38
13. Voorstel tot verkoop van grond, gelegen
aan het Pelsplein.
De Voorzitter geeft nog enige toelichting op het voorstel. Bij Burgemeester
en Wethouders hestaat geen eenstemmigheid omtrent de te nemen beslissing en
daarom is het wellicht beter het nemen van een besluit uit te stellen tot een
volgende vergadering.
Het lid de Koning oppert de vraag of het niet beter zou zijn deze grond
rechtstreeks te verkopen aan de bouwers, nu verkoop tegen een lage prijs zal ge
schieden, zodat de bouwers ook van deze lage prijs profiteren.
De Voorzitter zegt dat hij hiermede kan instemmen en deze suggestie g««rnp
tril overnemen; bezien kan dan worden op welke wijze deze lage grondprijs aan de
mensen ten goede kan komen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarna teruggenomen.
14. Voorstel tot wijziging van de Winkelslui
tingsverordening.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
15. Voorstel tot het verlenen van een krediet
voor het uitbrengen van een rapport over
onmaatschappelijkheid.
Het lid de Koning herinnert er aan dat destijds reeds een bedrag voor ge
lijke doeleinden werd gevoteerd; spreker was toen niet van de noodzaak daarvan
overtuigd en ziet thans nog niet in dat een onderzoek moet worden ingesteld naar
de noodzaak van een onderzoek.
De Voorzitter zegt dat de omvang van het totaal onderzoek kan worden ge
splitst in een globaal en in een totaal onderzoek; hier ligt een scala van mo
gelijkheden. Daarom wordt thans een krediet gevraagd voor vooronderzoek om daar
na eventueel op details over te gaan, hetwelk achteraf wellicht overbodig kan
blijken te zijn.
Het lid de Koning herhaalt dat hem dit onderzoek overbodig voorkomt, hij
heeft het destijds toegejuicht dat Gedeputeerde Staten geen goedkeuring aan het
toen uitgetrokken krediet hebben gehecht en spreker kan zich voorstellen dat ook
een thans eventueel uit te trekken krediet zal worden verworpen. Thans is er
voldoende geld beschikbaar gesteld -ook in het personeelsvlak- om zelf een onder
zoek te kunnen instellen.
De Voorzitter stelt dat Burgemeester en Wethouders niet voldoende inzicht
kunnen krijgen in de chaos van gegevens en cijfers; hierbij slaat hij het perso
neel der gemeente hoog aan, doch dit is uiteraard in zijn deskundigheid op dit
gebied beperkt. Zij hebben getracht er uit te komen; zij zijn practiseh geschoold
doch missen de theoretische ondergrond van de specialisten; daarom ware te rap
porteren door het Provinciaal Opbouworgaan.
Het lid de Koning zegt dat -wat in het verleden is gepresteerd bij het la
ten uitbrengen van rapporten- niet geëvenredigd is aan de daarvoor gemaakte kos
ten. Spreker kan zijn stem niet aan dit voorstel verlenen.
Het lid Snoeijs verklaart ook zijn stem niet aan het voorstel te willen
hechten, tenzij onder restrictie dat het geheel der kosten tot 1.200,be
perkt blijft.
Het lid Trompers is dezelfde mening toegedaan en is overigens bevreesd, dat
de tweede stap zal moéten volgen als de eerste gezet is. Spreker zou zich/verzet
ten als de gemeente zelf daarvoor geen personeel had, ook al is dit dan mis
schien wat minder deskundig.