-ed eb nav Bflilleieieav tod XeieiooV .3f
-eded-neems^ eJb na fragiilton^ads be ±16
demi fd£f iBstianeib derf ioov yxidorc^
-±st±w eJaneioried tidiaab Xeexrfneve eh
-orged eb obv gnxTi/ejibeoa ne negnxg
•iaat
.nes
nee nedeoq eiebna ioov dab dbiov dqoodes ne neoadnalq 'in 00c nav bxrod'iebno
.d^aanBS si aninerfeied x&s xtanus
nav gninoled eb tab ijlasines sn-bfreinqo eb el eiee xmmooesold oi^eci eb nl
ibexd afisJjjniid-e ginxew ne el gaal si leenoeneq baxblosedissaal ne -nesa! derf
neddeft naawsed nebuos neneneddraa enesorf eb jXeenoeneqedneeoes derf ioov abnol
.leerfed dsrf dem ntis daaled nenaneddma eb dein ns modsededneem
-dnemelsei iebnos ne XeeioiTlo dein derf Us- nebel-tov derf ax si adnooV
,drfxowog nexai, olerfne dbaerf dlb jblcdsesnl eiesxitsnoodsneil ,.a.s nee
-nodes neem xie&niiehHgiev nees nebi9w ne nsmojfes ;gnli9bnBi9V ^nejfrovredneemes
-t<ra" ebnc'Sibeivoduo nes ex x HI «neb
oab annasw ,drfoand riois den neberfrfcillidno neeg eseb 1o nexsea ed nebnaam
-oeieq neaWonded derf drfoalrf enemas la ne3 .nebnlvBdselq norf eidaoxlidoen
neafenqB .naadeed nebexlatnew eb iooy xteenarfexdomcnq glnjow 9d zo dab ,ei I
-ledneveS nav morf 9b nav rfGilemafCtoov tedneenie$ nob anxbxenddixr 9b "do dsBanv
nesewes elsaimmoo eb 100b el naawsileW .danlahaw eb nea nomorf ebece> ned sjo*
^mudaedbnodrfsv eb noob {snlnolededeneibrev nav bierirffclissom sb gon rfoo rfood
-ed nesnxlesen lacwL* drfendanev nedneoaas eednadsiH nav evasqo nee biew aneb
Tcaan rfnev; nfcis si bienod Isanoeneq derf sIA .rwaaleod nav neves derf noov naade
ed bIo*xew eb tïa :sj oseb ,nebiow ixoedonqos deem ,nedrfolri9V ed nenorfod
nee aneddilBas 5 eb nav edrfoels dab ,braoeived edioov nejlenqa d ieerf doH
ioov esaleod 9seb el $nibfc.frrved eb aa {bnaam neq ea§ 0£ nav nodded egelSKw
eb sla ne danelb nl iaat 0£ ebe9i ntis neeneo osoCt .nedWoiioani: noddxl a? &J
dab ,bioowdnaas eseb dleeri ,ievoieirf anebuorfd9¥ leb nee dem gnirfs'i nee
bierfrftlieSQ® 96 anehna dabmo ,n®3tiws sd isam levoieid sx isd&d
-eanl nebnow nenranJ uos neiebna ebled eb ioov aloo esaleod ese.
.deln dlb dqt-tised leatenqS .neirfoid
.noised dbiovr sldaxrie labna ne ns& dab dfbs-mev dtiow enxaa*>
eb {rfeidiloq-elbledxre eb levo snl^9®?0 ms> Lav 3011 nerfenqB dleerf edioov
nee mo dels ledenoov derf nab nam ala {biebaldesnoob lerfenqs dletrf oesarvnaa
-naa nee ne nestiw ed la eiebeom ebworfesno ioov sixirfegxiBSnoob nee nav
7
Het lid de Koning vraagt de aandacht voor de industrialisatie-politiek;
wat is in het afgelopen jaar geschied en wat gaat er in de komende jaren ge
beuren. De ingestelde commissie is thans werkeloos; alleen een groot bord in
de gemeente verkondigt dat terrein te koop is. Wat er nu werkelijk gedaan
wordt is spreker onbekend. Wel is het E.T.I. ingeschakeld, doch over de re
sultaten daarvan wordt weinig vernomen; anderzijds is bekend dat door Gede
puteerde Staten opmerkingen zijn gemaakt over de hoge kosten in verband met
opdrachten aan het E.T.I. Spreker zou gaarne duidelijker taal horen dan
hieromtrent in de memorie van toelichting is te lezen.
Voorts wil spreker, nu de Voorzitter blijkbaar geen nieuwjaarsrede meer
houdt, gaarne weten wat met de haven staat te gebeuren.
Ook de krotopruiming vraagt aandacht; dit probleem kan eerst dan goed
worden aangepakt als de regering daar voldoende nieuwe woningen tegenover
stelt. Aangezien dit laatste niet geschiedt, zou men kunnen beginnen met de
noodwoningen in goede staat te onderhouden.
Gaame haakt spreker in op de, ook in de provinciale staten besproken,
pendelbeweging. Spreker ziet dit gekoppeld aan de industrialisatie, weshalve
er op aangedrongen behoort te worden, dat ook Zevenbergen die premies krijgt,
welke ook andere gemeenten ontvangen.
De aangeboden begroting laat een'tekort zien van 279.889,07, neerko
mende op ruim 28,per inwoner; de totaal-uitgaven gewone dienst belopen
een bedrag van 1.537.780,48, neerkomend op 750,per gezin. Veel za
ken zijn noodzakelijk en niet kan worden verwacht, dat 2C$> kan worden bezui
nigd. Desondanks is spreker geschrokken van het geraamd tekort en van de uit
gaven, aan het onderwijs verbonden. Spreker hoopt daarom op de nodige bezui
nigingen teneinde zijn mineurstemming weg te nemen.
De Voorzitter antwoordt, dat het begrotingsbeeld inderdaad niet roos
kleurig is. Het tekort is een gevolg van allerlei problemen, waarhij ook de
financiële verhouding tussen het rijk en de gemeenten parten speelt. Als het
lid Beljaars spreekt over cijfers met betrekking tot de dienst van gemeente
werken, dan moet er op worden gewezen, dat hierbij wordt gewerkt met omslag-
cijfers, waarin dus ook personeelsuitgaven zijn opgenomen, tengevolge waar
van de cijfers wat onwerkelijk aandoen.
Burgemeester en Wethouders delen de mening, dat de honorering van het
personeel niet aan de hoge kant ligt; in het verleden is getracht dit wat op
te trekken en voor zover mogelijk en verantwoord zijn dan ook periodieke ver
hogingen toegekend; de mogelijkheden zijn echter beperkt. Bezien zal worden,
in overleg met de organisaties, wat nog kan gebeuren; dit probleem speelt al
vele jaren. Ook het promotiebeleid ligt in hetzelfde vlak; hierbij moet re
kening gehouden worden met vaste factoren als de omvang van het personeel en
niet altijd kan worden gemanoeuvreerd als in grotere gemeenten; als iemand
een top heeft bereikt, kan geen promotie meer volgen zonder het beeld scheef
te trekken. Gemeend wordt, dat ten aanzien van de werklieden een wat gunsti
ger lijn is gevolgd door loongroep I (van het rijk) niet meer te benutten,
doch niet kan zonder meer worden overgeschakeld naar andere functies.
Het sociaal fonds is sinds 1953 sprekers troetelkind; door velerlei
oorzaken is dit nog niet tot effectieve waarde kunnen komen. De grootste
moeilijkheid vormt momenteel de samenstelling van het bestuur. Gemeend wordt,
dat dit bestuur moet bestaan uit personen, die door aanleg, eruditie en func
tie, objectief de belangen van betrokkenen kunnen voorstaan. Van andere zijde
meent men, dat personen uit de organisaties naar voren behoren te komen. Een
derde groep is geporteerd voor bestuursleden huiten de organisaties om, die
de gezinnen kennen. Dit onderwerp zal wellicht in een der eerstvolgende ver
gaderingen van Burgemeester en Wethouders aan de orde komen, waarhij de ge
dachte voorzit, dat aan de ambtenaren zal worden verzocht hun bijdrage, waar
aan de bijdrage van de gemeente is gekoppeld, reeds thans te geven. Spreker
meent, dat de opmerking van het lid Beljaars, dat ambtenaren deze zaak doen