-83-
Met betrekking tot de aankoop van pandjes e.d. door burgemeester en wethou
ders zegt voorzitter nog toe, dat de Raad zal worden ingeschakeld met be
trekking tot de verkrijging van winkels en bedrijven. De z.g. zelf-sanering
zal zoveel mogelijk worden bevorderd»
Het lid Kruis deelt nog mede, dat de bemerkingen in de commissiever
gadering met betrekking tot de tennisvelden niet de cijfers betreffen, doch
de vraag of de Raad/burgemeester en wethouders dit zelf niet kunnen rege
len. Met de situatie elders hebben wij niets te maken. De toestand kan
overigens elders geheel anders liggen. Dit is zijns inziens de achtergrond.
Met de toegezegde beperking met betrekking tot de aankoop van winkels en
bedrijfspanden kan spreker instemmen. Een slagvaardig beleid met betrekking
tot aankoop van oude woninkjes is zeker gewenst.
Het lid Krijnen zegt, dat in principe in de aankoop geen wijziging
wordt gebracht. Spreker vraagt zich af, of met toezeggingen in deze, genoe
gen kan worden genomen.
De voorzitter meent deze vraag zeker bevestigend te kunnen beantwoor
den. Zijns inziens is geen reden voor twijfel of wantrouwen.
Het lid Beljaars geeft in overweging te trachten nodeloze bemerkingen
van de zijde van Gedeputeerde Staten te voorkomen. Spreker vindt het
vreemd, dat na bemerking van Gedeputeerde Staten een verlaging kan worden
toegepast.
Met betrekking tot de aankoop van een pandje in de Langenoordstraat
Oost wijst het lid Kop nog op de z.g. gewenste zelf-sanering. Ligt dit
pandje in de z.g. eerste fase?
De voorzitter wijst er nog op, dat in de fasering wellicht kan worden
geswitcht. Zijns inziens dient zoveel mogelijk te worden aangekocht. Echter
zal een voorzichtig beleid worden gevoerd o.a. in verband met mogelijke
zelf-sanering»
Het lid Kop dringt er op aan, de kern van de kom niet onbewoonbaar te
maken. Het particulier initiatief mag niet worden gedood.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
10. Voorstel tot vaststelling van de be-
drijfsbegrotingen en de gemeentebegroting
voor het dienstjaar 1968 en van een daar
op betrekking hebbende wijziging.
De voorzitter verwijst nog naar het uitvoerig antwoord van het college
op de opmerkingen der commissie welke dit jaar op verzoek van de raad met 2
personen werd uitgebreid. Enig gevaar is zijns inziens aanwezig bij het
formeren van een grote commissie.
Inclusief de beide wethouders wordt een aantal van 8 personen verkregen,
die qua aantal, de begroting "zou kunnen doordrukken"
Algemene beschouwingen.
Het lid Beljaars wijst er op, dat "doordrukken" als door voorzitter
bedoeld, inderdaad mogelijk zou zijn. Dit is echter geenszins de bedoeling
geweest. De begroting werd door de commissie critisch bezien. Met betrek
king tot de intentie verwijst spreker naar het slot van het opgemaakt ver
slag, Het beraad is zijns inziens vruchtdragend geweest. Als zijn persoon
lijke mening meent spreker te moeten zeggen, dat de begrotingen teleurstel
lend zijn. Hij mist een bepaalde beleidslijn.