53
12. Voorstel tot het verlenen van een ver
goeding ingevolge artikel 101 bis der
Lager Onderwijswet 1920 ten behoeve van de
r.k. lagere scholen te Zevenbergschen Hoek
Het lid Lommen zegt, dat een lid van de commissie van financiën heeft opgemerkt
dat het schoolbestuur^elf maatregelen had moeten treffen en doorvoeren. Bij
deze passage is een aantekening gesteld, in de vorm van het woord "juist".
Spreker bestrijdt de juistheid daarvan. Men mag van een schoolbestuur verwachten
dat hèt die maatregelen neemt om zo goed mogelijk onderwijs te geven. Het zou
in dit geval een tekortkoming van het bestuur zijn geweest als geen verzoek was
ingediend, toneer daar het bestuur er van uit ging, de tweede klas de normale
schooltijd vol te laten maken.
Zonder vakleerkracht is en was voor deze gemengde school met een aantal Indische
kinderen, praktisch gezien, geen oplossing mogelijk.
Zonder vakleerkracht is de gang van zaken op deze school onverantwoord.
Het blijft op deze wijze een geklungel.
Dat het precedenten zou kunnen scheppen voor andere scholen waar zijn.
Men moet echter goed bedenken, dat het hier betreft een grote gemengde school.
Ook al zou een andere school een dergelijk verzoek indienen, goed gemotiveerd
en onderzocht, dan nog is spreker de mening toegedaan, dat zo'n verzoek diende
te worden toegestaan.
Een gemeentebestuur dat bekend staat om zijn grote zorg en ijver voor het onder
wijs, mag zijns inziens in deze niet karig zijn.
De Inspekteur adviseert afwijzend, op grond van het feit, dat de school 3 leer
krachten heeft die beschikbaar zijn om de jongens op te vangen als de meisjes
handwerken hebben. Er zijn echter maar 2 leerkrachten vrij omdat volgens het
lesrooster de tweede klas de normale schooltijd les heeft. De twee leerkrachten
van de eerste klas sturen weliswaar hun kinderen naar huis (3 kwartier per dag,
behalve-, op woensdag), maar in deze tijd werken zij Indische kinderen, die buiten
de regeling van het Ministerie van Maatschappelijk Werk vallen en voorts eigen
achterblijvers bij. Zijns inziens heeft de Inspekteur in deze geen zeggenschap.
Van de 4 bevoegde leerkrachten voor het vak k is een ervan wegens gevorderde
leeftijd bezwaarlijk in staat bedoeld vak te onderwijzen zodat er rnna-r 3 res
teren.
Spreker schetst wat er in de praktijk gebeurt indien bedoeld verzoek zal worden
verworpen.
- de tweede klas krijgt per week 3 uur minder les,
- het bijwerken van Indische kinderen en achterblijvers kan niet meer doorgaan,
- een volksverhuizing van leerkrachten en kinderen zal plaatsvinden, welke zo
erg zal zijn, dat iedere dag tussen 11.30 en 12.15 uur voor alle klassen
het onderwies zeer wordt geschaad.
(met het vak meegerekend zouden de leerkrachten per week 13^ uur in een andere
klas de leerlingen moeten opvangen)
- het vak handwerken zal gegeven moeten worden door leerkrachten, die sinds hun
kweekschooltijd geen les meer hierin hebben gegeven,
- er zijn 2 tot 3 lokalen nodig, welke voor drie kwartier verwarmd moeten worden,
(het rooster zit nu zo in elkaar, dat de lessen in 1 lokaal aansluitend gegever
kunnen worden),
- hetis bijzonder jammer om midden in het schooljaar een aangevangen leergang
te verbreken,
- een vakleerkracht, die toch al weinig rechtszekerheid bezit, zou midden -in
het schooljaar, op straat worden gezet.
Het onderwijs ligt spreker na aan het hart.
Het voorstel geeft zijns inziens geen oplossing en zal leiden tot verwaarlozing
van het onderwijs aan bedoelde school.