t r I 64 Hij ziet niet veel heil in het nu reeds maken van kleine opmerkingen. Het lid Kruis meent, dat een gemeentegrens geen doel, maar een middel is om een bepaalde afscheiding voor een bestuurlijke eenheid aan te geven. Het lid Siereveld is er van overtuigd, dat men altijd zal blijven zitten met een stukje hier of daar, dat minder bevredigend is. Spreker meent, dat Zevenbergen in totaliteit blij moet zijn, dat de herindeling op deze wijze is voorgesteld. Zonder hoofdelijke stemming wordt ingestemd met de gedachte herindeling en wordt besloten Gedeputeerde Staten te berichten conform de concept-brief. 13. Voorstellen uit het midden van de Raad. Ter vergadering zijn uitgenodigd de heer M.Krens en M.Walraven, direkteur van de Gemeenschappelijke Provinciale Bibliotheekcentrale voor Noord—Brabant te Til burg respectievelijk penningmeester van de Stichting Openbare Leeszaal en Biblio theek te Zevenbergen. Nadat beide heren de wenselijkheid/noodzaak hebben betoogd om in Zevenbergen te komen tot een openbare leeszaal en/of bibliotheek, wordt de raadsleden gelegen heid gegeven vragen te stellen. Het lid Siereveld zegt, dat het hom verbaasd heeft, van beide heren ver nomen te hebben, dat studerende kinderen nog tijd kunnen vinden bepaalde tijd in leeszalen door te brengen. Spreker zegt andere ervaringen te hebbea. De heer Walraven antwoordt, dat de Mammoetwet van een geheel ander standpunt uitgaat dan voorgaande wet. De kinderen worden niet alleen meer klaar gestoomd voor een examen, maar krijgen ook bepaalde opdrachten om scripties te maken. Hierbij is een bibliotheek onont beerlijk. De heer Krens vult aan, dat de studerende jeugd weinig tijd heeft om ont spannende lectuur te lezen. De praktijk wijst z.i. uit, dat studieboeken wel degelijk worden nageslagen. Het lid Kruis is van mening, dat een openbare leeszaal de jeugd de nodige ontspanning zal geven. Spreker is het met de heer Walraven eens, dat bepaalde studies bezwaarlijk voltooid kunnen worden zonder te kunnen beschikken over een openbare uitleenbibliotheek. Het lid Beljaars is zonder meer voor een uitleonbibliotheek. De gemeente heeft echter meerdere taken. De urgentie stelt de gemeente niet altijd in staat alle gewenste zaken aan te snijden. Het lid Biemans vraagt aan de heer Krens hoe normaliter de verhouding studie— lectuur-ontspanningslectuur moet zijn en hoe een en ander geregeld wordt in de kerkdorpen. De heer Krens zegt, dat het beleid daaromtrent is toevertrouwd aan het Departement van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Iedere bibliotheek begint normaliter met een basis van 3000 banden, te verdelen als volgt: 1000 jeugdboeken, 1000 romans volwassenen, 1000 studieboeken. Beleidstechnisch is het bestuur competent te beslissen over aan te kopen boeken. In de praktijk zal de bibliothecaris terzake kundig adviseren. M.b.t. de kerkdorpen zegt de heer Krens, dat het onverantwoord is in ieder kerk dorp een vast gebouw met vaste kracht weg te zetten. In deze dorpen wordt norma liter volstaan met een uitleenpost met meestal vrijwillige ia,ac^-t;en> Het lid Krijnen vraagt zich na deze uiteenzetting af waarom de plaatselijke bibliotheek indertijd is geliquideerd.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1969 | | pagina 64