35 Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Punt F. Voorstel omtrent de ambtswoning van de Burgemeester. Wethouder Ooijen deelt mede, dat de Wethouders gezamenlijk met de advi seur van gemeentewerken de woning hebben bezichtigd; de eindconclusie is dat er aan deze iets moet gebeuren, zodat besloten is deze aangelegenheid aan de Raad voor te leggen en deze te horen omtrent het nemen van een beslissing. Het lid Snoeijs meent dat de zaken heel eenvoudig liggen; het is totaal overbodig om 30.000,te spenderen aan een oud gebouw, dat niet meer vol waardig is te maken; het bouwen van een nieuwe ambtswoning is dus stellig geen i probleem. Wethouder Trompers is van mening dat de raadsleden wel op de hoogte zijn van de toestand waarin het gebouw verkeert; het pand is echt aan verbetering toe; als men echter aan een oud gebouw gaat repareren, gaan de kosten steeds hoger oplopen dan aanvankelijk verwacht wordt; spreker geeft een globale bere kening van het verschil in financiële kosten welke ten laste van de gemeente zullen komen en bij nieuwbouw en bij herstel. De Raad heeft het gemeentebelang te behartigen en nu blijkt, dat herstel van het oude pand voor de gemeente gun stiger zal uitvallen ware daaraan voorkeur te geven. et lid Snoeijs meent dat nieuwbouw van wat bescheidener omvang zal kunnen i zijn; het oude pand ziet er slecht uit en aan dit laatste zal per jaar toch nog een heel bedrag aan onderhoud besteed moeten worden. Het lid Siereveld wijst er op dat er van een oud pand betrekkelijk weinig overschiet als men daaraan eenmaal gaat breken. Het lid Kop stelt dat nieuwbouw naar zijn mening het meest aanvaardbaar is; blijven dokteren aan het oud pand wordt een chronisch geval. Wethouder Ooijen stelt daartegenover, dat er dan toch nog wel enig onder houd aan het huidige pand moet plaatsvinden, vóórdat een nieuwe ambtswoning ge reed is. De kosten tellen dan dubbel. Wethouder Trompers vraagt er aandacht voor, dat het oude pand afdoende moet worden hersteld. Het lid Kop zou hierin een onverantwoorde investering zien. Het lid Siereveld meent dat regeren nog steeds vooruitzien is; de Burge meester gaat over 7 of 8 jaar met pensioen. De nieuwe Burgemeester zal wellicht geen behoefte hebben aan een dergelijke grote woning. Het lijkt daarom niet de aangewezen weg om thans grote kosten te maken zonder dat een afdoend resultaat wordt bereikt. Later zal er dan toch weer een nieuwe woning moeten komen, zodat dus de herstelkosten nutteloos zullen worden besteed en dus een verliespost vormen. Wethouder Trompers bestrijdt dit laatste; herstelkosten moeten niet worden gezien als weggegooid geld omdat de woning toch immers in waarde zal vooruit gaan. De gemeente kan straks bovendien wel eens erg geporteerd zijn voor dit gebouw b.v. voor de dienst van gemeentewerken. Het gebouw dateert van de jaren I86O/7O en wel is dus aan te nemen dat bepaalde maatregelen moeten worden ge troffen, derhalve herstel of nieuwbouw, tot welk laatste de leden blijkbaar overhellen; wellicht is het dus beter dat eerst de juiste cijfers zowel voor het een als voor het ander op tafel komen en dat in een volgende vergadering een de finitieve beslissing wordt genomen. Het lid Kop informeert -in verband met de uitlating van Wethouder Trompers over eventuele bestemming in de toekomst voor de dienst van gemeentewerken— hoe het staat met de plannen voor een nieuw gemeentehuis. Indien de ambtswoning na verloop van enige jaren daarvoor inderdaad wordt bestemd, worden er dan niet teveel hokjes en stalletjes opgericht en worden de diensten dan niet teveel ver spreid over de gemeente Beter zou het zijn een robuust voorstel tot nieuwbouw te doen, geen geld weg te smijten voor herstel en een beslissing te nemen, de gemeente waardig.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1963 | | pagina 35