s
it
56
NOTULEN VAN EEN VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD OP
VRIJDAG 7 OKTOBER 1966, DES NAMIDDAGS 18.45 UUR.
Aanwezig de leden: B.A.Ooijen, J.G.Blom, J.A.Siereveld, G.H.Kamp, Mevr.A.M.
'Farla-Machielse, J.B.Biemans, P.M.Kop, J.P.van der Made, C.J.Trompers, Th.A.
Kruis, G.A.Krijnen en C.P.Goverde.
Afwezig de leden: J.J.den Biggelaar, H.G.Beljaars en J.H.Snoeijs, de laatste
[wegens het ophouden lid van de Raad te zijn i.v.m. vertrek uit de Gemeente.
.Voorzitter: H.E.M.Schaminée
Secretaris: J.A.A.van der Smissen
1Opening.
De voorzitter opent de vergadering met het hij het reglement van orde voorge
schreven gebed.
2. Loting volgorde stemmingen.
Het nummer van volgorde bij eventuele stemmingen wordt bepaald op nr.6, zijnde
het lid Biemans.
Onderzoek geloofsbrief ingezonden
door de heer S.J.Schipper (vaca
ture J.H.Snoeijs)
De voorzitter wijst als leden der commissie aan de leden Mevr.Farla-Machielse,
Siereveld en Goverde. In verband met dit onderzoek schorst hij de vergadering.
Na opheffing der schorsing brengt de commissie, bij monde van het lid Goverde
rapport uit.
Deze zegt, dat de stukken in orde werden bevonden en adviseert tot toelating
te besluiten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens hiertoe besloten.
3. Notulen van de vergaderingen
van 3 en 26 augustus en 6 septem
ber 1966.
Na een informatie m.b.t. de landbouwhuishoudschool door het lid Siereveld en
beantwoording hiervan door de voorzitter, worden de notulen van de laatste
3 vergaderingen ongewijzigd vastgesteld.
4. Ingekomen stukken en mededelingen.
M.b.t. punt C (fluoridering drinkwater) zegt het lid Kop, zich af te vragen
of de Raad ter zake competent is. Spreker heeft gehoord en gelezen van voor en
tegen. Zijns inziens begeeft de raad zich op glad ijs.
Overdosering kan gevaarlijk zijn. Ook de plaats waar het water gewonnen wordt
kan van belang zijn. De bodemgesteldheid is hier en daar verschillend.
De voorzitter antwoordt, dat overdosering inderdaad nadelige gevolgen kan
hebben. Met de bodemgesteldheid dient rekening te worden gehouden.
Fluoridering als in de brief bedoeld is zijns inziens in het belang van het kind.
De Raad is op dit terrein wel competent zodat hij een besluit kan nemen.
Het lid Kruis vraagt zich af waarom de fluoridering niet door de centrale
overheid wordt geregeld.
De voorzitter antwoordt dat, als bekend, op het terrein van de fluoridering
veel verschil van inzicht bestaat (principiële bezwaren).
Voor de centrale overheid ligt dit dus moeilijk. Inderdaad heeft de beslissing
betekenis voor het gehele verzorgingsgebied. Ook op dit terrein zal de minder
heid zich uiteindelijk bij de meerderheid moeten aansluiten.