I II
-
t
K
28
2. Indien de spreker dan nog voortgaat zich een afwijking te veroor
loven, kan de Voorzitter hem over het in behandeling zijnde voor
stel, gedurende de gehele vergadering het woord ontnemen, behou
dens beroep op de vergadering»
Het lid de Koning: u heeft mij het woord gegeven om te spreken over het
beleid.
De Voorzitter antwoordt, dat hij het lid de Koning het woord kan ontnemen
en dat hij de Raad wenst te vragen of men akkoord gaat met het spreken op de-
ze wijze.
Het lid de Koning verweert zich door te zeggen, dat hij het woord heeft
•Verkregen en hij moet dit rustig kunnen doen; "je moet maar eens proberen om
mij het woord te ontnemen".
De Voorzitter zegt in stemming te willen brengen of de Raad van mening
is, dat het buiten de orde zijnde punt over het beleid van Burgemeester en
Wethouders behandeld kan worden en of het lid de Koning op deze wijze kan
voortgaan.
Het lid de Koning: "ik wil het woord al niet meer".
De Voorzitter zegt dat het lid de Koning het een en ander bij de rond
vraag te berde kan brengen.
Het lid de Koning: "dat zal ik dan ook wel doen".
De Voorzitter brengt in het midden, dat hij in deze Raad soms denkt aan
hetgeen de Voorzitter van de 2e Kamer onlangs opmerkte, nl.: Er bestaat zeke
re asymmetrie in bereidwilligheid tussen ons om eikaars standpunt te respecte
ren.
6. Voorstel tot het verlenen van zékerheid
voor eerste hypothecaire geldlening, als
bedoeld in het besluit en de beschikking
bevordering eigen-woningbezit, aan enkele
personen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van Burgemeester en Wethouders.
7. Aanbieding van de bedrijfsrekeningen en
de gemeenterekening over 1959, met voor
stel tot benoeming van de leden der com
missie van onderzoek.
Het lid de Koning deelt mede dat hij niet bereid is deel uit te maken van
de commissie.
De Voorzitter stelt dan voor in de plaats van het lid de Koning aan te
wijzen het lid de Gouw.
Als stemopnemers worden aangewezen de leden Beljaars en van den Dries.
Na gehouden schriftelijke stemming blijken de leden Trompers en van der
Beek elk met 11 stemmen te zijn benoemd; desgevraagd verklaarden zij deze be
noeming te aanvaarden.
Overigens werden uitgebracht op de leden: de Gouw 5 stammen, Ooijan 1
stem, Beljaars 3 stemmen, Mensen 1 stem en van den Dries 1 stem. Aangezien voor
benoeming van het 3© lid der commissie geen meerderheid van stemmen is verkre
gen, volgt hierover een herstemming.
Het lid de Gouw deelt mede, dat hij in dit verband niet meer voor benoe
ming in aanmerking wenst te komen, zodat hij zich niet meer beschikbaar stelt.
De daarna gehouden stemming levert als resultaat op: de leden de Gouw 3
stemmen, Snoeijs 1 stem, van den Dries 1 stem en Beljaars 5 stemmen. Aangezien
geen volstrekte meerderheid is verkregen, volgt herstemming. Hierbij worden
uitgebracht op het lid de Gouw 1 stem, Beljaars 7 stemmen, van den Dries 1
stem en Snoeijs 3 stemmen. Het lid Beljaars is derhalve benoemd en verklaart