995
uit blijkbaar moeilijkheden kunnen voortvloeien.
Het lid den Biggelaar zegt, dat een en ander in Roermond blijkbaar wèl
mogelijk is, waar midden uit een blok wel woningen zonder meer aan de huur
der worden verkocht.
De Voorzitter zegt dat de thans verstrekte inlichtingen door de Secre
taris rechtstreeks van het Departement zijn verkregen, Overigens ligt het
voor wat betreft eigen woningbezit mede op de weg der organisaties daarvoor
belangstelling te wekken.
Het lid Beljaars stelt de vraag of zich onder de opzichters van openbare
werken ook een boeman bevindt. Bekend is hoe het met de riolering te Langeweg
gesteld is; iemand heeft geprobeerd, zonder succes, een verstopping door te
steken, waarna tot driemaal toe, eveneens zonder succes met openbare werken
werd getelefoneerd. De buurman van betrokkene kreeg toen water in zijn kel
der, Na wederom een telefoongesprek schijnt de betrokken opzichter te zijn
wakker geschrokken en zodanig te zijn opgetreden, dat -ware dit ten opzichte
van spreker geschied- hij hem de hersens zou hebben ingeslagen. Als betrokke
ne schuld heeft aan de verstopping, dan is het redelijk dat hij ook voor de
kosten opdraait. Heeft de gemeente, zoals het geval was, schuld, dan is het
toch een eerste vereiste van de ambtenaar dat hij behoorlijk en tactvol op
treedt.
De Voorzitter zegt dat hem bekend is welke opzichter wordt bedoeld.
Het lid de Koning zegt dat naar een oplossing moet worden gezocht voor
het geraamd verlies ad 29,791,16. De huuropbrengsten zijn aan de lage
kant; is rekening gehouden met de op 1 april 1960 te verwachten huurverho
ging Nadat de Voorzitter ontkennend heeft geantwoord, vervolgt spreker dat
de huren van de vóór 1950 gebouwde woningwetwoningen niet aan die der huidi
ge woningen zijn aangepast; het is niet juist dat voor nieuwe woningen 2 of
3 ma-al zoveel betaald moet worden. Dit is wel een gevolg van de overheids
voorschriften, doch spreker wenst hierop de nadruk te leggen. Voorts zijn ook
de huren der particuliere woningen aan het Julianaplantsoen aan de zeer lage
kant; zij zouden moeten worden opgetrokken.
De Voorzitter zegt dat ter zake slechts kan worden aangeschakeld aan de
wettelijke voorschriften, Indien via een voorstel aan de Minister de huren
zouden/wor&ln opgetrokken, dan moet echter toch altijd worden aangehaakt aan
voor 1940 gebouwde woningen en het effect daarvan zal vrij gering zijn. Zake
lijk bezien is spreker het eens met het lid de Koning dat dit tekort gedekt
zal moeten worden doch de Minister zal het voorgestelde beleid niet accepte
ren. De woningen, gelegen aan het Julianaplantsoen zijn aan de luitenzijde
goed, doch van binnen slecht en spreker neemt aan dat de huurprijs rijkelijk
hoog is voor het woongenot dat verschaft wordt.
Het lid de Koning verzoekt vervolgens maatregelen te willen nemen om te
bevorderen, dat ambtenaren die de dienst verlaten, ook de door hen bewoonde
woning verlaten; speciaal wordt aandacht gevraagd voor de woning van de fami
lie Gerritsen; het is wellicht gewenst betrokkenen een verklaring te laten
tekenen.
De Voorzitter antwoordt dat in het onderhavige geval rekening is gehou
den met de leeftijd van huurster; uiteraard kan wel worden opgetreden.
Het lid de Koning vindt het onjuist dat voor alle woningwetwoningen,
groot of klein een bedrag van 95,voor onderhoud wordt geraamd.
De Voorzitter wijst op de door het rijk dienaangaande gestelde norm.
Het lid de Koning zegt overigens ook bezwaar te hebben tegen de onder
volgnr, 483 geraamde incassokosten; huren zijn toch z.g, brengschulden.
De Voorzitter vraagt in dit verband aandacht voor de huurovereenkomst,
waarin is vermeld, dat de huur wordt opgehaald. Bovendien geschiedt dit op
halen op een tijdstip, waarop in het algemeen de huurder geld in huis heeft;