r
-o;* m...
-
V.i f.lOf. (J.v -r .r-
it :ikv:^y
;K. yu j
;\isó!W*r xJeKrcc
"0>s
y?t:i
'•.•:r;órv
,r-i
'U: .>\j ,i_:^o-oï
-Ü--ÏV ••o..' J j
f.?X
i
o/i.i.-.v
j-irxou irxKV
i.cR'tc neixii.J
;'~v f-" 'V/j'S .inc;
77
Als de mensen zo maar een extraatje is gegeven, dan is het college wel erg non
chalant met de gemeentefinanciën omgesprongen. Heeft doorberekening niet plaats
gevonden, omdat men meende, dat de mensen een redelijk tarief betaalden, dan
vraagt zij zich af of het college binnenkort een loonexplosie verwacht, daar men
nu een verhoging van 39$ durft toe te passen. Bovendien is het gegoochel met
cijfers voor haar niet overtuigend. Wanneer zij de cijfers van nu vergelijkt met
de cijfers van het liquidatievoorstel, dan komt zij tot vreemde uitkomsten. In
het desbetreffende voorstel komt men bij het berekenen van het tarief bij voort
zetting der exploitatie zonder verliezen voor brandstof en electra aan een bedrag,
dat f 42.000,lager ligt dan nu, terwijl aan onderhoud en andere lasten een be
drag wordt opgegeven, dat f 32.000,— hogor ligt dan nu.
Uw college verwacht blijkbaar minder lekkages, zo concludeert het lid Krijnen-
Boot. Zij vraagt zich bij dit alles wel af, wat deze cijfers dan nog zeggen, ter
wijl toch juist cijfers in deze zaak nog enig houvast kunnen geven. Spreekster
stelt daarom voor de zaak nog eens nauwkeurig en gedetailleerd door te nemen,
voor wat de financiële kant betreft. Voor een rechtvaardige benadering zullen
vergelijkende cijfers van zowel individuele verwarming als van wijkverwarming in
andere gemeenten verzameld moeten worden. Eerst dan zal het voor haar mogelijk
zijn een verantwoorde beslissing te nemen.
Het lid Schipper vindt het bijzonder vreemd, dat in de loop van het jaar een
voorstel tot verhoging van de warmtetarieven wordt gedaan, terwijl normaal toch
mag worden verwacht, dat dit zal worden bezien bij het opmaken van de begroting,
zodat dan het totaal financieel beeld van de gemeente beter kan worden overzien.
Verder meent hij, dat men -om beter een standpunt te kunnen bepalen- eerst in
zage had moeten hebben in het rapport, dat Ratiobouw heeft of nog zal opstellen.
Eerst dan kan z.i. pas iets worden gezegd over liquidatie of verhoging van de
tarieven. Namens de Hoekse fractie wil spreker nadrukkelijk stellen, dat zij niet
tegen tariefsverhoging zijn, wanneer die op een reële basis is geschoeid. Ver
volgens meent hij, dat alles op alles gezet moet worden om het ministerie er van
te overtuigen, dat deze hele affaire een erfenis is van aandrang/sterk advies van
die zijde destijds om over te gaan tot wijkverwarming. Er zouden zich reeds kamer
leden met deze materie hebben beziggehouden. Spreker zegt verder, graag van het
college te willen vernemen of bekend is, welke tarieven elders worden geheven.
Voor zover hem bekend, zouden de huidige tarieven vergelijkbaar zijn met die van
een groot aantal andere gemeenten. Ook de beslissing om de nieuwe woningen met
het oog op liquidatie niet meer op de wijkverwarming aan te sluiten brengt het
lid Schipper in het geding. Op grond van deze argumenten zou hij het college
willen verzoeken het voorstel terug te nemen, allereerst te bestuderen of liqui
datie mogelijk is en zo neen om dan met een reëel voorstel te komen tot verhoging
daarbijj mede uitgaande van betaling naar prestatie.
Het lid Wijne zegt, dat de commissievergadering vrij uitvoerig met cijfers
is geïnformeerd. De mening van de commissie was vrij algemeen, dat 39$ verhoging
in eerste instantie te veel is.
Het lid van Engelen zegt gezien te hebben, dat nagenoeg in het einde van het
voorstel sprake is van "Bij een eventueel voortdurende exploitatie van de wijk
verwarming etc." Hij vraagt zich af of het interimrapport van Ratiobouw -wat het
dari ook voor een mysterie moge zijn- aanleiding is geweest om plotseling deze
zinsnede te kiezen, omdat tot dusverre werd gebezigd de formulering "bij eventuele
liquidatie van de wijkverwarming". Hij vraagt zich af wat deze optiekverandering
bij het college heeft veroorzaakt. In aansluiting op een vraag van Mevr.Krijnen-
Boot, informeert ook hij naar de verschillen in de cijfers van variabele lasten,
zoals die nu en in het voorstel tot liquidatie zijn gegeven.