J
-51-
9. Voorstel tot het verlenen van medewerking
aan de Stichting Openbare Leeszaal en
Bibliotheek met betrekking tot de lektuur-
voorziening.
Met betrekking tot de inhoud van het voorstel meent de voorzitter nog
te mogen verwijzen naar eerdere diskussie in de Raad. Het voorstel gaat
daarvan uit. De begroting, waarin deze post voorkomt, is intussen door Ge
deputeerde Staten goedgekeurd.
De bedoeling is te starten met een semi-permanent gebouw. Voor de defini
tieve bouw zouden de ontwikkelingen, ook op dit terrein, kunnen worden aan
gezien. Het college heeft gemeend op de voorgestelde wijze toch te kunnen
profiteren van de rijksregeling met betrekking tot toekenning subsidies enz,.
Zoals uit de stukken blijkt, zal getracht worden een z.g. burgerzinlening
aan te gaan.
Het lid Biemans informeert hoe de Stichting denkt over het gebruik van
de bibliotheek voor de kerkdorpen.
De voorzitter antwoordt, dat Zevenbergen zou kunnen worden aangemerkt
als vestiging van de dependance. Zevenbergschen Hoek zou van daaruit be
trokken kunnen worden in een uitleenbibliotheek. Bij belangstelling zou de
uitleenbibliotheek verder kunnen worden uitgebreid.
Het lid Biemanst "en voor Langeweg?"
De voorzitter wijst op de personeelslasten. Vooralsnog mogen zijns in
ziens de lasten niet te veel worden verhoogd.
Spreker meentdat Langeweg zijns inziens het best kan aanhaken aan Zeven
bergen, althans voorlopig. Te zijner tijd zou dan kunnen worden bezien of
Langeweg betrokken kan worden bij de uitleenbibliotheek.'
Het lid Beljaars wijst op de inhoud van het commissieverslag. Het ligt
zijns inziens niet zo gemakkelijk.
Spreker informeert naar het antwoord van burgemeester en wethouders.
Wethouder Ooyen deelt mede, dat het verslag in B W werd behandeld.
Het college wil graag het projekt conform gedaan voorstel verwezenlijkt
zien. Burgemeester en wethouders achten dit alleszins gewenst en ook verant
woord.
Spreker wijst op bibliotheken in andere gemeenten. Een serie gemeenten is
veel kleiner dan Zevenbergen.
De voorzitter zegt, dat in de commissie de vraag was gerezen waarom
dit nu en zo vlug moet worden gerealiseerd. Ook werd suggestie gedaan deze
materie aan nieuwe Raad over te laten.
Zijns inziens moet men elegant zijn. Waarom uit te stellen o.a. t.b.v.
nieuwe Raad, waar de vergadering in de huidige samenstelling ook het eerder
besluit heeft genomen (vaststelling begroting 1970, welke inmiddels door
Gedeputeerde Staten werd goedgekeurd)
Ook werd in de commissievergadering gesproken over de sociaal-zwakkeren.
Spreker meentdat ook deze groep hierin zondermeer kan en moet worden be
trokken. Hij wijst op eerdere rapporten op dit gebied. Ook de scholen
dringen op behandeling aan en wijzen op de belangrijkheid hiervan (naslag
werk)
Zijns inziens zijn er voldoende argumenten om op de voorgestelde wijze door
te werken.
Het lid Beljaars dankt voor antwoord van de voorzitter. Dit zegt hem
wel meer dan dat van wethouder Ooyen. De commissievergadering werd wat laat
gehouden. Misschien hebben meerdere leden het desbetreffend verslag nog
niet gezien.