ft
-11-
Notulen van een vergadering van de Gemeenteraad op vrijdag 22 januari 1971 des
avonds om 7.30 uur ten gemeentehuize
Aanwezig de leden: B.A.Ooijen, P.J.M.van Engelen, G.A.Krijnen, J.A.Siereveld,
A.A.M.Wijne, C.P.Goverde, H.G.Beljaars, C.J.Trompers,
C.Huijssoon, G.H.Kamp, Mevr. P.J.Krijnen-Boot, J.J.den Bigge-
laar, S.J.Schipper en J.B.Biemans.
Afwezig met kennis-
gaving van verhin
dering wegens ziekte,het lid Th.A.Kruis.
Voorzitter: Mr. F.Reijnders
Secretaris: J.A.A.van der Smissen
1Opening.
De voorzitter opent de vergadering met het bij het reglement van orde voor
geschreven gebed.
2. Loting volgorde bij stemmingen.
Het nummer van volgorde bij stemmingen wordt bepaald op nr. 1, zijnde het
lid Ooijen.
3. Notulen van de vergaderingen dd. 18 december
1970 en dd. 2 januari 1971.
Naar aanleiding van de notulen van 18 december j.l. zegt het lid Schipper,
dat de strekking van zijn vraag niet goed is vastgelegd, (blz. 107, rondvraag,
onder c)Spreker had gevraagd, welke stappen men dacht te ondernemen.
De voorzitter zegt toe, een en ander alsnog zo spoedig mogelijk aan de orde
te stellen.
Naar aanleiding van de notulen van 18 december j.l. zegt het lid Beljaars,
dat m.b.t. het schadegeval (van A.Dalemans) (blz. 106, rondvraag, aanvang) was
toegezegd, dat betrokkene bericht zou ontvangen. Betrokkene heeft tot op heden
geen antwoord gekregen.
De voorzitter zegt aanvulling der notulen toe en beantwoording te zullen
bevorderen.
Overigens worden deze notulen ongewijzigd vastgesteld.
Vragnn naar aanleiding van deze notulen worden niet gesteld.
De notulen der vergadering dd. 2 januari j.l. worden ongewijzigd vastgesteld.
Vragen naar aanleiding van deze notulen worden niet gesteld.
De voorzitter richt zich vervolgens met de volgende woorden tot de vergade
ring.
"Mevrouw, mijne heren,
Voor mij een historische gebeurtenis, de leiding van mijn eerste raadsver
gadering in onze gemeente.
Allereerst wens ik allen persoonlijk een heel voorspoedig 1971 en voor de
gemeente hoop ik op een goede samenwerking tussen college en Raad.
Onze gemeente staat juist in deze phase van zijn groei en ontwikkeling voor
de noodzaak van een gezamenlijke inzet.
College en Raad zullen zich samen moeten bezinnen op ons beleid voor de komen
de jaren, op onze plaats in West—Brabant, op onze samenwerking met andere gemeen
ten in de regio.