v 13 Vraag 4s Is het college bereid de door de raad ons inziens ten onrechte genomen beslissing, voor de ondoordachte medewerking waaraan wij gaarne onze spijt betuigen, te her roepen en op te schorten tot het moment waarop de Sportadviescommissie haar be leidsplan zal hebben ontwikkeld? Antwoord: Het college is in principe bereid -indien Uw raad dit wenst- het omstreden raads besluit opnieuw aan do orde te stellen. Vraag 5s Is het college niet van mening dat het onderzoek, dat thans is opgedragen aan de V.N.G. voor wat betreft de sportvoorzieningen, niet een brevet van onvermogen voor de sportadviescommissie inhoudt, die met een soortgelijk onderzoek bezig is? Antwoord Voor beantwoording van deze vraag wordt verwezen naar hetgeen bij vraag 3 is ge zegd. Wij willen echter hier uitdrukkelijk stellen, dat inschakeling van een des kundig bureau voor de Sportadviescommissie beslist geen brevèt van onvermogen inhoudt. Immers wij zijn ervan overtuigd, dat een dergelijk rapport zoals hier bedoeld een grote dosis van deskundigheid vereist. Het zou daarom verantwoord zijn om op eigen wijze door te gaan. Vraag 6: Is het huidig college niet van mening dat het vorige college zich ter zake ten onrechte heeft verschuild achter een onderzoékopdracht aan het Provinciaal Opbouw- orgaan over speelvoorzieningen, nu het thans een opdracht ter zake aan V.N.G. meent te moeten geven? Antwoord: Het huidige college is beslist niet van mening, dat het vorige college zich heeft verscholen achter een onderzoek-opdracht aan het Provinciaal Opbouworgaan. Aanvankelijk zou een dergelijk rapport zijn uitgebracht, doch om praktische rede nen wordt dit achterwege gelaten. Van een en ander is Uw raad op de hoogte gesteld. Momenteel wordt in nauwe samenwerking met de gemeentelijke diensten en het partiv culier-initiatief tot een verantwoorde gezamenlijke aanpak der problemen gekomen. Dat thans een opdracht is verstrekt aan de V.N.G. met betrekking tot het rappor teren terzake sport- en speelvoorzieningen is een gevolg van het feit, dat de Minister een onafhankelijk en deskundig rapport verlangt terzake van de realise ring van een sporthal en/of zwembad, waarbij uiteraard een totale behoefte-planning noodzakelijk is voor het huidige en toekomstige beleid. Geadviseerd werd de V.N.G. een dergelijk rapport te laten uitbrengen, waarvan Uw Raad in kennis werd gesteld. Vraag 7 Uit welke hoofde heeft het college gemeend deze opdracht aan de V.N.G. te kunnen verstrékken zonder de raad expliciet om een crediet te verzoeken en zonder de raad en/of de Sportadviescommissie inspraak te geven over het formuleren van de opdracht? Antwoord: Het college heeft de onderhavige opdracht verstrekt op grond van het feit, dat bij de behandeling van de begroting de Raad is medegedeeld, dat een aantal wel zijnsvoorzieningen zullen worden voorbereid met behulp van de daarvoor geraamde bedragen op de Algemene Dienst 1972. Tot deze voorbereiding wordt mede geacht te behoren het vragen van een rapport welke de noodzaak bij hogere instanties moet aantonen, mede ter verkrijging van de daarvoor bestemde subsidies. Het aangewezen orgaan hiervoor is de daarvoor specifiek ingestelde commissie van de V.N.G. Wij merken nog op, dat aan het slot van de Algemene Beschouwingen de raad medede ling van de onderhavige opdracht is gedaan (zie notulen van de vergadering van 14 december, blz. 157).

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1972 | | pagina 14