-■
riri"^ tooL :nuXlMr- >'i Yfr:now n .,J liw ••a&x^Iq. osxio nx Join oxb
f.i:
;-L i .-<<0.'V. V ■VtilJïf-"' jb b'tföö oh a.. '■•■■■.."f
- iyjii .-to r .u,.L: if- foü-k. - a.--h. 'ft!' ^O' r
j':ji'cpL-tji' iev >uijfcriGisïoii a-jo .'0'? i i,xd qciloacrot Jw "i. •-.-•■ioxl
a ryr hrtnV rob BtiBBeibmoO ob XoO t&Ï8e&aafó& siioztzioI&a&lZ ©Xai»njtvoü?ï aoof>
.b±ij;.;os ebeoT bant s'Sob re. s&9fcövo nou xtl qoxeeb #*loed
-f
J
ioup/jf fi'Uit it:":
- ri TQ0i: v.-; i;r?f v,i -vi: ijfev >fff-nr.'"xov 1 ïfci*
•-■•locfo riof-i rtsb r.i v. yb ocrp. ofrteyi.am non^>t> .'.of ot> ttoov iiiat&sStrsv
-
.lEWi-ff h i-cojw.' n. t cm 1b -.:k>'flöSflftV qi1'.'
:-
.inn.V/o oei, - -.ou ui,ow:io: oxnou; ax aLVfotnO
r
.•Ui'ï'.V
!.:djj_qo .too -foev osjx
oSQlioo Jod itöV in
ticf f i.lode^iiclo
io;l lyiii Lxw.^c.
,- J c O
e;.s i.' tuiiSfisdioOiios lojins idc*> o p.b i^ftxtsof'J.jjVa^
loorfbfe oblshqed xise :--;eiu/o i - reoctm ./tSfcs&lew
?~kl>
no:
- "'id -
iccf 9b©og noo ;bx eiealq nbd^' aóJVnabnft'Xasrtóiiêéifftfo aebnostid iari nl noovrtfecw
baeioB'n9&töW rihrf xificieed Blfneswanani noe -xóov
134
Het democratisch stelsel zoals dat in ons land functioneert wordt thana
stelselmatig uitgehold en niet alleen door extremen van linker- of rechterzijde:
van een redelijke gedachtenwisseling in het parlement is geen sprake meer en naar
elkaar luisteren en gezonde ideeën van tegenstanders ondersteunen is er helemaal
niet meer bij.
Wij moeten ervoor waken, dat deze situatie in die organen van ons democratisch
bestel die het dichtst bij de burgers staan niet eveneens ontstaat.
Ik kom op deze gedachte nu U voor dit jaar zonder enig probleem de bedragen
per leerling bepaalt op een niveau, dat Mevrouw Krijnen-Boot en onze fractie vorig
jaar hadden willen zien. (ik beschouw dan de stijging als een inflatiecorrectie).
Collega Schipper wees hier reeds op.
In dit verband denk ik ook aan het concours-hippiqueonze gedachten daarover,
geuit tijdens de behandeling van de begrotingen 1971» zijn thans door anderen over
genomen.
Met betrekking tot de opmerkingen van collega Beljaars die over een M.T.S.
spreekt en collega Schipper, die aandringt op voortgezet onderwijs wil^het mij
voorkomen, dat zeker dit soort zaken in regionaal verband zullen moeten°5ezien en
opgelost. We moeten ons geen lasten op de nek halen, die we niet kunnen dragen.
Reeds eerder hebben wij van onze reserves blijk gegeven m.b.t. de rol van de
Stichting Woningbouw Zevenbergen.
Als we spreken van openheid in het bestuur en een verantwoord toewijzingsbeleid
dan zijn we op de verkeerde weg, als we op dit moment in de huidige structuur
zouden besluiten tot overdracht van het woningbezit aan de Stichting.
Immers het toewijzingsbeleid, berustend bij Burgemeester en Wethouders, kan zich
niet aan een repressieve controle onttrekken. Bij een overdracht is dat wel het
geval.
Is overigens geen sprake van een zuiver administratief grapje?
Immers: de werkzaamheden worden door de gemeente verricht. Het is dan trouwens wel
een gevaarlijk grapje, waardoor een cumulatie van macht optreedt, die wij bepaald
ongezond willen noemen. Ik doel daarbij op stencils in een verkiezingscampagne in
de geest van "Wethouder Trompers heeft zich bijzonder ingezet voor Uw geval. Daaraan
dankt U Uw woning. Doe eens wat terug en stem op hem". Over demagogie gesproken.
Mijnheer de voorzitter, ik kan U de verzekering geven, dat wij alleen bereid zijn
de administratieve manoeuvre van een overheveling naar de Stichting Woningbouw
te steunen, wanneer garanties ingebouwd worden, dat dit sport zaken achterwege
blijven. Met andere woorden wij eisen, dat het woningtoewijzingsbeleid voor wat
betreft de woningwetwoningen onder de volledige democratische controle van de raad
valt, d.w.z. minstens door Burgemeester en Wethouders wordt gedragen. Onze voor
keur gaat bovendien uit naar de instelling van een adviescommissie terzake voor
het college. Deze commissie kan dan tevens een functie vervullen in het kader van
een dwingend doorstroraingsbeleid.
Bepaald teleurstellend en al te vrijblijvend achten wij de passages over de
welzijnsvoorzieningen.
In het kader van het mensbeeld, dat ik in het begin van mijn betoog schilderde,
moet hier sprake zijn van een geïntegreerde visie.
Muziekschool, creatieve vorming voor volwassenen, sociaal-kultureel werk, sport,
dat alles heeft te maken met een optimaal functionerende mens in een gezonde samen
leving. Daar mogen geen ontwikkelingen worden afgewacht.
Daar moeten zeker voor een gemeente die de volle last te dragen zal krijgen van het
vluchteffect ten gevolge van het Rijnmondsyndroom, ontwikkelingen in gang worden
gezet. Het wil mij voorkomen, dat het spaarzaam aanwezige kader om die ontwikkeling
aan te trekken, al te zeer versnipperd werkt in onze gemeente.