jilt Bfxyxjpjtlaav erfoaintifele ioob xieBXtevnev b'i9W 311rirfoxlïevsag 9G SO»? iQebes) ^BBijahsXöM ef) «issriiastraH sbuO eb ^sead-BfeoG eb faerie kxeM 9b •jitilncadjloA 9b ne aevsdbh/S eb ,n9v&ribaooïl eb .faerieBiedneXoM sb erfoaisiafelo loob BOjfcfr'oxIieveeB 'L'-v -19ri- *'I9V "9ii ai S^Ibxe-iectaoov xil j^ndtt/loXX 9W9^xibJ tieten neiimq 9X9^x19 öbxb 30a ne UtXXeflsebea) tesrieneloM 9b nx .3I90H fi9doe^i9dri9V9 S Grie erfoeririfols 9b ijbv nsbisxcfiiir ne nesnsmdnas fed si Bnibxe*i9daoov nl K>*£ I nnXqe^nibisidiib fed al as II baoctö. rtaXqe^nibxaidiixr fed tdas*xda9eS eb .1 iaeW .3fi±§ifiX9fl eG TR-rgiTimflrhrvp.md oitaslq tom nemone® nebaew neveoaG t0.£ nebiow anJcmsnleortq 9b nsv eaeveBöB eG Bslayy /isritedasxqaq n-ja'xedaayeS nsv moot ob ai aebaew neaisslq saievxb qO SO»^ veod ni.xi9 1o ne neneiioe foelie 9bneobXov neafcited eseb lo fbxow nssBeseW .ex axbon nekdsd Jjsinae iad xxev snXbxendiixr .neafceew sdoairtrfoefasD .5 eimev ngyLtbisXblood eb nebxew Basboea qo BnileAarioamo eb tem bcisdtev nl fO,? lafieX ewi/sxH eb ^iaeadaeboneM eb faarieeresi, xleorferxG eb ,daariieblooH eb adinbnaH anifcH «neoafnBiqajasjtIjfL fed fseïlsBjiimledliW eb ,dBeniafi9XoM eb eaebnev eb Bnibieiedioov nx ax safbras qo ^niXostedoemo 9b fem bnsdi9V nl SO.? .neanibieXeieq eb as tea^albislblood fed nsv sniwijein sni nesnibieX nsv 39lxias eb ei snibisned-ioov nl £0.? II biooK nsXqesnibiendiiu fed - .1 fe9V gewegns<1 tiBlqBBoiffcte'ïdf iu fed - xieob n9VGinbed eb nsv urefafexih 9b fleed aeveBea taseeeneini iï9H .6 j9H «fsrexb sdoainrioed- eb i±d qoofocevsebtexs no -exinsksv xtev bnad •faefB9d iaxBib eb fxirxasw tnenoe*xeq .blsmsaev enevoses eb htiffBoeih eb .m.v.x ntxs nenoeaeq nevO ,0öS txemecol'xew i9q ei xsbq neq neBeMmew lefnee feH Xsinss fed fgsBibed f>i,xifarxexh Baavrtse .m.v.I rXeenoeneq fed xoov aeBsJriiew •£S8ö :qeiXed neBBhloIxev Xsinss fed ^55 inebnew ixernaaeBqo nsvaesw -Idist -elbiste, neBebdeeelnessbloXnev-sn^xs (&ri9 seX -gdS?; :iod bneenieiseaeB nebnew neBabsideis Y^f Becrxb9d neBsb edsfeteweadein Xsdnss ied 3BBb eijia9W9B-iöin Xsinss ied 9bX9nmodoe sBsineoneq at tdirïb&stïü Of ioi aüwxeveidf.'is iem r*9 lEinsnoveideia nebnos t£0.P nsv .miusneveWeis tem ^88,6 etafeis nebnos sbXebbxmeö ö?5VtSS etafeia tem 1 levonoget ,000. T?? 1 t noov i^nnnv b*10^ eaftiXeqqarioetÊBM oov neveinst eb «bneated ebneobXov tein ^oa .W.G.A eb asw nsst tiG tela Bdd n9Bn-isodnevneiaod 9b ,bn9aï9n9dn9d Xsnevo teLa pen B^-tsnosnsv 14893 ei nebno iaw tanen ,nevsBÜn nev Bni^odnov odlew nenotosi IssmeXXe .nedded Xas. bXovöb tot neem 250 aanvragen behandelde de dienst in 1965 A.B.W. gunstig beschikt werd in 203 gevallen afgewezen of doorgezonden naar andere gemeenten 38 gevallen nog te nemen beslissing 9 gevallen De bijstand bestond in: gezinszorg, verpleging/verzorging in tehuizen 110 gevallen) versterkende middelen. daar de burgerlijke staat onderverdeeld troffen we o.a. 68 echtparen, 88 ongehuwd,en 69 weduwen/weduwnaars. Naar leeftijden: 0-20 jaar 21 gevallen 21-50 79 50 - 65 51 65 en ouder 99 In sociale voorzieningsregelingen werden opgenomen 24 personen. Per 31 december 1965 stonden 190 personen als woningzoekenden ingeschreven, hetgeen zeker niet inhoudt dat dit het werkelijk cijfer is. Bij de Stichting woningbouw Zevenbergen meldden zich personen voor een premiewoning en voor de particuliere bouw 1966 zijn eveneens gegadigden geregistreerd. Afgaande op de officiële gegevens blijkt de verdeling der ingeschrevenen: Trouwlustigen 54 aanvragen alleenstaanden 8 gezinnen zonder kinderen 30 gezinnen met 1 t/m 4 kinderen 90 gezinnen met meer kinderen 8 11. Het gonst in Nederland over c.a.o's. Alhoewel dit misschien niet direct een onderwerp is voor deze vergadering zijn de consequenties toch wel terdege voor onze gemeente en de inwoners van belang. Een niet-nauwkeurige controle op persberichten over ontslagen van arbeiders geeft over 1964 vanaf september te zien, dat 11 bedrijven tot min of meer omvangrijke ontslagen moesten overgaan. De sneeuwbal is in 1965 en vooral tegen het eind van dat jaar en de eerste weken in 1966 op een gevaarlijk hellend vlak gekomen. Ik kan mij de zorg van gemeentelijke bestuurders indenken die hier en daar verschijn selen van pendel-moeheid of beter pendel-inkrimping constateren. Tegenstrijdige berichten over teruggang enerzijds en voortdurende opleving anderzijds wisselen elkaar in kranten van dezelfde dag af. Het laat zich gemakkelijk raden tot welke groep de voorzichtig-manenden en de uto pisten behoren. Vast staat, dat voorzichtigheid in het economisch spel is geboden. Zij die jaar in jaar uit met de bijl van het ondernemersschap hebben gewerkt zien een parallel tussen 1928/1929 en nu. Mijns inziens terecht. Als de meest vooraanstaande economen in ons land, en de E.E.G. hun vinger opheffen ter waarschuwing, als de industrie blijkens de jaarverslagen een retour /aanwijst, dan zou ik bescheidenlxjk zeggen, dat oppassen de boodschap is. De meeste weldenkende werknemers hebben weinig behoefte aan een met de regelmaat van de klok opvijzelen van de lonen. Summiere berekeningen over veronderstelde verbeteringen brengen weinig soulaas. Wel is iedereen er mee gediend, dat er werk in de winkel blijft, dat de export domi neert en dat onze handelsbalans in evenwicht blijft. Ik geef onomwonden toe geen waardering te hebben voor het verscherpt scheppen van een klimaat van stakingen. Als een grote minderheid door communique's, welke nog opgQr- maakt moeten worden alleen al vanwege het feit, dat nog niet eens vergaderd is (vide Breda)aan de anderen een mening opdringt, welke de nuchtere hollandse huisvrouw niet kan waarderen, dan kan men zich in gemoedè afvragen of het nu gaat om het belang van de werknemer of alleen om het zijn of niet—zijn van een organisatie.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1966 | | pagina 11