eb 3 ,hrtDl eno ni n9monoo9 9 hm
I819V1BBG ef> eaaaltJtlcf eiiiaxrbril
oabood ei> xiea&sqqo ifib
ab ism nee rise 9
ebleiaiahnoiev iovo
l92toiw eb xix 2fi9W ie tab tbxieibe
.ittiXd irioxwflBV9 xii eoslacfa
erf loov noddad ei yiriebiBBw n<
moo loob fiiexiisbnlm eiois xios
ollew ,i^iii6qó '&s±at>c nee n&
bsomea ui do is nam n&tf nab ,ne-
fthft lo nc±s ieri too neollfi to t
-12-
Dit is geen democratie, een woord waarop men zich zo graag beroept.
Men versta mij niet verkeerd. Klaplopers genieten weinig waardering en erkenning van
hetgeen de bonden (zowel bij werknemers als bij werkgevers) hebben bereikt, verplicht
m.i. al tot deelname in de lasten. Maar in deze gespannen tijd moet gezorgd worden,
wat een werknemer schreef, dat niet een dwang-mentaliteit ontstaat, welke de geesten
vertroebelt en de geestelijke volksgezondheid aantast.
Laten wij hopen dat Nederland van de gesel van de werkloosheid gespaard blijft en dat
alle partijen water bij de wijn zullen doen, waardoor het produktie-proces niet
aangetast wordt, de werkgelenheid blijft en de welvaart ons deel blijft.
De gezinnen, met een status van lonen dikwijls boven het c.a.o.-contract, en vooral
de moeders, zullen een terugvallen in wekelijkse inkomsten weinig waarderen.
Zij die 1930-1940 hebben meegemaakt, zullen zich, dunkt me, toch wel bedenken vooral
eer de welvaart over boord te werpen.
De vraag kan gesteld worden, wie eigenlijk wil staken. De bonden, omdat zij niet meer
in hun huidige werkzaamheid de volle erkenning blijken te krijgen of de werknemers!
Laten wij vertrouwen, dat de plannen, door onze diensten voorbereid of in uitvoering,
in 1966 het wonen in Zevenbergen verder zullen veraangenamen.
De voorzitter besluit de beschouwingen met het uitspreken van de beste wensen, mede
namens de wethouders, voor de leden van de Raad.
Het lid van den Dries vervolgt de algemene beschouwingen met het uitspreken van de
volgende rede:
Mijnheer de Voorzitter,
De tijd snelt voort, we staan reeds voor de vaststelling van de laatste begroting vap.
de huidige zittingsperiode van de gemeenteraad. Zoals ook de drie voorgaande jaren
is gebeurd, wil ik dus thans weer, mede namens mijn fractiegenoot gaarne de geboden ge
legenheid gebruiken om een korte beschouwing te houden.
Ik zou hierbij enerzijds willen terugzien waarnaar in 1963 werd gestreefd, vervolgens
op wat bereikt werd en tenslotte waarheen verder moet worden gestreefd.
Niet alles wat sinds het begin van deze zittingsperiode werd nagestreefd, kon in ver
vulling gaan. Bij de vaststelling van de begroting 1963 waren in voorbereiding o.a.
aanleg zwembad, bouw 2e gymnastieklokaal, sanering kom Zevenbergen, sportveld Zeven-
bergschen Hoek, vernieuwing straatverlichting. Verruiming van werkgelegenheid door
industrialisatie had de volle aandacht. Ook toen werd gestreefd naar bevordering van
een beter woonklimaat, terwijl de culturele ontwikkeling der gemeente de aandacht had.
Ik wil thans bezien hoever we zijn gekomen in het laatste jaar van deze zittingsperiode.
Een structuurplan verscheen, vele krantenberichten, interviews, perscommuniqués bij
verschillende gelegenheden getuigden van de voortdurende aktiviteiten van het college
van burgemeester en wethouders en van het gehele gemeentelijk apparaat. Dat desondanks
niet alles werd bereikt, wat wij ons bij 't begin van deze zittingsperiode voorstelden,
is zeker niet aan het ontbreken van gemeentelijke voortvarendheid te wijten. We weten,
dat overheidsmolens nu eenmaal langzaam malen. Hieraan onderworpen te zijn is moeilijk.
Hoopvol is dat althans ook gewezen kan worden op wat reeds werd bereikt.
Symbolisch zou hierbij op de eerste plaats kunnen worden gewezen op de gereedgekomen
straatverlichting, die onze plaats des avonds en des nachts met moderne elektrische
armaturen lichtend de toekomst wil wijzen.
Industrieterrein langs de Roode Vaart is in gereedheid gebracht en zal hopelijk binnen
kort kunnen bijdragen tot de zo begeerde uitbreiding van werkgelegenheid voor onze
bevolking. Mag ik hierbij opmerken dat gelukkig hoe langer hoe meer bij onze bevolking
de wens blijkt te gaan leven om zo veel mogelijk in eigen gemeente zijn werkkring te
vinden? Aansluitend kan met voldoening worden gewezen op het grote aantal woningen dat
in gebruik kon worden genomen en de forse wijze waarop nu de woningbouw met het ratioplan
kan voortgaan.