-21-
De verkwisting van talent is derhalve verschrikkelijk. Het komt collega Krijnen
en mij dan ook hoogst ongewenst voor deze manco's in onze woonwijken te laten
voortduren.
Belangrijke delen van onze gemeente vallen onder de termen waarin zgn. voor
lopige voorzieningen kunnen worden gerealiseerd. De circulaire van de minister
van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk tferk van 7 februari 1969 wijst daarop.
Het bevreemdt ons in hoge mate, dat zelfs niet eens gepoogd is -voor zover wij
weten- van deze mogelijkheid gebruik te maken.
Zeer belangrijk voor het goede woonklimaat is het milieubeheer.
In dit kader kunnen wij niet anders dan de demping van de haven ten zeerste toe
juichen.
Wij vragen ons echter af of de lozingscapaciteit naar het resterende deel van de
haven wel voldoende is. Is die n.l. onvoldoende, dan verwachten wij in de toe
komst grote moeilijkheden en grote onaangenaamheden.
Ben andere vraag is of we met de lozing van ongezuiverd rioolwater ons niet be
zondigen aan niet te tolereren watervervuiling, die dicht bij huis de nodige
onaangenaamheden kan veroorzaken, maar op regionale schaal gezien veel schade
doet aan het milieu. Het stilstaand water in het Hollands Diep legt ons een spe
ciale verantwoordelijkheid op de schouders. Ik hoop van harte, dat collega
Siereveld zich niet opnieuw laat verleiden tot de verzuchting "hou nou eens op
met dat oude liedje", maar mét de recente gebeurtenissen in Geertruidenberg in
gedachte bereid is toe te geven, dat milieubeheer een van de grootste vraag
stukken van het moment is en dat je er niet genoeg over kunt praten om tot daden
te komen.
De havendemping brengt ons eveneens op het hoofdstuk van de financiën. Toen
ik bij mijn intrede in deze raad informeerde naar de baatbelasting voor de dekking
van het resterende gedeelte van de investering, had ik niet de indruk uit het
antwoord van het college, dat deze baatbelasting al zé vast stond dat reeds in
dit begrotingsjaar inkomsten zouden worden geraamd.
Uw ambtsvoorganger, mijnheer de voorzitter, zegde n.l. overleg toe met de
betrokken maatschappelijke groeperingen.
Gaan we dit overleg pas voeren, nadat al vaststaat, dat er een baatbelasting
komt? Zonder me uit te spreken over de vraag of deze baatbelasting er wel of niet
moet komen, lijkt me zo'n overleg toch weinig zinvol. In dit verband mag ik terug
grijpen op een principebesluit dat de vorige raad heeft genomen, om terzake een
ad hoe commissie in te stellen. Het lijkt mij alleszins zinvol om uit het midden
van de raad en vertegenwoordigers van het college van burgemeester en wethouders
een ad hoe commissie ter zake in te stellen, die tot breed overleg met de bevol
king van onze gemeente terzake zal komen.
Over het pakket van verhogingen van belastingen, tarieven e.d. billijken wij
het standpunt van het college, dat jaarlijkse aanpassingen aan de trend beter zijn
dan de sprongsgewijze verhogingen om de paar jaar.
Toch hebben wij enkele kanttekeningen bij deze voorstellen.
Rentebijschrijving grondbedrijf: het standpunt van Gedeputeerde Staten, dat tot
deze rentebijschrijving praktisch verplicht, lijkt ons volkomen logisch; zeer
inkonsekwent lijkt ons het standpunt van het college van burgemeester en wet
houders, dat in de voorbereidingscommissie tot uitdrukking komt en waarin de ver
hoging van de grondprijzen weer in twijfel wordt getrokken.
Je doet het wel of je doet het niet en als Gedeputeerde Staten bij alle gemeenten
afdwingen, dat de rentebijschrijving dient te geschieden dan wordt onze concur
rentiepositie er niet nadelig door beïnvloed.
Dit is de enige methode om de gemeente te laten profiteren van de waardevermeer
dering van de gronden: het is immers waanzin om grond die vijf jaar geleden voor