-43- Mocht dit in de toekomst onverhoopt leiden tot onvorkoopbare gronden, dan zal uiteindelijk Uw raad moeten besluiten of men al dan niet met rentebijschrijving doorgaat Ben van de belangrijkste zaken achten ook wij de vergoeding ex artikel 101 van de L.O.-wet, niet in het minst in het kader van de ontwikkeling onzer ge meente. Ook op dit stuk prefereren wij eveneens het door Uw raad gepropageerde behoedzame beleid boven een ad hoe beleid. Dit betekent voor ons -en wij dachten ook voor Uw raad- een evenwichtige beste ding van de geringe ruimte in onze begroting voor meerdere noodzakelijke voorzie ningen dan alleen onderwijs, zoals het grote pakket welzijnsvoorzieningen, dat nog moet worden gerealiseerd. In een jaarlijks contact tussen schoolbesturen en gemeentebestuur zal ge tracht worden tot een gemeenschappelijk standpunt over de vergoeding ex artikel 101 te komen, waarbij ook de deskundige inbreng van de Inspekteur zal worden ge vraagd. In het kader van meergenoemd behoedzaam financieel beleid, zal getracht worden in een beperkt aantal jaren dit standpunt tot uitdrukking te brengen in die zin, dat de standpunten van gemeente, schoolbesturen en inspekteur uiteinde lijk en op zo kort mogelijke termijn op één lijn komen. In dit raam wordt voor 1971 voorgesteld het bedrag artikel 101 te verhogen van f 115,tot f 130, Wellicht ten overvloede verwijzen wij hierbij nog naar de U bekende vergoedingen welke op andere wijze reeds worden gehonoreerd en waaruit een totaalbedrag resul teert van f 154,60t Wij hopen, dat Uw raad met ons voorstel kan instemmen en dat de ingediende motie wordt opgeschort, respectievelijk de betreffende voorstellen, die hoger gaan, worden ingetrokken. Ten aanzien van de portefeuilleverdeling merken wij op, dat onze voorkeur blijft bij de behartiging van de sportaangelegenheden in de portefeuille van wethouder Trompers. De welzijnszorg in ruime zin, is een taak van het gehele college. Mochten de sportaangelegenheden in de portefeuille van wethouder Kamp worden op genomen, dan zou de omvang van deze portefeuille een te zware belasting vormen t.o.v. die van de andere leden van het college. Op eenmaal aangegane onderlinge afspraken in dit verband kan uiteraard altijd worden teruggekomen, indien de praktijk dit noodzakelijk maakt. De gemaakte opmerkingen t.a.v. de commissies, het delegatievraagstuk en de inspraak, raken alle de verhouding en het vertrouwen tussen raad, burgemeester en wethouders en de inwoners der gemeente. Ten aanzien van deze zaken voltrekt zich heel duidelijk een groeiproces en ten einde dit in goede banen te leiden menen wij vooralsnog uit te moeten gaan van de bestaande situatie. Derhalve van commissies van advies en bijstand, parallel lopende met de nieuwe portefeuilleverdeling en rekening houdende met de omstandigheid, dat we werken met een nieuw college van Burgemeester en Wethouders en met een nieuwe raad! Wij zullen gezamenlijk moeten zoeken naar wegen om tot een optimaal functio neren van ons college en van de raad te komen. Met de achterliggende motieven van de in Uw raad naar voren gebrachte opvat tingen t.a.v. inspraak en ombudscommissie, kunnen wij in principe zeer wel instem men. Toch willen wij waarschuwen voor een wellicht praemature vormgeving aan in stituties, waarvan het al dan niet functioneren nog zo duidelijk een open vraag is Het geven van reële inhoud aan het spreekuur van de burgemeester, met de noodzakelijke follow-up hiervan, zal in dit kader een stap in de goede richting zijn.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1971 | | pagina 39