62
VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD
op vrijdag 30 november 1962
des namiddags 18.45 uur»
Aanwezig de leden: C.Goverde, A.van Geel, C.J.Trompers, J.J.van den Dries,
B.A.Ooijen, P.Kop, J.Siereveld, G.Mensen, H.G.Beljaars,
J.J.den Biggelaar, J.Snoeijs en J.Lommen.
Afwezig wegens ziekte: J.P.van der Made.
Voorzitter: H.E.M.Schaminée.
Secretaris: J.A.A.van der Smissen.
1Opening,
De Voorzitter opent de vergadering met het bij het reglement van orde
voor de vergaderingen van de Raad voorgeschreven gebed.
Daarna spreekt de Voorzitter als volgt:
Heren leden van de Raad.
U wilt mij toestaan aan het begin van deze vergadering
het verscheiden van H.K.H. Prinses Wilhelmina, Koningin der
1898 - 1948.
Zij, die zich voor ongeveer 30 jaar nog het overlijden herinneren van Ko
ningin-Moeder Emma, weten hoe het Nederlandse Volk geschokt was.
Deze Koningin-Moeder, die als Regentes van 1890 tot 31 augustus 1898 ons
Vaderland mede regeerde, was alom bekend om haar moederlijk medeleven met hen,
die leden en hen, die deze lijdende mens verzorgden.
Haar hoge opvattingen van de Koninklijke verantwoordelijkheid, haar in
zichten over de plichten van een Vorstin tegenover Staat en Volk, waren voor
de opgroeiende Prinses Wilhelmina evenzovele richtsnoeren voor de voorbereiding
tot de taak, eens als Koningin te kunnen en te mogen optreden.
Ik stel "te mogen optreden", omdat Koningin Wilhelmina zich steeds ter de-
ge bewust was, te regeren bij de Gratie Gods. De door haar zelf te boek gestel
de levensgeschiedenis getuigt telkenmale van een afhankelijkheid van de Grote
Schepper.
Toen in 1898 Koningin Wilhelmina de troon besteeg was zij weliswaar nog
niet doorkneed in de problemen van de Staat, doch de grondslagen van het lei
ding geven waren welgevormd aanwezig.
De jonge Koningin stelde zich tot levensdoel, het voorbeeld van Haar Moe
der na te volgen en, zoals Zij zeide, "te regeren, zoals van een Vorstin uit
het Huis van Oranje mag worden verwacht".
De relatieve rust tijdens de regering van Haar Vader en het Regentschap
van Hqpr Moeder maakte onder de regering van Koningin Wilhelmina plaats voor
een wel sterke bewogenheid.
Internationaal ontwikkelde zich een strijdfront rond de Zuid-Afrikaanse-
I en Russisch-Japanse oorlog. Ned. Oost-Indië kwam in de belangensfeer van grote
mogendheden, waardoor het vk 1945 van Nederland gedwongen moest worden afge
scheiden.
Binnen het territoir van ons eigen Vaderland laaide de partijstrijd op.
Het verlangen naar wettelijke regelingen voor een betere sociale status
brak baan,
De eerste wereldoorlog vroeg grote stuurmanskunst tot behoud van onze
neutraliteit. En nauwelijks waren de wapens gestrekt of revolutionaire elemen-
stil te staan bij
Nederlanden van