35
8. Voorstel tot wijziging van de algemene
politieverordening.
Nadat de Voorzitter heeft medegedeeld dat de commissie voor de strafver
ordeningen geen bezwaar heeft tegen de voorgestelde wijzigingen, wordt zonder
hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders.
9. Voorstel tot het verlenen van zekerheid
voor eerste hypothecaire geldlening, als
bedoeld in het besluit en de beschikking
bevordering eigen woningbezit.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
10. Voorstel inzake het waarborgen van beta
ling van renten en aflossingen van geld
leningen, aan te gaan door de Regionale
Katholieke Stichting voor woningbouw
Noord-West-Brabant te Zevenbergen voor de
bouw van 12 premiewoningen en door de
Chr.Woningbouwstichting Westbrabant te
Klundert voor de bouw van 11 premiewonin
gen.
Het lid de Koning zegt zich te hebben afgevraagd wat nu precies de bedoe-
ling is; door de Minister is een extra contingent beschikbaar gesteld; moeten
nu per se deze en geen andere woningen aanvaard worden
De Voorzitter antwoordt dat de Minister in deze primair de bouwverenigin
gen naar voren heeft geschoven en derhalve het particulier initiatief heeft
ingeschakeld; hierbij distancieert de Minister zich van het beheer der woningen
en van het beleid. De verenigingen zullen moeten volstaan met garantie van de
gemeente voor rente en aflossing tot ten hoogste 9ö?o van de netto-stichtings-
kosten en de overige 10^ zal men op enigerlei wijze moeten vinden. Beide ver
enigingen verkeren in de gelukkige omstandigheid, dat de industrie hiervoor
zekerheid wil verschaffen.
Het lid de Koning zegt te begrijpen dat er dus katholieke en protestantse
woningen zijn; zijn de desbetreffende woningbouwverenigingen door de gemeente
in het leven geroepen
De Voorzitter antwoordt ontkennend; zij zijn door particulieren opgericht.
Het lid de Koning informeert vervolgens of gevraagd is of er bij particu
lieren belangstelling voor was; het zal overigens ook wel niet de bedoeling van
de Minister zijn geweest dat de industrie voor de resterende 10$ garant blijft,
omdat deze het dan uiteindelijk bij de beschikbaarstelling van de woningen voor
het zeggen heeft.
De Voorzitter stelt dat hier sprake is van stichtingen, welke dus geen le-
j den kunnen hebben die zich zouden kunnen beroepen op verkrijging van woningen;
I dit is een zaak van het gemeentebestuur. Een ingesteld onderzoek heeft echter
j aangetoond, dat de garantie voor deze overblijvende \Ofo niet van andere particu
lieren kan worden verkregen.
Het lid Snoeijs zegt zich desondanks ongerust te maken over de toewijzing
van deze woningen.
De Voorzitter spreekt er zijn bezorgdheid over uit, dat men tbnn.g bezig is
j zich in te laten met het beleid van de woningbouwvereniging, waarin de Raad
zich niet mag mengen.