-18- Tot uitdrukking werd daarin gebracht, dat ook andere mogelijkheden aanwezig zijn. Wel is de bedoeling niet meer dan 3 commissies te formeren. Ook met betrekking tot de werkwijze der commissies is variatie mogelijk. Zie hiervoor ook het raadsvoorstel dd. 21 februari 1969. Bij een commissie van voorbereiding zou de werkwijze kunnen blijven als mo menteel gebruikelijk is. Bij een commissie van advies en bijstand zou het advies kunnen worden ge vraagd, voordat het college een bepaald standpunt heeft ingenomen. Het college doet daarna een voorstel, al dan niet met inachtneming van het advies der commissie, waarna de Raad uiteindelijk moet beslissen. Een andere zijns inziens meer effectieve methode wordt verkregen, in dien het advies enz. wordt gevraagd, nadat door de ambtenaren op de gebrui kelijke wijze aan burgemeester en wethouders is gerapporteerd (advies uitgebracht) en door burgemeester en wethouders een voorlopig beleidsstand punt is ingenomen. Persoonlijk voelt spreker er voor, dat het stuk van burgemeester en wethouders in de commissie wordt behandeld. Het lid van B. W. is dan zijns inziens beter geïnformeerd met betrekking tot het voorlopig standpunt van burgemeester en wethouders, zodat controversen in B. W. zo veel moge lijk worden voorkomen. Het drijven van een wig is zijns inziens ongewenst. Spreker stelt voor de discussie te openen waarbij hij er van uitgaat, dat de Raad meent te kunnen volstaan met wijziging van de huidige veror dening (commissies van voorbereiding) met wijziging in die zin, dat een lid van B. W. daarvan voorzitter zal zijn. Wethouder Trompers zegt, dat de voorzitter vrij uitvoerig op deze ma terie is ingegaan. Be mening van de Raad is zijns inziens nog niet voldoen de duidelijk uit de verf gekomen. Zijns inziens bestaan er drie mogelijkheden t.w. 1. oude toestand met betrekking tot commissie van voorbereiding handhaven; 2. commissie van voorbereiding aan te rullen met een lid van B. W. (de inbreng van bedoeld lid zal ook dan zijns inziens neutraal moeten zijn); 3. commissie van bijstand naar laatste redactie in de gemeentewet. Spreker zegt voor laatst bedoelde het meest te voelen. Ook zijn collega wethouder is deze gedachte toegedaan. Ook bij een andere commissie zal hij zich neerleggen, indien de Raad daar toe besluit. Zijn persoonlijke mening is dat met betrekking tot een commis sie van bijstand, het beter is, dat het college zich eerst in principe uitspreekt aan de hand van het rapport/advies der administratie. Daarna om advies naar de commissie waarna burgemeester en wethouders hun standpunt zullen afronden. In casu geen bevoegdheden maar wel medezeggingschap in een vroeg stadium. Uiteraard beslist daarna de Raad, doch een deel der vergadering is dan eer der bij de formulering der gedachten betrokken. Op deze wijze kan zijns inziens doeltreffend worden gewerkt. Het lid Kruis zegt deze drie mogelijkheden eveneens te zien. Indien de vergadering besluit tot een commissie van advies en bijstand, dan dient zijns inziens de desbetreffende materie eerst het college te passeren aan de hand van rapporten/adviezen van de administratie. Na een principe beslis sing van burgemeester en wethouders naar de commissie van advies. Persoonlijk voelt spreker het meest voor de huidige commissies, aangevuld als eerder besproken. De voorzitter meent, dat de Raad zich de kaas niet van het brood moet laten nemen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1969 | | pagina 18