36
Het lid de Koning vindt dit beleid niet juist.
De Voorzitter zegt dat dit een taak is van Burgemeester en Wethouders, die
de Raad niet regardeert; spreker stelt voor conform het voorstel te besluiten,
hetwelk mede tot gevolg zal hebben dat de woningvoorraad wordt vergroot.
Het lid Snoeijs informeert w£ar deze woningen zullen worden gebouwd; spre-
ker zegt intussen wel begrepen te hébben dat dit in Zevenbergen zal zijn, doch
hij houdt er niet van dat Zevenbergen dus weer bevoordeeld wordt.
De Voorzitter spreekt de hoop uit dat het bij eventuele toewijzing straks
financieel-economisch mogelijk zal blijken dat ook te Zevenbergschen Hoek een
aantal woningwetwoningen gebouwd kan worden. Overigens zijn de verenigingen vrij
te bouwen waar zij willen; in elke vereniging zitten echter personen uit het
gemeentebestuur, die de belangen van de gemeente zullen weten voor te staan.
Het lid de Koning vraagt of het niet mogelijk is dat dit contingent in an
dere vorm wordt verleend.
De Voorzitter antwoordt ontkennend; dit kan niet omdat deze 5000 woningen
stringent ten behoeve van de woningbouwverenigingen ter beschikking zijn ge
steld.
Het lid Beljaars meent dat men het kan betreuren dat dit zo is; eerst be
hoort men zich echter af te vragen of de woningen er moeten komen en zo ja, dan
is het toch geen onoverkomenlijk bezwaar dat zij dan in Zevenbergen worden ge
bouwd.
Het lid Snoeijs kan zich niet aan de indruk onttrekken, dat de industrie
het door een garantie van 10$ voor het zeggen heeft.
De Voorzitter herhaalt, dat men zich op deze wijze bemoeit met zaken die
tot de competentie van Burgemeester en Wethouders behoren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders, waarbij het lid Snoeijs echter de aan
tekening verlangt dat hij geacht moet worden tegen dit voorstel te hebben ge
stemd.
11Voorstel tot waarborging van betaling
van renten en aflossingen van door de
Stichting R.K. Bejaardentehuis St.Jozef
alhier aan te gane geldlening(en) ten
behoeve van de bouw van het bejaarden
tehuis.
De Voorzitter deelt nog mede, dat deze zaak nog niet geheel rond is, doch
dat de aanvrage om premie reeds is ingezonden; van de Baad wordt daarom ihnng
een principebesluit gevraagd.
Het lid de Koning merkt op, dat het bij deze aangelegenheid niet anders
ligt dan bij het vorig agendapunt; de overheid mag wel alle lasten dragen, doch
de particulieren verkrijgen alle rechten en houden de touwtjes in handen; als
men garanties geeft behoeft dit echter niet in te houden dat men dan ook alle
rechten prijs geeft. De vraag kan rijzen of b.v. de exploitatie-opzet niet fa
liekant zal uitlopen. Als de Raad overeenkomstig het voorstel besluit, zal men
er dus toch tevoren van overtuigd moeten zijn dat alles volkomen verantwoord
is.
De Voorzitter antwoordt dat thans nog geen sprake is van een definitief
besluit; ook Gedeputeerde Staten zullen een en ander grondig onderzoeken alvo
rens hun goedkeuring aan het besluit te hechten.
Het lid de Koning zegt nog niet gezien te hebben hoe de pensionprijzen
zullen worden.
De Voorzitter antwoordt dat dit niet aan de orde is; het gaat er thaws
over of de Raad in beginsel bereid is garantie te verlenen; het thans te nemen
besluit houdt in dat de Raad welwillend staat tegenover de plannen.