-55-
16. Voorstel tot het garanderen van een geld
lening t.b.v. do houw van 16 woningen door
de Stichting Woningbouw Zevenbergen.
Dit voorstel wordt in combinatie net agendapunt 19 behandeld.
Zonder hoofdelijke stemming wordt net beide voorstellen van Burgemeester en
Wethouders ingestemd.
17. Voorstel tot het in principe garanderen
van een geldlening t.b.v. de verbouwing
c.a. van het bejaardencentrum "de Westhoek".
Het lid Beljaars zegt gehoord te hebben, dat het nog al eens voorkont, dat
bedden leeg zouden staan in dergelijke centra. Spreker vraagt zich af of er geen
andere manier gevonden kan worden om bejaarden in de zorg te nomen.
De voorzitter antwoordt, dat in dit centrum zéker geen plaatsen open zijn.
Het is een van de weinig prot. christelijke bejaardentehuizen in de Westhoek.
Spreker meent, dat dit overigens niet aan de orde is.
Het betreft hier de garantie van een geldlening.
Zonder hoofdelijke stemming wordt ingestemd met het voorstel van Burge
meester en Wethouders.
18. Voorstel tot vaststelling van de huur van
de tennisbanen met accomodatie voor 1969
en 1970.
De voorzitter zegt, dat de öommissieS Bedrijven en Financiën opmerkingen
hebben gemaakt.
Wethouder Trompers licht de zaak nader toe. Destijds is gesteld, zo begint de
wethouder, dat het college verkeerd beleid zou voeren t.a.v. de huurbedragen.
Als uitgangsplint is toen genomen, dat de maximale huur er i.v.m. gemaakte inves
teringen zou moeten uitkomen. Dit heeft geleid tot het onderhavige voorstel.
Aangezien de accomodatie eerst in 1969 gereed is gekomen, is in het voorstel
voor 1969 geen verhoging toegepast, doch gehandhaafd op f 3.000,—. Mede in ver
band met de plaatsgehad hebbende contributieverhoging komt er over 1969 f 1.000,
vrij. Geadviseerd is de contributie geleidelijk op te trekken om de door de
gemeente gedachte huur eruit te halen. De contributie moet z.i. wel zodanig
blijven, dat het ook voor de minder draagkrachtigen aanvaardbaar is. Daarom is
gedacht aan f 3.000,— voor 1969 en f 5.000,— voor 1970, terwijl de zaak eind
1970 opnieuw zal worden bezien.
Het lid Beljaars ziet het nieuwe paviljoen min of meer als een status
symbool, waaraan de tennisclub geen behoefte heeft en ook veel te duur is.
Had de tennisclub zich van tevoren deze hoge lasten gerealiseerd, dan was waar
schijnlijk ook door de Raad t.a.v. de voorgestelde accomodatie mogelijk een
ander besluit genomen.
Wethouder Trompers antwoordt, dat het paviljoen niet als statussymbool tot
stand is gekomen. Een en ander is van tevoren terdege bekeken aan de hand van
eventuele kosten van een houten gebouw ai van de eisen van de Bond. Spreker
geeft toe, dat de tennisclub vrij zwaar zit. De zaak is echter ook bekeken in
het licht van een verdere uitgroei van de club.
Het lid Schipper stelt, dat indertijd nooit is gesteld, dat de huur ver
hoogd zou moeten worden. Toen de huur voorlopig was vastgesteld en hierop
bericht kwam van de tennisclub, dat een dergelijke huur niet is op te brengen,
toen is gesteld, dat dan het beleid van het college niet juist is geweest.