I (F
iWfi
93
Wat de vraag van de heer van Engelen betreft om toezending vooraf van de
nodige stukken, daarmee kan de voorzitter het geheel eens zijn.
Uit de discussie, die heeft plaats gehad meent de voorzitter twee stromingen om
tot gewestvorming te komen, te hebben kunnen beluisteren.
Het lid van Engelen heeft gepleit voor een ongefaseerde instelling van
gewesten door de centrale overheid, terwijl het lid Mevr.Krijnen een gefaseerde
instelling voorstaat via het regio-overleg Breda.
Wat de mening van het lid van Engelen betreft merkt spreker op, dat deze
ook tot uitdrukking komt in het prae-advies van Burgemeester en Wethouders, doch
ook de opinie van het lid Mevr. Krijnen komt aan zijn trékken, daar Zevenbergen
immers al is toegetreden tot het regio-overleg Breda. Hierdoor is een forum ge
vormd, waarvoor wij kunnen praten. Dit is, aldus de voorzitter, een belangrijke
zaak. Spreker benadrukt in deze vergadering nogmaals, dat Zevenbergen niet be
reid is bevoegdheden van de gemeente aan dit overlegorgaan over te dragen, het
welk hij wel bereid is te doen aan een krachtig gewest. Spreker zegt zich te
scharen aan de zijde van Etten en Oosterhout, met dit verschil, dat Zevenbergen
desondanks tot dit overlegorgaan is toegetreden, juist om -zoals reeds is gezegd
een praatforum te hebben. Door Zevenbergen zal echter in dit overlegorgaan niets
worden ondernomen, wat een gewestvorming in de weg zal staan.
De voorzitter vraagt of het ook de mening van de Raad is, dat geen bevoegd
heden aan een regio-, doch wel aan een gewestorgaan moeten worden overgedragen.
Deze mening wordt inderdaad door de Raad gedeeld.
Spreker vervolgt, dat ook Burgemeester en Wethouders de mening zijn toege
daan, dat -hetgeen door verschillende sprekers is gesteld- bij gewestvoming zo
veel mogelijk het stelsel van rechtstreekse verkiezing gehanteerd moet worden,
onder de aantekening echter, dat de kiezer moet weten, waarvoor hij kiest. Het
nieuw orgaan noet de burger dan wel aanspreken.
Tot slot dankt de voorzitter de Raad voor de wijze, waarop men zich in de
materie heeft willen verdiepen. Spreker meent uit de discussie het antwoord aan
Gedeputeerde Staten te hebben kunnen beluisteren. Aan dit college kan worden
medegedeeld, dat een bestuurlijke reorganisatie van groot belang kan zijn voor
het democratiseringsaspect, doch dat in deze problematiek niet alleen de figuur
van de provincie, doch ook de functie van de waterschappen mede zou moeten
worden betrokken.
Hierna sluit de voorzitter deze discussie.
12. Voorstel tot wijziging der begrotingen 1971.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform de voorstellen van Burge
meester en Wethouders.
13. Voorstel tot aankoop van een vrachtwagen
met driezijdige kipper, een tractor met kip
wagen en een volautomatische zaadstrooier.
14. Voorstel tot aankoop van een nieuwe vuilnis
wagen.
Het lid Mevr.Krijnen vraagt zich af of in 1967 een verkeerde aanschaffing
is gedaan of dat de opzet nu te duur en luxueus is.
Desgevraagd antwoordt wethouder Trompers, dat het werk ontzettend is toege
nomen. Overigens moet hij wel toegeven, dat de huidige vrachtwagen wel aan de
lichte kant was. Overigens is spreker er van overtuigd, dat hot nu aan te schaf
fen materiaal bepaald geen overbodige luxe is.