-ijr; d-■•;■-h. jl u tem §/iiI»2ii;r;o^>irIö*g j! ffllxam flse al irfoBfceD .7 i 9ri lol tiled lap 1 rf' a ■- biaied nem 1b6 .e^ellöo lerf obv si'ï'XobofcS& i8lïnv\ntaallBod egiuEbenh na9 lieilfc V 9|>^sf>^« ao:l ab'llü ^ïibed loxi'mo •- tow loom tua a aellö qp 301!* •i ?i?h f r''; -71- Het lid Kruis weerlegt de argumenten van de heer Wigleven, die zouden hebben geleid tot de keuze voor het zuidelijke gedeelte. Deze argumenten doen spreker niets. Wel zou hij zwaarder willen tillen aan de hinder, die het bedrijf mogelijk zal gaan veroorzaken. Dit kan andere bedrijven afschrik ken. Zijns inziens moeten dergelijke bedrijven zover mogelijk van de kom worden verwijderd. Overigens meent spreker, dat de voorzieningen aan de noordzijde na harde, exacte planning voor één bepaalde tijd mogelijk moeten zijn. Hij spreekt tot slot de voorkeur uit voor het noordelijke gedeelte. De voorzitter antwoordt, dat dit niet meer aan de orde is. Wigleven eist zondermeer de zuidkant. Dit staat in de brief van 8 september 1969. Het lid Kop informeert of deze brief al binnen was op het tijdstip, dat de commissievergadering werd gehouden. In de brieven, die bij de stukken ter inzage lagen, heeft hij een zo concreet standpunt niet kunnen ontdekken. Spreker zegt verder zich te soharen achter het standpunt van het lid Kruis. Dergelijke bedrijven behoren niet tot de schoonste en houden vestiging van andere bedrijven misschien tegen. Overigens is hij van mening, dat het college de grenzen van souplesse in acht moet nemen. Zijns inziens trekt Wigleven te veel profijt van deze sou plesse. Hem moet een halt toegeroepen worden. De voorzitter antwoordt, dat vuile bedrijven zijns inziens b.v. che mische bedrijven zijn. Tot deze categorie mag het onderhavige bedrijf zeker niet gerekend worden. Spreker wijst er nadrukkelijk op, dat niet uit het oog verloren mag worden, dat Wigleven zijn bestaand bedrijf hoger in produktie wil brengen en zal afwachten tot de gemeente terugkomt op de aankoop. Met de totale overbrenging is een bedrag gemoeid van 1.600.000,Te begrijpen is, dat men dan aan merkelijk meer zal moeten betalen. Het lid Blom geeft te kennen zoveel leed en last van de vetfabriek te hebben gehad, dat het voorstel tot overplaatsing zijn instemming niet kan krijgen. Het lid Beljaars vraagt een nadere toelichting over de schatting, welke van de Stichting uit Rotterdam aanmerkelijk lager is dan die van de gemeente. Hoe is dit verklaarbaar? De voorzitter antwoordt, dat door de N.V. 600.000,aanvaardbaar werd geacht. De eigenlijke taxatie van de direkteur was lager. Aangezien bij aan koop op de voorgestelde basis geen bedrijfsschade e.d. behoefde te worden betaald, werd 600.000,alleszins redelijk geacht. Het lid Beljaars vraagt zich af of de noordkant van het industrieterrein in verband met de drassigheid wel ooit uitgegeven kan worden. Laat men Wig leven nu zitten, omdat over vestiging op de zuidzijde geen overeenstemming kan worden bereiktdan zal later een aanmerkelijk hoger bedrag geboden moe ten worden. Spreker zegt er niet in het minst behoefte aan te hebben genoemde N.V. te bevoordelen, doch bij de uitvoering van het saneringsplan is de aankoop van dit bedrijf zondermeer nodig. Een en ander geeft voor hem de doorslag om in te stemmen met het voorstel van burgemeester en wethouders. De voorzitter onderschrijft de gedachtengang van het lid Beljaars. Het bedrijf moet uit de kom worden verwijderd. Het lid Siereveld meent, dat het in zekere zin weinig verschilt of ver-/ plaatsing naar de noord- dan wel de zuidzijde van het industrieterrein/^ial^^ geschieden.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1969 | | pagina 72