-19-
Bijstand is een zaak van burgemeester en wethouders. Deze bijstand kan nim
mer worden opgedrongen. Dit geschiedt met goedkeuring van burgemeester en
wethouders. Uit de bescheiden is dit duidelijk gebleken.
Overigens blijkt uit het betoog van wethouder Trompers, dat deze, wat deze
materie betreft, goed is geïnformeerd.
Spreker heeft voorts enig bezwaar tegen een principe-besluit van burge
meester en wethouders als door wethouder Trompers bedoeld.
Wethouder Trompers antwoordt het woord principe-besluit desnoods te
willen weglaten, echter moet er iets zijn vanuit B. W.waarover in de
commissie kan worden gesproken, ten behoeve van advies en bijstand aan bur
gemeester en wethouders.
De voorzitter licht standpunt nog nader toe. Ter voorkoming van con
flicten (te moeten terugkrabbelen in B. W.wel gewenst dat de zaak eerst
in B. W. wordt bezien. Een ander standpunt is ook te verdedigen, gezien
de woorden "advies en bijstand aan burgemeester en wethouders".
Wethouder Trompers merkt nog op, dat de zaak zijns inziens eerst het
college moet passeren, alvorens de commissie er aan te pas komt. Ma uitge
bracht advies enz. wederom terug naar burgemeester en wethouders voor
afronding van het desbetreffend voorstel.
De voorzitter wijst nog op het verschil tussen de huidige en een even
tuele nieuwe commissie (advies en bijstand). Het inwinnen van advies is een
bevoegdheid ter beoordeling aan burgemeester en wethouders.
Stel voor, dat besloten zou worden geen advies meer in te winnen. In het
kader der huidige verordening (commissie van voorbereiding) ligt dit geheel
anders.
Er zijn dus consequenties verbonden aan overschakeling.
Het lid Beljaars zegt, dat zijn grootste grief steeds is geweest, dat
te weinig inbreng door middel van de commissies plaats vond; niet, dat een
lid van B- W. daarvan geen voorzitter was.
Het gaat bij hem over het verkrijgen van voorlichting over beleidszaken. Was
men bang voor pottekijkers? Zo althans heeft hij het in het verleden wel
eens gesteld. Wat is thans de beste methode? Het uitgangspunt moet zijn het
algemeen beleid. Hoe deze voorlichting te verkrijgen? Heeft overigens alle
lof voor de ambtenaren, doch ziet een tekort aan verantwoording van de zijde
van burgemeester en wethouders.
Er zal zeker verschil in doelstelling der diverse commissies bestaan, doch
als er niet meer ingebracht wordt dan nu het geval is, wordt het ook met
nieuwe commissies niets.
Spreker is voorstander alle aspecten van een bepaalde zaak in één commissie
te behandelen. Ook dient tevoren -voor welke commissie men ook kiest- de
zaak door burgemeester en wethouders te zijn bezien, aan de hand van rappor
ten enz. van de ambtenaren. Desnoods zullen/kunnen burgemeester en wethou
ders na het advies der commissie overstag gaan respectievelijk aan bezwaren
egemoet kunnen komen. Een voorlopig standpunt moet zijns inziens wel bekend
zijn.
Op deze wijze heeft de discussie misschien meer zin, waar tevoren goede
voorlichting kan zijn verkregen.
Het lid Kruis merkt nog op, dat toch wel bekend kan zijn, dat ook hij
steeds voorstander is geweest voor het verkrijgen van inlichtingen met be
trekking tot het beleid.
In dit verband wijst de voorzitter nog op de vele informatieve verga
deringen, welke in de loop der jaren werden gehouden. In pleno werd de Raad
steeds geïnformeerd.