53 De industrie is wel de grootste vervuiler, doch ook de inwoners zijn ver vuilers door gebruik van de riolering. De intentie van dit voorstel is instem ming te vragen om te besluiten, deze aangelegenheid op te dragen ««n een water schap en de kosten te verhalen op de verontreinigers, dus niet op de gemeente. De gemeente zal zelf uiteraard voor een eigen rioleringsinstallatie moeten zor gen. Het lid Snoeijs vraagt wie zullen moeten betalen. De Voorzitter antwoordt, dat&e kosten zullen worden omgeslagen op de eige naren van gebouwde eigendommen. Het lid Snoeijs merkt op, dat, zoals alle belastingen, het weer door de eigenaren van woningen moet worden opgebracht. De Voorzitter antwoordt dat deze kosten op de verhuurder verhaalbaar zijn ingevolge de Huurwet, Bovendien valt hierin weinig te zeggen, daar deze aangele genheid tot de competentie van Provinciale Staten behoort. Het lid van den Dries zegt, dat dan de eigenaren zullen moeten betalen. Spreker vindt dit minder juist. Verontreinigende industrieën moeten de kosten dragen. De Voorzitter zegt, dat inderdaad de last mede door de industrie naargelang de vervuiling gedragen moet worden. Het lid Beljaars kan vergroting van het gebied wel goedkeuren, maar ver wacht grote oppositie van gemeenten, die geen direct belang hebben bij de water zuivering, Spreker denkt aan de gemeente Klundert, die rechtstreeks op het Hol- landsch Diep kan lozen. Het lid van der Made juicht de voorgestelde oplossing toe. Spreker zegt, dat er veel woorden over vuil gemaakt zijn, maar dat nu een oplossing in zicht is. Dat het veel kost, daar zijn we gewend. Overigens merkt spreker op, dat Zevenbergschen Hoek wel riolering heeft, maar de Driehoefijzersstraat nog niet is aangesloten. De Voorzitter leest vervolgens het dictum van het ontwerp-besluit voor, zoals dit werd doorgebeld door de gemeente Breda, daar het ontwerp-besluit nog niet werd ontvangen; hierin wordt voorgesteld: 1aan de Provinciale Staten te verzoeken de zuivering van afvalwater in het gebied, dat minimaal het gezamenlijk grondgebied van de gemeenten Breda, Nieuw-Ginneken, Prinsenbeek, Zevenbergen, Terheijden en Teteringen omvat, met spoed op te dragen aan een bestaand, dan wel nog te creëren waterschap; 2. alle categorieën van vervuilers, die in de omslagheffing betrokken worden, naar billijkheid in het bestuur van het met de zuiveringstaak te belasten wa terschap te doen vertegenwoordigen; 3, te bepalen, dat het waterschap eveneens zal beheren de afvoerleidingen vanaf de grens van de bebouwde kom der betrokken gemeenten of kerkdorpen tot en met de aansluiting aan de afvoerleiding Breda-Hollandsch Diep, Alsook, dat ver goedingen, welke door een of meer der betrokken gemeenten aan een andere ge meente verschuldigd zijn of worden, voor het afvoeren van hun afvalwater, via het rioleringsstelsel van die andere gemeente, door het waterschap worden betaald; 4, het daarheen te leiden, dat het met de zuiveringsfunctie te belasten water schap, dat de in aanbouw zijnde afvoerleiding van Breda naar het Hollandsch Diep, van de gemeente Breda in eigendom overneemt, tegen betaling van alle door Breda met betrekking tot de afvoerleiding gemaakte kosten en onder in tegrale overname van de door Breda in verband met aan te gane verplichtingen. Spreker zegt tijdens de lezing de punten 3 en 4 onderling van plaats te hebben verwisseld, omdat daarom een meer logische volgorde wordt verkregen. Voorts zegt spreker, dat de Baad zich door het nemen van de beslissing niet bindt, doch mede het initiatief neemt tot instelling van een waterschap. Toeval ligerwijs komt de beslissing het eerst in de vergadering van de Baad van deze gemeente aan de orde, gezien het tijdstip van de vergadering, Ih de loop van de maand zal deze kwestie in de raden van de andere gemeenten «an de orde komen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1962 | | pagina 54