22 17. Vaststelling van de bedrijfsbegrotingen en de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1964 met de daarbij behorende wijzigingen en goedkeuring van de begroting van de gemeentelijke instel ling voor maatschappelijke zorg voor dat jaar. De voorzitter betreurt het - met burgemeester en wethouders - dat de begro tingen 1964 niet eerder voor behandeling gereed waren. Jammergenoeg waren de om standigheden, welke dit lange wachten in de hand hebben gewerkt, er niet naar dat daarin wijziging kon worden gebracht. Hij stelt voor allereerst de begrotingen in het algemeen te beschouwen, waar na - zo daaraan behoefte bestaat - kan worden overgegaan tot de artikelsgewijze behandeling. Het lid van den Dries opent de algemene beschouwingen als volgt: Wanneer ik, evenals voorgaande jaren mede namens mijn fractiegenoot, enkele woorden wil zeggen, nu de verschillende begrotingen voor het jaar 1964 ter vast stelling en goedkeuring voor ons liggen, wil ik beginnen met dank uit te spreken voor de voortdurende aktiviteiten, die vanwege het college van Burgemeester en Wethouders aan de dag worden gelegd om zoveel mogelijk de groei en de bloei van de gemeente te bevorderen. Verschillende posten der begroting en mededelingen in de ontvangen nota van toelichting bevestigen dit en tonen aan, dat voor 1964 weer verschillende plan nen tot uitvoering zullen worden gebracht. Ook het gereedkomen van het structuurplan in het kader van de Zekluza-sa- menwerking moge hiervan getuigen. Al is het thans nog niet tot realisatie der plannen gekomen, de hoop is gerechtvaardigd dat binnen afzienbare tijd hiermede zal kunnen worden gestart. Dit zal de lang verwachte uitbreiding van werkgelegen heid kunnen brengen en een mogelijkheid tot beperking van de nog steeds omvang rijke pendelarbeid onzer ingezetenen kunnen inhouden. Uiteraard zou ook onze fractie gaarne op verdere spoed bij de uitvoering van de werkzaamheden voor het in gereedheid brengen van industrieterrein, zowel nabij de kom der gemeente als aan de kop van de Roodevaart willen aandringen. In verband hiermede rijst de vraag of bij het gereedkomen van industrieter rein de zekerheid bestaat dat onmiddellijk vestigingen zullen overkomen met werk gelegenheid voor een ruim aantal werknemers. Naast het structuurplan verscheen dezer dagen het 2e deel van het W.E.B. rapport. Dit zou volgens de doelstelling van het W.E.B. voor onze streek en ge meente uitkomst moet/brengen bij de planning en uitvoering van industrialisatie- mogelijkheden. Voor zover ik heb kunnen nagaan wordt daarin echter aan Zevenber gen nu niet bepaald die plaats en functie toegekend, die wij daarbij gaarne aan onze gemeente zouden zien toebedacht. Begrip ervoor tonend, dat ieder geneigd is eigen stad of gemeente als belangrijk te beschouwen, meen ik toch.te moeten vast stellen, dat Zevenbergen in de beide verschenen delen van dit rapport onvoldoende wordt belicht als centrumgemeente van deze omgeving. De aktiviteiten die via uw college op dit punt zijn ontwikkeld, worden in deze W.E.B. rapporten uitermate laag gehonoreerd. Ik betreur dit zeer. Mag ik vernemen of terzake van de samen stelling van deze rapporten met onze gemeente zodanig vooroverleg is gepleegd, dat een andere voorstelling van zaken had kunnen worden verwacht? Verder zouden wij willen voorstellen voorlopig deze W.E.B. rapporten voor kennisgeving aan te nemen en het college in overweging te geven zelfstandig voort te gaan met ontwerpen en uitvoeren van plannen, die nuttig kunnen zijn om op korte termijn de industrialisatie der gemeente uit te breiden. Het is onnodig op te merken dat wij ook ditmaal in het algemeen gaarne zul len medewerken aan het beleid, zoals dit door uw college in de voorliggende ont-

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1964 | | pagina 22