i4M
-
SUV
-
ei'uo
J
»h Ttr.S.
300:.. ii
T;
r-rh r.:'--'i-'Ajr- -
lr--
nil J-
-I i
.ji ■■>-•
.ï-al cl
jv. w
M-' ro-
x-finlPb-
U
4
J; V-ir1".
.C'
j.iii
,.L i v.'li iiU'-.K ïp
i'T.icd; .v.- j •xi"--;
rds. vr i.p.
i-i I. >1
i
-42-
Het is niet de bedoeling al het andere urgente lam te leggen.
Desgevraagd (lid Schipper) zegt de voorzitter nog, dat een bijdrage inde sanering
m.b.t. deze aankoop miet kan worden verkregen, althans nu nog niet, waar voorals
nog geen amovering plaats vindt.
Het lid van Engelen zegt met aankoop wel te kunnen instemmen, indien het
college verklaart bereid te zijn eventuele begrotingswijzigingen voortvloeiende
uit de behandeling van de begroting 1971 con amore over te nemen en uit te
voeren, indien de Raad daartoe besluit.
De voorzitter antwoordt, dat het college daartoe gehouden zal zijn, al dan
niet con amore. Desgevraagd (lid Mevr. Krijncn-Boot) zegt de voorzitter nog, dat
aan een vervangend object m.b.t. de kleuterschool alle aandacht zal worden be
steed. Dit moet gebeuren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten conform dit mondeling
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
5. Afhandeling van de algemene beschouwingen met
betrekking tot de begroting 1971conform toe-»
zegging in raad dd. 22 januari.
De voorzitter spreekt als volgt:
Voorop willen wij stellen, dat wij ingenomen zijn met de constructieve op
stelling van Uw raad en de wijze waarop men zijn bijdrage tot het beleid wil
leveren.
De ervaring met de tot op heden gevoerde procedure bij de vaststelling van
de begroting heeft ons doen besluiten U voor te stellen in het vervolg een meer
op het beleid gerichte behandeling voor te stellen.
Daarom ligt het in het voornemen de begrotingen in het vervolg in afdelingen te
doen behandelen, waarbij de gehele raad in twee afdelingen wordt opgesplitst.
Na deze afdelingsgewijze behandeling volgen de algemene beschouwingen over meer
direct op het beleid gerichte zaken.
Wij stellen ons voor de nota van aanbieding ook duidelijk op deze procedure
af te stemmen, waarbij het gevraagde m.b.t. saillante punten uit het afgelopen
jaar kan worden ingebouwd, vooruitlopende op een jaarverslag, dat wij in de toe
komst hopen uit te brengen.
Tevens zijn wij -mede in antwoord op een vraag van het lid Beljaars- voor
nemens de begrotingen vóór 1 januari te behandelen.
Naar aanleiding van enkele opmeikingen over het systeem van begroten, merken
wij op, dat een raming mede tot stand komt door het projecteren tegen de raming
van het vorige jaar en de werkelijke uitgaven over de daarvoor liggende periode.
Wij vragen ons af hoe dit anders zou dienen te geschieden.
Voor suggesties houden wij ons aanbevolen.
Ten aanzien van de opmeikingen over de verhoging der belastingen moeten wij
toch stellen, dat deze minimaal gehouden zijn.
In vorige jaren is terecht door Uw raad gesteld, dat een geleidelijke ver
hoging van belastingen, in redelijke verhouding tot de stijging der kosten, te
prefereren is boven door hogerhand afgedwongen, schoksgewijze verhoging der be
lastingen.
Overigens zijn wij met Uw raad van mening, dat een behoedzaam financieel
beleid geboden is.
T.a.v. de opmerkingen m.b.t. de rentebijschrijving op gronden willen wij
stellen, dat wij het eens zijn met het standpunt van Gedeputeerde Staten.