52
VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD
op vrijdag 19 november 1965
des namiddags 19.45 uur.
Aanwezig de leden J.P.v.d.Made, J.J.Lommen, J.H.Snoeijs, P.M.Kop, H.G.Beljaars
C.J.Trompers, J.J.van den Dries, J.A.Siereveld, C.P.Goverde en A.van Geel.
Afwezig met kennisgeving van verhindering, de leden J.J.den Biggelaar,
G.Mensen en wethouder B.A.Ooijen.
Voorzitter: H.E.M.Schamin^e
Secretaris: J.A.A.van der Smissen
1Opening.
De voorzitter opent de vergadering met het bij het reglement van orde voor
geschreven gebed.
2. Loting volgorde stemmingen*-
Het nummer der volgorde bij eventuele stemmingen wordt bepaald op nr.10,
zijnde het lid van Geel.
Het overlijden van een tweetal ambtenaren, de heren A.C.M.Jongeneelen en
C.J.van den Dungen wordt hierna herdacht.
Voorzitter doet zulks met de volgende woorden:
"In korte tijd zijn ons 2 ambtenaren ontvallen.
Onder de meest tragische omstandigheden verloor de gemeente in de heer A.C.M.
Jongeneelen een getrouwe en werkzame ambtenaar.
Jongeneelen was ruim 9 jaren in dienst der gemeente bij de technische afdeling.
Zijn functie bracht met zich, dat hij met publiek te maken kreeg en wie met
mensen omgaat, ontmoet onwillekeurig meer bekijks en ook meer critiek. Vooral
als het werk bestaat uit het controleren op naleving van verordeningen.
Ook Jongeneelen is critiek niet bespaard gebleven; ondanks dit bleef hij zijn
plicht doen en voerde de opdrachten van zijn chef uit.
Om elkaar, dus ambtenaar en publiek, te leren kennen, (dit geldt zeker in onze
gemeente), heeft men tijd nodig.
Jongeneelen had de vuurproef doorstaan; men wist wat men aan hem had en dit
leidde tot waardering.
Het werk dat hij het laatst onderhanden had, was juist een van de prettige
taken. Stichting van bedrijven in de gemeente, stichting van een tuindersbe-
drijf met zijn kassenuitbreiding.
De dienst van gemeentebedrijven verleent zo goed mogelijk service en ook Jonge
neelen zag in zijn functie een dienende taak.
Deze dienende taak, deze hulpvaardigheid aan de medemens,werd hg>m noodlottig.
Al was er even hoop: de angstige berichten in de loop van de nacht op het onge
val deden het ergste vrezen en brachten kort erop de verlossing uit het lijden.
Wij gedenken in Jongeneelen een toegewijd ambtenaar, een prettige collega in
het ambtenarencorps.
De volle last van het leed en verdriet blijvend jonge weduwe en haar kinderen.
Vanaf deze plaats willen wij haar kracht toewensen. Persoonlijk ben ik ervan
overtuigd, dat zij zich kordaat door het leven zal slaan.
Prijzenswaardig was, dat van de zijde van de personeelsvereniging intens met
het achtergebleven gezin werd meegeleefd en alle mogelijke hulp en bijstand
gegeven werd in die zware en moeilijke dagen."
De bode, hij had verschillende aanduidingen: bode, Kees, Jan, mijnheer van
den Dungen, is in het bidprentje juist getypeerd.
Hij was eenvoudig van geest en zeer hulpvaardig. Kees had een hekel aan de dood
en tartte deze tijdens zijn verpleging in het ziekenhuis.
De laatste jaren was Kees niet meer de oude. Het werk viel hem zwaar en op
handige wijze wist hij eenieder aan zijn taak dienstbaar te maken.
