3V018Xn iwtno st ^jtici&nx ©Xdilno ieM .jjelXxfli tiirfoeJioov frsrf tia .bisov =9 Itsvo 4©d tJtcf aexfrrisJBfli obv ileeh leiixsac ©Jbe®vfr al ilee^ 0+ nh töFibxï it ©erf etleorfed t-trf dab «eb9ffl JXeab i®qqldo3 T99ri i 5 it nx .39*98"^ «ViX.3 tec. B-iv nslliw ebno^Iov ferf e mar. fan -teed er naa aewegnml 9W neq 8®*9Bfts^ .W.N.3 tad ^ab bovsterf Bieatle vijola nt-fcs ia® iaat 5S tot nav btW*®®1 @b ai n9noe' tlBonoor &b nx nsfn iifrinabnc Xa ne ile 149 - dat ook het S.K.W. bijeengeraapt meubilair heeft; - dat het S.K.W. reeds lang ijvert voor een nieuw gebouw, niet alleen voor haar werk, maar ook voor het overige verenigingsleven; - meent de heer Beljaars vervolgens genoeg op de hoogte te zijn met het werk van het S.K.W. om een mening te kunnen vormen voor het subsidiebeleid van de gemeente t.a.v. het S.K.W.? Bij deze opmerkingen wil de heer Schipper het in eerste instantie laten. Hierna geeft de voorzitter de heer Beljaars gelegenheid te reageren op het betoog van de heer Schipper. De heer Beljaars deelt mede» dat hij het op prijs had gesteld, indien het werkbestuur van het S.K.W* te Langeweg zich met hun opmerkingen recht streeks tot hem hadden gewend in plaats van tot de heer Schipper. Nu dit niet zo is, wil hij gaarne ingaan op hetgeen door de heer Schip per is gesteld. Wat betreft de veranderingen, die door het S.K.W. aan het gebouw zijn aangebracht, merkt de heer Beljaars op, dat de inrichting van het gebouw naar zijn mening te zeer is toegespitst op de jeugd; De andere ruimte in het gebouw is ook thans nog van zodanig slechte kwa liteit, dat ook deze ruimte niet geschikt is voor vergaderingen. Hij heeft geenszins de bedoeling gehad het S.K.W. de schuld te geven van de situatie, zoals die thans bestaat. Ten aanzien van de huisvesting van de bejaarden deelt de heer Beljaars mede, dat deze verre van ideaal is. Ook de fanfare kan niet meer in de zaal terecht, Los van de vraag in hoeverre het S.K.W. hieraan debet is, stelt de heer Beljaars, dat de huidige toestand op Langeweg zonder meer slecht te noemen is voor wat het verenigingsleven betreft. Hij zal het' ten zeerste op prijfe stellen, indien hierin verbetering zal worden gebracht. Na deze opmerkingen over het werk Van het S.K.W. te Langeweg, gaat de heer Beljaars nader in op het antwoord van Burgemeester en Wethouders op de algemene beschouwingen. Op de eerste plaats deelt de heer Beljaars mede in zijn algemeenheid te vreden te zijn met het antwoord van het college. Uiteraard zijn er nog enkele kanttekeningen te maken. Hij zou het op prijs stellen, indien de commissie voor algemeen financieel beheer steeds wordt ingeschakeld, indien er wijzigin gen in de begroting aan de orde zijn. Van de mededeling van wethouder Kamp, dat het verwachte rapport van het Provinciaal Opbouworgaan niet zal Verschijnen, doch dat in plaats hiervan een voortdurende begeleiding door deskundigen zal plaatshebben, heeft spreker met instemming kennis genomen. Ten aanzien van de opmerkingen van wethouder Trompers over het toepassen van het profijtbeginsel op het gebied van de sport, vraagt spreker zich af., of de bijdrage van de jeugd voor de sportbeoefening in de vorm van het beta len van contributies niet beduidend hoger moet liggen dan thans het geval is. Vervolgens gaat de heer Beljaars in op de algemene beschouwingen van de heer van Engelen, gehouden tijdens de raadsvergadering van vorige Week- Spreker is het niet eens met de opmerkingen van de heer Van Engelen ten aanzien van de afwijzing door de raad van het destijds ingediende voorstel van de Onafhankelijke Partij, met betrekking tot de invoering van de baatbe lasting voor de gedempte haven,

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1971 | | pagina 145