r
2
i Het zou volgens spreker te ver voeren in te gaan op de talloze besprekingen
die de vereniging heeft gevoerd met grondeigenaren te Zevenbergschen Hoek en
zelfs daarbuiten. Waar blijft de activiteit van de gemeente? De gemeente be
perkte zich in de toekenning van enige subsidie, in de beantwoording van brie
ven, welke allen eindigden met "wees ervan overtuigd dat de kwestie van het
voetbalterrein te Zevenbergschen Hoek de aanhoudende belangstelling en zorg
J van het gemeentebestuur heeft." Zij bleef beperkt tot genadige toestemming om I
I graszoden te komen steken in de hoofdstad, in de weigering van het gebruik van j
j de gemeentelijke maaimachine met als reden dat de machine op zo'n slecht ter-
rein geruïneerd zou worden (brief 8 december 1960), met andere woorden,"breken
jullie je benen maar, de tanden van de machine zijn ons dierbaarder." Een con
tract dat afgesloten zou worden met de heer Akkermans voor de duur van 10 jaar,
diende op last van de gemeente veranderd te worden in 15 jaar (brief 13 juli
1959). De kansen welke er gelegen hebben bij de grondkwestie v.d.Heijden/Dek
kers wil spreker dan hier nog buiten beschouwing laten.
Na vele smeekbeden der vereniging, scheen in november 1962 de lucht op te kla
ren. Op 26 november 1962 deed de voetbalvereniging een suggestie ««n Burge
meester en Wethouders tot verandering der bestemming van grond van de heer W.
R.Kavelaars. En gelukkig voelde het college hier wel wat voor. De door het col
lege gedane suggestie om de grond door de vereniging te doen aankopen, vond
geen weerklank bij het college van Gedeputeerde Staten. Er kwamen weer boze
tongen los. Waren echter deze tongen wel zo boos? Na veel werk door vereniging,
de gemeente en anderen, werd een koopcontract gesloten tussen de gemeente en
j de heer Kavelaars. Het besluit tot aankoop verkreeg in september 1963 de goed-
keuring van Gedeputeerde Staten. Ondanks de herhaalde beloften dat meteen de
goedkeuring voor de aanleg van het sportterrein bij Gedeputeerde Staten zou
wordenaangevraagd, is dit tot op heden niet gebeurd.
Wat is er dan wèl gedaan vanaf september 1963. In de vergadering van december
1963 werd alleen medegedeeld, dat de Nederlandse Heide Maatschappij een begro
ting had opgesteld welke nog wat te hoog was. Meer wist men tot woensdag j.l.
niet. In de bespreking welke woensdag 22 januari j.l. plaats vond tussen ge
meente en D.H.V. in het bijzijn van de directeur van de grondtechnische dienst
van de E.N.V.B. en de Nederlandse Heide Maatschappij, i^Luidelijk gebleken,
dat de begroting voor de aanleg op die dag voor 75gereed was. Het ontbreken
de betrof een enkel technisch detailpunt dat geen invloed zou hebben op de to
taalprijs. De Nederlandse Heide Maatschappij kon ruimschoots voor hedenavond
de begroting kant en klaar voorleggen. De Nederlandse Heide Maatschappij ver
klaarde zich hiertoe uitdrukkelijk bereid. Waarom is nu deze begroting heden
niet ter tafel? Moeten er maanden overheen gaan alvorens deze in de Raad kan
worden behandeld? Voor de goede verstandhouding/tussen Zevenbergschen Hoek en
Zevenbergen is het nodig dat geen onnodige vertraging ontstaat. Spreker hoopt
dat een goede verstandhouding het college ook interesseert. Geef Zevenbergschen
I Hoek waar het recht op heeft en wel zonder verder uit-stel. Hang toch geen ge
meenschappelijk belang op aan een ondemocratisch principe. De directeur van
gemeentewerken is toch wel in staat de eventuele technische details verder uit
te werken. Spreker hoopt, dat de leden van de Raad hierin voldoende vertrouwen
hebben. Hoe weinigen hebben nu werkelijk verstand of het aanslibbingscijfer
van de grond nu 40 of 5.0 bedraagt. De tijd dringt. Het is onverantwoord nog
langer te wachten. Ontneem niet langer aan de jeugd en anderen een nuttige
vrijetijdsbesteding.
Spreker stelt voor:
1de begroting thans ter tafel te brengen;
2. deze begroting nog heden te doen vaststellen en met spoed ter goedkeuring
in te zenden aan Gedeputeerde Staten.
Spreker zou het op prijs stellen indien zijn voorstel ook door niet-Hoekse le
den zou worden ondersteund.