49
Het lid de Koning vestigt de aandacht op de post reis- en verblijfkosten
en salarissen.
Met de voorgestelde vergoeding aan de Voorzitter voor het lijden binnen de
gemeente kan spreker/niet verenigen. Z.i. is sprake van gebrek aan verantwoor
delijkheidsgevoel. Een bedrag van 500,is z.i. voldoende. De Voorzitter
kan nu wellicht iedere ingezetene per auto gaan bezoeken. Hier is geen sprake
van een goede en gezonde politiek. Het devaluatie-gevaar wordt verhoogd. Ver
goedingen als deze, worden z.i. zonder noodzaak opgevoerd. Spreker is tegen de
ze vergoeding.
Het voorstel tot het niet-aanvaarden van deze post wordt gesteund door het
lid de Gouw.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten conform het voor
stel van Burgemeester en Wethouders.
Het lid de Koning wenst aantekening tegen dit voorstel te hebben gestemd.
6. Voorstel tot voorziening in een vacature in
de commissie tot wering van schoolverzuim te
Zevenbergen.
De leden den Biggelaar en Beljaars fungeren als stemopnemers.
Uitslag der stemming:
G.Olthof 11 stemmen
A.M.de Gast 1 stem
blanco 1
Benoemd is dus de heer G.Olthof.
7. Voorstel tot wijziging van de regelen, bedoeld
in artikel 4 der Woonruimtewet 1947.
Het lid Beljaars zegt, zich afgevraagd te hebben of wijziging der regeling
zin heeft. Onlangs heeft te Langeweg een woning ongeveer een jaar leeggestaan.
Spreker heeft hierover reeds eerder mededelingen gedaan. De woningwetwoningen
vallen zondeimeer reeds onder de bevoegdheid van Burgemeester en Wethouders.
De Woonruimtewet heeft z.i. weinig nut, althans van de werking der wet ziet
spreker weinig resultaat.
Het lid Snoeijs infoimeert naar de woorden "hebben geparticipeerd".
De Voorzitter wijst op mogelijke eerdere bindingen. De voorgestelde wijzi
ging verhoogd de rechtszekerheid. Spreker leest nog de redactie voor van het
ontwerp-besluit
Het lid de Koning spreekt over discriminatie van het eigendomsrecht.
De Voorzitter is het hiermede niet eens. De wijziging der z.g. regelen
komt geheel tegemoet aan gedachten van het lid de Koning. Overigens staan de
bepalingen van de Huurwet hier geheel buiten. Spreker wijst nog op de jurispru
dentie met betrekking tot dienstwoningen. Uiteindelijk zal de burgerlijke rech
ter hierover oordelen. Volgens de laatste beslissingen dient aan het begrip
dienstwoning een enge betekenis te worden toegekend.
Het lid Beljaars meent, dat in het verleden de wet enigszins vreemd door
het college werd toegepast. Het aantal aanvragen om huisvesting is nog beangsti
gend hoog. Een voorkeur of recht als voorgesteld komt hem niet juist voor. De
kleine man wordt hiervan de dupe. Spreker is bevreesd, dat de minder draag-
kraehtigen niet meer aan bod komen.
De Voorzitter wijst er wederom op, dat het voorgestelde gaat in de rich
ting van een soepele toepassing der voorschriften.
Uit de verdere discussie blijkt, dat het lid Beljaars een bepaalde woning
op het oog heeft, t.w. het pand van van Meel aan de Zuiddijk.
Wethouder Eland licht dit nader toe. Volgens ontvangen medisch advies kon
bedoeld pand niet worden betrokken.