68
het Heemraadschap en de gemeente misverstand bestaat» Het Heemraadschap meent,
dat de gemeente de kosten van zich af wil schuiven. Dit laatste is zeker niet
het geval en is z.i. nooit gesteld. De belangen van beide instanties lopen pa
rallel met betrekking tot het probleem van demping van de haven. De belangen
van de gemeente Zevenbergen inzake de demping zullen gehonoreerd moeten worden.
Het is de Raad békend, dat het Heemraadschap wedijvert voor de verbetering van
de waterwegen inclusief de verbetering van de Roode Vaart. Eén onderscheid
dient echter te worden gemaakt. De situatie te Zevenbergen ligt van oorsprong
anders dan in andere gemeenten waar de eigendom van kaden en beschoeiingen zon
der meer bij de gemeente behoort. In Zevenbergen is een conflict van ongeveer
270 jaren, dat in 1827 werd beslecht. Uit hoofde van die overeenkomst heeft de
gemeente over de waterweg niets te zeggen. Elders loopt het overleg dan ook
veel gemakkelijker. Toch blijft overleg in de huidige toestand zonder meer ge
wenst. Getracht zal dan ook worden dit gaande te houden. Spreker heeft zeker
heid, dat dit overleg resultaat zal hebben. Het gedane voorstel kan er wellicht
toe bijdragen de problemen op te lossen.
Hoe dit zij, thans had gemeente meer verwacht» De brief spreekt niet van
herstel der bestrating. Toch dient deze hersteld te worden. Als Mark en Dintel
dit niet verzorgt, dan zal dit dezerzijds geschieden en wel onder voorbehoud van
alle rechten.
Voorts blijft het college streven naar een onderzoek naar ie toestand van
de overige kademuren. Dit laatste moet z.i. op korte termijn geschieden, vooral
nu geen stutten worden aangebracht.
Spreker verwijst naar de inhoud van het voorstel van het college. Voorlopig
ware hiertoe het overleg te openen.
Het lid Beljaars vraagt zich af, of wellicht van een abuis sprake is. De
niet verschoven gedeelten zouden toch ook gestut worden.
De Voorzitter licht nog een en ander toe. Inderdaad zou aanvankelijk ge
stut worden, ^et Heemraadschap is hierop nu teruggekomen. Uit het voorstel ««n
de Raad blijkt dit ook.
Het lid van den Dries wijst op een krantenbericht. Daaruit zou men kunnen
afleiden, dat de gemeente weigerde in financieel opzicht mede te weiken aan rea
lisering der plannen.
De Voorzitter antwoordt de publicatie te betreuren, tenzij Mark en Dintel
dit inderdaad zo heeft gesteld. Dezerzijds werd niets gepubliceerd. Wellicht is
ook hier van een misverstand sprake. Spreker verwijst nog naar de bespreking te
1 s-Hertogenbosch dd« 21 maart 1961. De gemeente stond oplossing VII voor en ver
zette zich tegen oplossing IV. Hierdoor is wellicht de indruk gevestigd, dat de
gemeente niet wilde medewerken. Het probleem van de kosten is aldaar niet aan de
orde gesteld.
ïïet lid van den Dries zegt, dat z.i. een rectificatie in bedoelde bericht-
geving toch wel gewenst iso
Zonder hoofdelijke stemming wordt overigens besloten conform het voorstel
van Burgemeester en Wethouders waarbij zij opgemerkt, dat de Voorzitter het ver
melde in de slot-alinea van het voorstel noch ter sprake heeft gebracht noch in
de discussie werd betrokken.
D. Voorstel tot het voeren van een rechtsge
ding in eerste aanleg in verband met ont
eigening van gronden aan de Schansdijk
(industrieterrein)
De Voorzitter deelt nog mede, dat het schriftelijk bericht nog niet werd
ontvangen.
Het lid van den Dries vraagt of het verschil tussen gedaan aanbod der ge
meente en de vraagprijs der onteigen -den groot is.
De Voorzitter antwoordt dat de eigenaren zich niet over een prijs hebben