1050
Het lid Trompers spreekt zijn verwondering uit over de wel zeer uitvoerige
toelichting, welke over het minderheidsstandpunt wordt gegeven en vraagt of de
Voorzitter dit ook altijd doet als de zaken omgekeerd liggen.
De Voorzitter wijst er op, dat Wethouder Eland reeds het woord heeft ge
vraagd om de gedachtengang der meerderheid nader uiteen te zetten.
Wethouder Eland zegt dat de Voorzitter zijn zienswijze uitvoerig heeft ge
schilderd; dit is zijn goed recht, doch de schildering is wat eenzijdig uitge
vallen. Spreker heeft dingen gehoord, welke van de zijde der administratie an
ders gesteld worden; aan enkele mededelingen van de Voorzitter moet spreker
twijfelen en daarom wordt gaarne enige verduidelijking gegeven.
Bij herhaling, aldus spreker, is in de Raad de vraag gesteld of niet voor l
de Secretaris een woning kan worden gebouwd. Enkele weken geleden is de Secre
taris bij de Wethouders geweest om zijn bouwplannen te bespreken en te vragen
of daartegen bezwaren bestonden. Hem is medegedeeld dat er geen enkel bezwaar
bestond en dat -omdat hij als particulier bepaalde offers wilde brengen- op de
medewerking der Wethouders mocht worden gerekend, zelfs al kwamen daardoor de
kansen der hangende procedure wat zwakker te staan. Nadat de Secretaris een en
ander met de Burgemeester had besproken is deze aangelegenheid in de vergade
ring van Burgemeester en Wethouders aan de orde gesteld, waarbij de Voorzitter
van bezwaar deed blijken. De Wethouders hebben daa-rna bij gemeentewerken en de
Secretaris geïnformeerd hoe de zaken stonden.
De Voorzitter interrumpeert, dat zulks dus achter de rug van de Burgemees
ter om is geschied.
Wethouder Eland zegt wel te willen weten hoe dit anders moest gebeuren en
vervolgt, dat volgens het uitbreidingsplan van 1942 mocht gebouwd worden, zodat
er geen moeilijkheden bestonden. De Voorzitter heeft nu wel medegedeeld dat er
afspraken bestonden en spreker zal dit niet ontkennen, doch hem zijn die afspra
ken in ieder geval niet bekend; ook de collega-Wethouder zegt van dergelijke af
spraken niet te weten. Bovendien, toen van Opstal bouwde, was bij de Raad en de
Provinciale Planologische Dienst op geen enkele wijze bekend, dat ter plaatse
woningen met een bepaalde inhoud moesten worden gebouwd; er kunnen door de Bur
gemeester wel beloften en bepaalde toezeggingen zijn gedaan, doch spreker ver
onderstelt, dat dit niet aan Burgemeester en Wethouders bekend was.
Toen deze aangelegenheid in de loop van de vorige week voor de tweede maal
in de vergadering van Burgemeester en Wethouders aan de orde kwam, heeft spre
ker aangedrongen op spoedige bouw; immers als de gemeente zou moeten bouwen is
alles veel kostbaarder en daarom is er op aangedrongen het verzoek in deze
raadsvergadering te behandelen; de directeur van gemeentewerken was bij deze be
spreking aanwezig. Nu kan de Voorzitter wel stellen, dat de directeur niet is
gehoord, doch deze heeft veiklaard dat hij geen bezwaar zag om ter plaatse te
bouwen conform de voorgelegde plannen. Spreker constateert hier een tegenstrij
digheid met de woorden van de Voorzitter; hij zou het betreuren als de plannen
moesten worden uitgesteld. Het duurt toch al lang voor de premietoewijzing er
is en daarom moet vertraging voorkomen worden.
Het is spreker bekend, dat de voorgestelde grondprijs afwijkt van die van
de laatstverkochte grond en hij is er zich van bewust, dat hier een uitzonde
ring gemaakt en een gunst verleend wordt; hoewel hij hiervan in het algemeen
geen voorstander is, geldt hier echter de overweging, dat betrokkenen zich gro
te offers willen getroosten, in welk geval door de gemeente wel enige facilitei
ten verleend en voor de ambtenaren wel iets gedaan mag worden. De Wethouders
hebben eerlijk gemeend, dat zij aan de onderhavige plannen volle steun moeten
verlenen. Spreker wil hieraan toevoegen de vraag of de administratie ««n het
voorgaande nog iets kan aanvullen of rechtzetten.
De Voorzitter vraagt de administratie hier buiten te willen laten; de Raad
is thans volledig over beide standpunten voorgelicht. Gaarne wordt verwacht dat
het lid Trompers nu zijn woorden zal intrekken. Indien de Raad geen prijs stelt