7. heeft - na een bespreking met gemeente en schoolbesturen - voorgesteld de be dragen op te trekken tot f 65,respectievelijk f 77,50. Gelet op de bedragen l in andere gemeenten meenden B en W dat het bedrag voor u.l.o. tot f 80,opge trokken zou moeten worden. De besturen der g.l.o.-scholen hebben f 75,ge vraagd; de berekening, die tot dit bedrag heeft geleid, is een gemiddelde voor alle scholen in de gemeente. Bij deze scholen zijn er, die een gunstige exploi tatie hebben, anderen die er ongunstigervoorzitten. Schoolbesturen, die menen, dat hun school in bijzondere omstandigheden verkeert, kunnen toepassing artikel 101 ter der wet bij de minister vragen. Het college acht het alleszins billijk de regelingen voor godsdienstleraren en bedienaren van de godsdienst uit te voeren, ook al zouden de bedragen ten goede komen aan de kerkekassen. Overigens: niet elk kerkgenootschap heeft een rege ling zoals onlangs is ingevoerd bij de rooms-katholieke kerken. De godsdienst leraren kunnen worden gelijkgesteld met vakleerkrachten, die betaald worden ingevolge artikel 101 bis. De godsdienstleraren dienen niet achtergesteld te worden. Wat de regeling "bedienaren der godsdienst" betreft: de gemeente ver leent financiële medewerking in allerlei sectoren. Ook de kerken vervullen een zeer belangrijke taak voor de gemeenschap in haar geheel en voor haar verschil lende onderdelen. Het lijkt billijk dat de burgerlijke overheid deze werkzaam heden van de kerken in het algemeen belang zo mogelijk geheel of gedeeltelijk honoreert. Wat de muziekverenigingen betreft, die voor hun leden uniformen hebben aange schaft ,v<5<5r het inwerkingtreden van de subsidieregeling, Burgemeester en Wet houders zijn steeds bereid zo nodig de helpende hand te bieden, Verzoeken daartoe zijn nog niet ingekomen. Inderdaad geeft de begroting geen juist beeld. Hoofdzakelijk is dat het gevolg van de omstandigheid, dat nieuwe kapitaalsobjecten slechts bij begrotigings- wijziging daarin mogen worden verwerkt. Onderlinge rivaliteit tussen gemeenten is niet te voorkomen. Zelfs niet, indien het aantal gemeenten, zoals dezer dagen een professor voorstelde, van 1000 op 100 wordt teruggebracht. Met betrekking tot de aanvragen inzake industrievestiging is het college gaarne bereid een lijst te geven van alle aanvragen sedert 1945; in een vertrouwelijke vergadering van de raad kan hierover van gedachten worden gewisseld. Voor het nieuwe terrein aan de Roode Vaart zijn een aantal aanvragen ingekomen. De moeilijkheid is, dat dit terrein nog niet gereed is. Zodra het terrein ge reed^ is kunnen onderhandelingen gemakkelijker worden gevoerd. Spreker ziet,weinig heil in de suggestie van de heer Kop aan te kloppen bij de ministers van binnenlandse zaken en financiën. De vereniging van nederlandse gemeenten staat steeds voor de gemeenten op de bres. De uitkeringen aan de ge meenten liggen verankerd in de wet financiële verhouding rijk gemeenten en worden gegeven volgens vaste normen en voorschriften. Deze normen en voor schriften worden slechts spaarzaam aangepast. Met handhaving van dit wettelijke systeem ziet spreker weinig mogelijkheden tot werkelijke verbeteringen. Burgemeester en Wethouders hebben de dienst van openbare werken opdracht gegeven |er toe te ijveren, dat het saneringsplan binnen enkele maanden gereed is. |Voor dit plan, waarin gedacht wordt aan handhaving van het huidige centrum, verzocht het college belangstelling van de hogere instanties, ook in financieël opzicht. Het belastinggebied van de gemeenten is inderdaad beperkt tot heffingen op het .bezit en/of gebruik van onroerende goederen. In de gedachte verruiming van dit gebied, waarover al zo lang wordt gesproken, ziet spreker geen fiducie. De rijksinkomsten nemen inderdaad steeds toe, het aandeel van de gemeenten daar aan is jammer genoeg niet evenredig. Wat de huur van de ambtswoning betreft: de minister zal een dezer dagen de nieuwe huur vaststellen; de hogere huur zal bij begrotigingswijziging in de begroting worden opgenomen. !Nu de dienst ban openbare werken goed is opgebouwd kunnen meer taken in eigen dienst worden uitgevoehd.De basisplannen zullen wellicht nog aan derden-des- bondigen moeten worden opgedragen, zoals b.v. de uitbreidingsplannnen aan de

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1965 | | pagina 7