74
Het college is verheugd, dat de raadsleden studie hebben gemaakt van het
W.E.B.-rapport en er tevens vragen over hebben gesteld, welke, zoals de Voorzitter
in de vorige vergadering verzocht, schriftelijk zijn ingezonden.
Vragen met een begrijpelijke inhoud en waarop ons college wil trachten een
antwoord te geven.
Als algemene opmerking willen wij stellen, uiteraard tegen het werk van het
W.E.B. geen enkel bezwaar te hebben en gaarne elke aktie ondersteunend, welke de
discriminerende positie van westelijk Noord-Brabant kan opheffen, respectievelijk
kan verminderen,
De rapporten moeten echter gedragen worden door alle gemeentebesturen en ten
minste moeten die gemeentebesturen, waarover min of meer belangrijke
worden gedaan, behoorlijk in de gelegenheid gesteld worden hun inzicht -duidelijk
omschreven- kenbaar te maken,
Afspraak was o.a.dat in de vergaderingen van de Burgemeesters telkenmale
mededelingen zouden worden gedaan over de werkzaamheden van de W.E.B. Tot onze
spijt moeten wij stellen, van onze Voorzitter nimmer enig bericht te hebben ge
hoord; dus ook niet, dat er een rapport zou verschijnen. dat,
Een ander facet, dat terdege in het oog gehouden moet worden, is,/de belangen
van de deelnemende gemeenten soms hemelsbreed uiteenlopen.
Er zijn primo de belangen van de eerste oprichters (de 4 grootste gemeenten;
welke, begrijpelijk, ieder voor zich dan wel gezamenlijk een eigen status nastre-
V6n* De min of meer door rijksbeleid naar voren geschoven gebieden hebben eveneens
een beleid, dat zich uitstrekt tot buiten het territoir van hun gebied om door een
goede uitstraling de vooidelen (in alle sectoren) aan zoveel mogelijk andere ge
meenten ten goede te doen komen. _T
Naast deze geenszins willekeurige indeling zou men westelijkNoord-Brabant
kunnen opdelen in een gebied langs het Hollandsch Diep en een gebied meer georiën
teerd op de zandstreek en, om nog concreter te zijn, in een gebied boven en een
gebied beneden de Mark en Dintel.
Het gebied lijkt ons zó groot geworden, dat zonder meer niet langer van in e
of bovengemeentelijk gesproken kan worden, maar van provine anal.
En door dit te stellen zijn wij weer op ons uitgangspunt teruggekomen, n.l.
het rapport van Gedeputeerde Staten; "Noord-Brabant in het Nieuwe Westen
Een rapport, dat niet alleen een goede basis is, doch tevens een uitstekend
beginpunt.
Zij, die het rapport van Gedeputeerde Staten als het alpha en omega in hun
beleid zouden willen aanmerken, vinden ons niet zonder meer aan hun zijde. Dit ls
zeker niet de bedoeling van het Provinciaal Bestuur geweest.
De deskundigheid en, nogmaals, de gedegen voorbereidingen, hebben het moge
lijk gemaakt, dat binnen de grote lijnen nuances openblijven. Maar om het rapport
als onpraktisch, verouderd en op sommige punten niet ter zake kundig te betitelen,
gaat ons tè ver. ,TJ
Niet in de eerste plaats om hetgeen er in "Noord-Brabant in het Nieuwe Westen
over de Zekluza (Zevenbergen, Klundert, Zwaluwe) wordt vermeld, maar om de vreugde,
dat er eindelijk vanuit een centraal punt, boven alle gemeenten (groot en klein;,
iets positiefs gesteld is, dat zich meten kan met wat er elders in ons land over
ontwikkeling van gewesten is gepubliceerd, spreken wij ons respect uit aan de sa
menstellers van het rapport.
Men versta ons dus goed; de W.E.B. werke zoveel het kan voor westelijk Noord-
Brabant, doch lette daarbij terdege op afspraken en regio-belangen, dikwijls reeds