreekster meent, wel bedenken, dat bij armoede iedere stuiver meetelt en dat dit toch ook voor de gemeente Zevenbergen geldt. De stelling van de wethouder, dat individuele verwarming nagenoeg zo duur is als wijkverwarming, zou spieekster graag met vergelijkende cijfers op papier wil len zien. Met betrekking tot het stoken buiten het seizoen merkt zij nog op, dat nie mand heeft gezegd, dat deze dagen niet gerekend mogen worden. De verordening laat hiertoe de gelegenheid wel degelijk open. Spreekster blijft verder bij haar opmerking over gegoochel met cijfers. De twee voorstellen naast elkaar liggende, bewijst haars inziens voldoende. Zij is het niet eens met de opmerking van het lid Schipper, dat er gecorreleerd moet worden aan het rapport van Ratiobouw. Dit zou alleen maar kunnen resulteren in fabelaohtige stijging van de tarieven. Duidelijk wil het lid Mevr.Krijnen-Boot zich ook distantiëren van de opmerking

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1972 | | pagina 84