I 14 Wederinvoering van het verplaataingskostenbesluit is herhaaldelijk in discussie geweest. Volgens Burgemeester en Wethouders is dit een rijkstaak, waar het hier een personeelsaangelegenheid betreft, die door het rijk behoort te worden geregeld. Alle gemeenten zouden verzet moeten aantekenen ter beïnvloeding van het inzicht van de Minister. Overigens is in het bedrag van f 115,— een deel opgenomen om bedoelde kosten op te vangen. Het lid Krijnen acht de voorgestelde verhogingen van een aantal belastingen en heffingen niet aanvaardbaar. Hij vraagt aandacht voor de autonomie der gemeente en stelt voor de verhoging van de zwembadtarieven in fasen door te voeren en de verhoging van de belastingen uit te stellen tot 1971. Als dekkingsmaatregel voor 1970 stelt hij voor de subsidie ten behoeve van de bibliotheek/leeszaal te hal veren. Overigens meent spreker meer aandacht te moeten vragen voor de subsidies, die geheel of gedeeltelijk op prestatiefactoren zijn afgestemd. Tenslotte is hij van oordeel, dat er geen juiste verhouding ligt tussen de subsidies, geraamd voor de Groene Ster en b.v. de tennisclub. De subsidies moeten op de helling. Wethouder Trompers vraagt, wat de heer Krijnen met "op de helling" precies bedoeld. Zijn de subsidies te hoog of te laag? Het lid Krijnen antwoordt, dat zijns inziens meerdere subsidies omhoog moeten en dat naar meer objectiviteit moet worden gestreefd. Wethouder Trompers wijst op de verhoogde ramingen in de begroting 1970. De raming van de culturele subsidies, gedeeltelijk gebaseerd op prestatiefactoren, is geschied volgens nonnen van de landelijke organisatie. Dit is toch een reële basis. Wordt aan deze prestatienormen niet voldaan, dan vervalt de subsidie of wordt zij lager. Deze aangelegenheid wordt telkenjare bezien in samenspraak met de culturele raad. De voorzitter kan de suggestie om de subsidie voor leeszaal/bibliotheek te halveren niet onderschrijven. Als een besluit van deze strekking zou worden ge nomen, dan komt er geen voorziening op dit gebied. Aan half werk is geen behoefte. Spreker acht een openbare leeszaal met bibliotheek van grote betekenis voor Zeven bergen, vooral voor de jeugd en ook voor de nieuwe inwoners. Ook de hoofden der scholen ondersteunen het verzoek unaniem» Met klem raadt hij aan de raming te hand haven» Indien deze voorziening niet tot stand komt, vreest hij aanvragen ex artikel 72 van de Lager-onderwijswet van verschillende scholen in de gemeente, waarvan de medewerking even duur, zo niet duurder uitkomt. De voorgestelde maatregelen met betrekking tot de verschillende heffingen en belastingen acht hij evenmin reëel. Alle kosten gaan omhoog, de lonen stijgen, het ligt in de rede, dat ook de plaatselijke belastingen worden opgetrokken. Natuurlijk, ook het rijk springt bij door haar uitkeringen te verhogen, maar de gemeente heeft ook een eigen verantwoordelijkheid. De gemeente is nog op velerlei gebied autonoom. Laat zij dit niet verliezen door eigen verantwoordelijkheid op anderen af te schuiven. Het lid Kruis meent, dat verder moet worden gekeken dan de "boekwerken 1970", die thans voor ons liggen. Burgemeester en Wethouders wijzen in hun beleidsnota reeds op de verdere toekomst. Hij verheugt zich daarover. Verschillende werken staan op stapel in belang van gemeente en streek. Toch gaat hem dit alles niet ver genoeg. Spreker denkt aan de problemen van de woningbouw, aan de recreatie, de culturele sector en de ontspanning. Wat wordt aan al deze problemen in streekver- band gedaan? Het rijk doet veel, de provincie is behulpzaam, maar wat doen de ge meenten tesamen in de regio? Moeten wij de hand ook niet in eigen boezem steken? Moeten wij vele vraagstukken niet veel meer intergemeentelijk bezien? Spreker heeft de indiuk, dat aan deze intergemeentelijke samenweiking nog erg veel hapert.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1970 | | pagina 14