m
let-ioü oav neJbirod feH
^9S hesjriehal naai .haaatv
i 19 anal 1110 ®-t 8-tfcon an90
oaw un aioo d2£t±Xcf iib «nea
fc iisv cisv*i9w fed qo ai fin
eed ei) faint laam ai 69iv
labaax tab neea tshsH
v eb aoob anliabsaasv ©se!»
>meala n^is al .nelaanS nav
tav tceed eb nav aoX^dfoileof
[es nevo med nav ne 939II00
•rnqo eJbaealov eb iof raonaaf)
n99in93 eb nav ieoia n®B
>013 ©isbnev eCI .nooatfsqnea
.ÊieX9dBm/xid"B0d fed nav
jneiieinlaaeQ .n^is neaMoai
.n9ba*i9cf 9i ax/einea
fcilf
9 In
nebefl neaanv i ib neaLss
ein
vos ioetonq tib nav aoleban
lef a bnacfvov fib ai eaelloo
156
een zegen voor deze streek, dan legt men zich hiermede enorme verplichtingen
op, met name op het gebied van de milieuhygiëne, De voorwaarden, die worden
opgelegd aan de bedrijven, die zich op het Moerdijkterrein vestigen, gekop
peld aan de technische vooruitgang op dit punt, houden naar de mening van
het college afdoende waarborgen in voor het leefklimaat van onze gemeente in
de toekomst.
De voorzitter deelt vervolgens mede, dat hij het eens is met de heer
van Engelen, dat de raadsleden een uitslag van een gemeentelijke enquête
niet in de krant moeten lezen. Hij zegt toe, dat in het vervolg met name het
informatiebulletin zal worden aangewend om dergelijke informaties aan de
raadsleden te verschaffen.
Het laatste punt waarop de voorzitter ingaat naar aanleiding van het
betoog van de heer van Engelen, betreft het omstreden verkiezingspamflet,
dat in 1970 door lijst 1 is verspreid bij de raadsverkiezingen. De voorzit
ter is van mening, dat aan deze zaak niet zo zwaar getild moet worden als de
heer van Engelen doet. Als hij de inhoud van het pamflet aanhoort, komt de
voorzitter tot de conclusie, dat verkiezingscirculaires van nagenoeg gelijke
strekking in vele gemeenten in ons land worden gehanteerd» Hij kan hierin
een vorm van machtsmisbruik niet constateren en kan dan ook weinig waardering
opbrengen voor de wijze waarop de heer van Engelen een en ander in dit gezel
schap naar voren heeft gebracht.
Op de opmerkingen van Mevrouw Krijnen-Boot antwoordt de voorzitter, dat
zij haar uitlatingen ten aanzien van een betere planning, een betere werkop-
zet,, meer efficiency en een beter personeelsbeleid bij gelegenheid waar zal
moeten maken. Het college is gaarne bereid om hierover bijvoorbeeld in een
raadscommissie te discussiëren.
Ten aanzien van de opmerkingen van Mevrouw Krijnen-Boot over de milieu-
bedreigende industrieën op het industrieterrein Moerdijk, deelt de voorzit
ter mede, dat de voordelen (o.a. werkgelegenheid) en de nadelen (o.a. inbreiik
op het leefklimaat) van de industrievestigingen op Moerdijk zeer streng be
waakt zullen moeten worden.
Voor beantwoording van de opmerkingen van de heer Schipper ten aanzien
van de verhoging van de post "verbruik magazijngoederen"geeft de voorzit
ter het woord aan de secretaris.
De secretaris verwijst de heer Schipper naar het antwoord van het Ooi
lege op de afdelingsbehandeling van de begroting.
Hieruit blijkt duidelijk, dat de verhoging van de post "verbruik maga
zijngoederen" met een bedrag van 50.000,uitsluitend een gevolg is van
een verandering in de administratieve verwerking. Het is ondoenlijk de legio
posten in de begroting aan te wijzen, die tezamen met dit bedrag zijn ver
laagd..
De secretaris geeft de heer Schipper de verzekering dat het hier slechts
gaat om een administratieve verandering, die verder geen enkele invloed heeft
op het voor- of nadelig saldo van de begroting.
Hierna geeft de voorzitter het woord aan wethouder Trompers om antwoord
te geven op de opmerkingen van sprekers voorzover het zijn portefeuille be
treft..
De heer Trompers deelt mede, dat de meningen van de heer Beljaars en het
college ten aanzien van de toepassing van het profijtbeginsel op sportgebied
nagenoeg met elkaar overeenkomen.
Het college streeft er naar om voor het gebruik van de sportaccommoda—