1 r9X' i 64 soonlijk contact stonden, doch zoo zag het Nederlandsche volk haar ook als zij in het openbaar verscheen. Koningin Wilhelmina heeft er niet naar gestreefd, populariteit voor zich te verwerven. Door haar optreden dwong zij door haar persoonlijkheid eerbied af. Populariteit zou haar waarschijnlijk gebracht hebben aan de zijde van een be paalde groep der bevolking en kon gevaarlijk worden als de stemming te haren ongunste omsloeg. Eerbied leidt tot eenzaamheid in eigen kring, is minder kwetsbaar en daar door zekerder. Hare Majesteit heeft de eenzaamheid aanvaard en daardoor is zij het waarlijke hoofd van alle groepeeringen geworden, hetgeen overduidelijk in den laatsten oorlog is gebleken." Uit het Wilhelmus lees ik: Mijn schilt en de betrouwen Sijt Ghij, 0 Godt mijn Heer, Op U soo wil ick bouwen, Verlaet mij nimmermeer: Dat ick doch vroom mach blijven, U dienaar taller stondt. Die Tyranny verdrijven, Die mij mijn hert doorwondt. Moge God, waarop deze Vorstin rotsvast vertrouwde, aan Wie Zij alle zorgen opdroeg en waarop Zij alle hoop stelde, Haar de eeuwige rust geven en dat het eeuwige licht Haar verlichte. 2. Loting volgorde stemmingen. Het nummer van volgorde bij eventuele stemmingen wordt bepaald op nr. 1 van de presentielijst, zijnde het lid Goverde. 3. Notulen van de vergadering van 5 oktober 1962. Het lid Snoeijs attendeert er op, dat ook de notulen van de vergadering van 4 september 1962 nog niet zijn vastgesteld; dit hield verband met een door spreker daarop gemaakte bemerking. In antwoord hierop zegt de Voorzitter, dat niet uit de gemaakte aanteke- j ningen is kunnen blijken of het gewraakte woord is gebezigd. Daarna worden de notulen van beide vergaderingen zonder hoofdelijke stem ming vastgesteld. 4. Ingekomen stukken en mededelingen. De stukken genoemd onder A, B en C worden voor kennisgeving aangenomen. Punt D. Industrieel ontwikkelingsplan voor West-Brabant, deel I. De Voorzitter wijst op de aan de leden toegezonden stukken, t.w. het z.g. W.E.B.-rapport waarin wel zeer afwijkende standpunten worden verkondigd en de nota van Burgemeester en Wethouders, waarin een uitvoerig inzicht wordt gegeven lover hetgeen aan de gemeente is gerapporteerd en door de provincie is gepubli ceerd. Spreker stelt voor dat de Raad zich met de overgelegde nota zal vereni gen om uiting te geven tegen de bezwaren tegen dit eenzijdig W.E.B.-rapport, dat n.b. is opgesteld zonder dat de gemeente Zevenbergen daarover is gehoord. Het lid Beljaars zegt dat beide stukken kort voor de vergadering door de leden zijn ontvangen, blijkbaar omdat Burgemeester en Wethouders in tijdnood zijn gekomen; daarom heeft spreker deze beide stukken nog niet voldoende kunnen bestuderen. Sprekers grootste bezwaar is wel, dat de W.E.B. is ingesteld om de stem van West—Brabant te laten horen; dat men een aantal personen heeft benaderd

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1962 | | pagina 65