50
Openbare Raadsvergadering dd. 30 juni 1967» des namiddags om 18.45 uur ten
gemeent ehuize
Aanwezig de leden: J.A. Siereveld, S.J. Schipper, J.B» Biemans, J.P. van der
Made, J.J. den Biggelaar, C.P.A. Goverde, H.G. Beljaars,
G.A. Krijnen, P.M. Kop, J.G. Blom, A.M. Parla-Machielse
Th.A. Kruis, B.A. Ooyen en C.J. Trompers, en G»H. Kamp.
Voorzitter: H.E.M. Schaminée
Secretaris: J.A.A. van der Smissen
1. Opening.
De voorzitter opent de vergadering met het bij het reglement van orde voor
geschreven gebed.
2. Loting volgorde stemmingen.
Het nummer van volgorde bij eventuele stemmingen wordt bepaald op nr. 11
zijnde het lid Blom.
3. Notulen van de vergadering van 9 juni
1967.
De notulen van de vergadering van 9 juni 1967 worden ongewijzigd vastgesteld.
4. Voorstel met betrekking tot enkele be
lastingen.
De voorzitter deelt mede, dat overeenkomstig de toezegging in de vorige ver
gadering een gesprek tussen burgemeester en wethouders en enkele leden van
de raad heeft plaats gevonden; de resultaten daarvan komen tot uitdrukking
in het voorstel.
Het lid Kruis zegt dat onder Ic van het voorstel wordt vermeld dat m een
der volgende vergaderingen nadere voorstellen zullen worden gedaan omtrent
de gemeenschappelijke regeling Bouw- Woning- en Welstandstoezicht West-
Brabant; spreker meent zich te herinneren dat opzegging de bedoeling was.
Uitgegaan werd aanvankelijk van een tekort van 112.000, tengevolge van
allerlei omstandigheden wordt het tekort thans becijferd op 190.000,
Het doet er weinig toe hoe men hieraan gekomen is, doch spreker acht het
juist nog enige opmerkingen te plaatsen.
Aan verhoging van de desbetreffende belaBtingen zal niet ontkomen kunnen
worden; voorgesteld wordt dit per 1 januari 1968 door te voeren. Spreker^
stemt hiermede in onder de restrictie echter, dat dit afhankelijk moet zijn
van het beeld der begroting 1968, welke op een dusdanig tijdstip aan de raad
ware voor te leggen, dat de raad tijdig zijn zienswijze kan kenbaar maken,
als mocht blijken dat de onderhavige belastingvoorstellen niet nodig zijn,
behoudt spreker zich zijn stem voor.
De voorzitter antwoordt, dat opzegging van de gemeenschappelijke regeling
wat scherp gesteld wordt en dat het lid Kruis hiervan te hoge verwachtingen
koestert. Ook Gedeputeerde Staten verlangen wel enig toezicht, zodat even
tueel iets anders tegenover opzegging gesteld zal moeten worden; elke andere
vorm zal echter duurder uitkomen. Ook het lid Kruis tilt er blijkbaar niet
zwaar aan of het tekort 120.000,— dan wel 190.000,— is; de raming is
uiteraard een zeer labiel gegeven.