21
Het lid de Koning vraagt of het mogelijk zal zijn de thans aan Langeweg
door Burgemeester en Wethouders toegedachte 3 woningen te realiseren.
De Voorzitter brengt in het midden, dat -wil de Raad reëel blijven-, ge
bouwd zal moeten worden op het meest moeilijke punt en dus te Zevenbergen; de
moeilijkheden van Zevenbergschen Hoek en Langeweg vallen daartegenover in het
niet; de ten hemelschreiende woningtoestanden wettigen dat het gehele toegewe
zen contingent aan Zevenbergen wordt toegewezen. Desondanks hebben Burgemeester
en Wethouders gemeend, dat zij de ten vorigen jare gedane toezegging voor Lange
weg gestand moeten doen, ondanks de wetenschap, dat Langeweg via particuliere
bouw goed aan zijn trék is gekomen; dit laatste geldt ook voor Zevenbergschen
Hoek, omdat békend is dat ook aldaar de belangstelling in particuliere bouw toe
neemt.
Het lid de Koning herhaalt zijn vraag of realisering van 3 woningen te Lan
geweg aan de hand van het uitbreidingsplan mogelijk is.
De Voorzitter meent er voor te moeten waarschuwen, dat versplintering van
het contingent het bouwen moeilijk zal maken; de individuele, door het lid Trom
pers opgesomde gevallen kunnen het gemeentebestuur geen aanleiding geven verdere
uitbreiding te geven aan de voorgestelde reservering voor Langeweg.
Het lid Trompers zegt, niet volledig begrip te kunnen hebben voor de woor
den van de Voorzitter, dat Zevenbergschen Hoék en Langeweg middels particuliere
bouw goed aan hun trékken zijn gekomen; te Langeweg is weinig premiebouw ge-
I pleegd.
Het lid Beljaars merkt op met verwondering het betoog van de Voorzitter te
hebben gehoord; als bij de verdeling van het contingent voorafgegaan particulier
initiatief in aanmerking wordt genomen, dan moet dit als een straf worden ge
zien. Bovendien gaat men in het algemeen slechts min-of meer gedwongen tot pre
miebouw over; immers rente en aflossing daarvan gaan de huurprijzen en eigenlijk
ook de draagkracht te boven. Ten slotte zou dan ook te Zevenbergen meer particu
liere bouw kunnen worden toegepast.
De Voorzitter zegt te moeten tegenspreken, dat premiebouw als straf wordt
gezien; de Raad heeft n.l. altijd gesteld dat zodanige bouw zoveel mogelijk
moet worden bevorderd; de kosten van premiebouw wijken niet veel meer af van de
huurprijzen, welke thans betaald moeten worden.
Het lid de Koning zegt volledig te kunnen instemmen met de geluiden, welke
uit de vóórsteden van Zevenbergen zijn gehoord. Hetgeen in de loop van het vo
rig jaar is toegezegd, móet worden nagekomen en spreker is niet bereid ook maar
iets anders te aanvaarden. Aan Langeweg behoren dus ten minste 3 woningen toege
wezen te worden en ook Zevenbergschen Hoek béhoort aan bod te komen; Zevenbergen
is uiteindelijk ook helemaal niet zo belangrijk en het is ten slotte slechts een
dorp. Spréker zou het zo willen stellen, dat aan de geuitte wensen, voor zover
mogelijk, moet worden voldaan.
De Voorzitter deelt mede, dat het gemeentebestuur elke verdenking van Ze
venbergschen Hoek en Langeweg wenst af te wijzen; gedane beloften worden nageko
men.
Het lid de Koning: "niet in alle opzichten; u zult nog meer te horen krij
gen".
De Voorzitter vervolgt, dat niet alleen Zevenbergen in de belangstelling
wordt getrokken, doch dat ook aandacht wordt besteed aan Zevenbergschen Hoek en
Langeweg; de woningnood te Zevenbergen is echter het hoogst. Spréker meent be
grepen te hebben dat het lid Trompers dus 4 woningen vraagt voor Langeweg en het
lid den Biggelaar enkele woningen voor Zevenbergschen Hoék. Betrokkenen zouden
uiteraard een voorstel kunnen doen.
Wethouder Eland zegt er begrip voor te hebben, dat men voor eigen plaats
opkomt. Het gemeentebestuur doet zijn toezegging thans gestand, ofschoon er
vrees voor bestaat dat de 3 woningen voor Langeweg moeilijkheden zullen opleve
ren. Uit een oogpunt van woonsituatie en noodzaak is bouw te Zevenbergen 10 maal
zo hard nodig als elders; indien men eens rondwandelt, ziet men te Langeweg en