■■O 105 M.b.t. de tweede vraag bevestigt de voorzitter de uitspraak van wethouder de Vos, dat 1 directiekosten over de uit te voeren werken berekend zou worden. Hij heeft daarbij niet geweten, dat deze algemene regel van de gemeente Rotterdam niet voor Moerdijk gold. Zijn uitlating dienaangaande heeft wethouder de Vos dan ook al lang rechtgezet. De werkelijk door Rotterdam gemaakte directiekosten worden vergoed. Aanvankelijk is daarop een voorschot betaald van 4Ben paar maanden geleden is dit verhoogd tot 6%. De werkelijk gemaakte kosten zullen waarschijnlijk net iets onder 6% blijven, aldus de voorzitter. Op het eerste antwoord van de voorzitter zou het lid Mevr.Krijnen-Boot nog willen opmerken, dat het -gezien de verantwoordelijkheid van de raden van de deelnemende gemeenten- voor de hand ligt, dat deze raden ter zake ter dege geïn formeerd worden. De voorzitter stelt, dat, indien dit organisatierapport persoonlijke elemen ten zou bevatten,; dit rapport in een besloten vergadering van het Industrieschap zal worden behandeld. Het belang van betrokkenen eist, dat dit met de grootste zorgvuldigheid wordt behandeld. Voor zover mogelijk kunnen overigens van spreker die inlichtingen worden verkregen, die hij kan en mag geven. Met betrekking tot punt E merkt het lid Beljaars op, dat hij er. aan twijfelt of de kwaliteit van het water in de Roode Vaart -ook al heeft de suikerfabriek weer de nodige voorzieningen getroffen- zoveel beter is geworden. De voorzitter vraagt aan het lid Beljaars of hij het water niet belangrijk beter vindt dan het vorig jaar. Het lid Beljaars zou dit niet zonder meer willen bevestigen. Het lid Schipper zou met betrekking tot de vraag van het lid Mevr.Krijnen- Boot inzake het architectenhonorarium van Rotterdam nog willen stellen, dat het tegenwoordig vrij normaal is, dat hiervoor 8^-11^ wordt berekend. Hij vindt de bijdrage aan Rotterdam bijzonder laag. De voorzitter zegt blij te zijn met deze aanvulling. Het lid van Engelen kan het niet geheel eens zijn met het standpunt van de voorzitter inzake de openbaarheid van het organisatierapport over het Industrie schap Moerdijk en ook niet met wat het college schrijft in het prae-advies met betrekking tot de brief van het V.M.L., dat het stopzetten buiten de competentie van de gemeente zou liggen. Juridisch heeft de voorzitter misschien in beide ge vallen het gelijk aan zijn kant. Spreker zit echter met een groot vraagteken. Het Industrieschap wordt geregeerd via een stelsel van getrapte democratie. Als de verbinding met de laatste trap, zijnde de volksvertegenwoordigingen van de deelnemende gemeenten, niet meer tot stand komt, dan is er geen sprake meer van democratie. In dat licht gezien zou hij door de vertegenwoordigers in het bestuur van het Industrieschap graag in periodieke dialogen met hun achterban, zijnde de gemeenteraden, essentiële zaken ter discussie gesteld willen zien. Als zo'n essentiële zaak ziet hij momenteel een organisatierapport over het Industrieschap. Spreker vraagt aan de voorzitter of hij de competentie van de Raad ontkent om de vertegenwoordigers in het Industrieschap ter verantwoording te roepen. De voorzitter antwoordt hierop, dat zij uit besloten vergaderingen niet veel verantwoording zullen kunnen afleggen. Voor het overige wil hij de vraag bevesti gend beantwoorden. Vervolgens stelt de voorzitter het spoedshalve onder punt H van de ingekomen stukken aan de agenda toegevoegd punt aan de orde, n.l. de verkoop van de voor malige vuilnisstortplaats nabij Zwartenberg aan de heer Ooninx. Het lid Schipper vindt dit een bijzonder teer punt.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1972 | | pagina 106