55
Het lid Siereveld meent dat ombouw tot kleuterschool zeker niet kan slagen.
De voorzitter zegt dat het allemaal wel beter en mooier zal kunnen, doch hier
is dan ook slechts sprake van een noodoplossing, waardoor andere en grotere
moeilijkheden kunnen worden ondervangen,
Het lid Siereveld: Een nieuw en daardoor stellig wat meer aan het doel aange
past noodgebouw is wellicht niet duurder.
De voorzitter ontkent dit niet doch er is thans een gebouw; bovendien moeten
we over het dode punt heen komen.
Het lid Krijnen vraagt of het onderhavige gebouw aan de eisen voldoet.
De voorzitter antwoord ontkennend; het is primitief, doch voldoet aan rede
lijke verwachtingen, waarom de inspectrice van het kleuteronderwijs bereid
zal zijn haar fiat te geven.
Het lid Kop zegt uit de besprekingen te kunnen afleiden dat de kosten van het
bruikbaar maken en verplaatsen van het oude gebouw even hoog zullen zijn als
een nieuw gebouw; indien dit zo is kunnen beide partijen geholpen worden.
De voorzitter antwoordt dat we nu eenmaal een gebouw in ons bezit hebben dat
voor andere onderwijsdoeleinden kan worden benut; indien dit niet geschiedt
kan het geheel worden afgeschreven. Burgemeester en wethouders willen een
kostenberekening afwachten; liggen de cijfers gelijk met de kosten van een
nieuw gebouw, dan heeft verbouwing en verplaatsing weinig zin. Ergens is oen
grenso
Wethouder Trompers is het er mede eens dat door het lid Siereveld dikwijls
vragen zijn gesteld over dit onderwerp. In eerste instantie zijn burgemeester
en wethouders uitgegaan van de gedachte dat het gehele complex nodig zou zi^n
om voor een aanvaardbare oplossing voor het kleuteronderwijs een haalbare
kaart te verkrijgen. Gelet op de voorlopige cijfers bestaat thans de gedachte
om alleen het grote gebouw als zodanig te benutten. Hieraan is geruime tijd
gedokterd en het lijkt gewenst op korte tijd een beslissing te nemen wat wel
en wat niet behoort te gebeuren.
De voorzitter zegt dat het gebouw van de N.K.I. het best van constructie en
samenstelling was. De suggestie om het kantinegebouw te laten staan en de
rest te gebruiken voor onderwijsdoeleinden doet de vraag rijzen of dit nie
kostenverhogend zal werken. Er is in ieder geval nog iets voorhanden dat
moeilijkerwijze opgelapt kan worden en dan hebben burgemeester en wethouders
dér plicht om dit serieus te bekijken. Er bestaat begrip voor de moeilijkheden
en daarom zal getracht worden een redelijke oplossing te vinden. Kan dit ge
schieden door het grote gebouw voor het onderwijs te benutten dan zou het
kleine gebouw ter beschikking van Seolto kunnen komen.
Het lid van der Made informeert welke prijs is gevraagd en geboden toen Peek
en Cloppenburg nog tot verkoop bereid was.
De voorzitter kan dit niet zo aanstonds zeggen; hij zou hiervoor de stukken
moeten inzien; er is onderhandeld en er zijn voorstellen gedaan; het feit dat
geen resultaten konden worden behaald wijst er dus op, dat de vraagprijs te
hoog en het bod te laag was. Samenvattend stelt de voorzitter dat burgemeester
en wethouders zich zullen beraden of, rekening houdend met de belangen van
Seolto, deze gebouwen of een deel daarvan kunnen/kan worden benut voor kleu
teronderwijsdoeleinden. n
Het lid Siereveld merkt nog op dat over deze zaak nu anderhalf jaar is ge-
melkt", doch dat steeds nog geen fatsoenlijk antwoord is verkregen en vraagt
of het dan verwonderlijk is dat spreker tot bepaalde gedachten komt.