46 Zou men hem vragen of hij benieuwd is naar de uitslag der stemming, dan moet spreker zeggen, ja en neen. Neen, omdat geruchten de ronde doen over af spraken onder de leden, geruchten, welke ook op enige wijze tot spreker zijn doorgedrongen. Het nieuwe is er dus al iets af. Ja, omdat het voor het besturen der gemeente een eerste vereiste is, dat er in het college van Burgemeester en Wethouders een goede geest heerst. Ai a de Baad daaraan medewerkt dan is spreker er van overtuigd, dat gezamenlijk het belang der gemeente wordt gediend. Spreker leest vervolgens een gedeelte voor uit het boekwerk van Dr. G.L. Eisen "de vergadering van de Gemeenteraad" en wel dat gedeelte, hetwelk han- delt over het decorum, t.w. "De raad is het hoogste gemeentelijke gezagsorgaan; de vergadering van de raad dient daarvan ook uiterlijk te getuigen. Democratie is geen vrijbrief voor gebrek aan stijl, zomin als decorum in de weg behoeft te staan aan gemoedelijk heid» Allen, die te maken hebben met het houden van raadsvergaderingen, Hjpnon ervan doordrongen te zijn, dat in de raadsvergadering de gemeentelijke overheid bij uitstek is belichaamd en dat deze overheid in haar verschijnen waardig moet zijn en stijlvol omdat zij bij gebreke daarvan niet alleen zich zelve omlaag haalt maar ook de gemeenschap, die zij vertegenwoordigt en bestuurt. Nu wordt hier niet gepleit voor plechtstatigheid en ontoegankelijkheid, maar meer tegen een tegengestelde houding, die het gemeentebestuur geen goed doet. Wij leven in een tijd van vele en velerlei stijlloosheden, waarin bepaalde proporties uit het oog verloren worden en waarin wordt "doorgeslagen". Wij zien dit in de gezinsverhoudingen, de paedagogische verhoudingen, in kunst en amusement, in heel het openbare leven. De zucht naar vernieuwing en verande ring, naar afrekenen met het oude, hoezeer juist in velerlei opzicht, zet de remmen zozeer vaak los dat het veelal niet geapprecieerd wordt tot te manen en vooral om aandacht te vragen voor wat het verleden «gn goede dingen inhield, "Progressief" en "conservatief", die in goede harmonie zouden moeten kunnen samengaan, verworden dan tot geladen, extreme begrippen. En de wijsheid blijft in het midden liggen. Ook in houding en gedrag van vele overheidspersonen is de tijdsgeest af te lezen in dier voege, dat overheid, gezag en ambtenaren belaste begrippen worden gevonden met een klank van stroefheid en traagheid en zinloos klatergoud, ter wijl de voortvarende, snel manoeuvrerende en "gewone" manager als ideaal wordt gezien. Deze geest kan zijn weerslag hebben ook op houding en gedrag in de raads vergadering. En waar dat zo blijkt te zijn is dat jammer. Het is niet <5f - <5f en we kunnen van deze tijd gerust leren en daaraan leiding geven zonder door te draven en zonder weg te gooien wat aan die leiding ook vandaag dienstbaar is te maken. Decorum in de raadsvergadering is één van die dingen. De omgeving, waarin de vergadering van de raad gehouden wordt, moet er, zo enigszins mogelijk, toe bijdragen, dat vergaderden en publiek zich deelgenoot en aanwezig weten bij een niet alledaags gebeuren, bij niet zo maar een verga dering. Het vergadervertrek moet daartoe een zo veel mogelijk voor de raads vergadering gereserveerd vertrek zijn, niet een zaal hier of daar, waar daags na de raadsvergadering de geitenfokvereniging haar jaarvergadering houdt of het - schuttersgilde zijn teeravond. Deze lokaliteit dient goed onderhouden en inge richt te zijn. De raadsleden dienen zoveel mogelijk/verzorgd ter vergadering te komen. En op tijd. Tijdens de vergadering worden hinderlijk gedruis of beweeg, luid ruchtige of storende onderonsjes vermeden. Voor bijzondere gelegenheden gelde een bijzonder protocol. De eerste ver gadering ener zittingsperiode moet een extra plechtig karakter hebben, hetgeen in de kleding der vergaderden en de uitmonstering van de vergaderzaal tot uit drukking kome."

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1962 | | pagina 47